heden van bestaan hebben. Omdat de
agrarische infrastructuur is aangepast
aan grootschalige landbouw, hebben
veel nieuwe, kleinere, percelen geen
ontsluiting. Geld om de infrastructuur
aan te passen ontbreekt en dus profi
teert slechts een deel van de nieuwe
percelen van - overigens verouderde
en slecht onderhouden - ontsluitings
wegen, beregeningsinstallaties en irri-
gatiewerken. Sommige percelen lig
gen ver van de woonplekken en er is in
elk geval geen geschikte mechanisatie
voor kleinschalige landbouw. Maar
omdat soms de oppervlakte van het
onder de agrarische bevolking verdeel
de land te klein is om er winstgevende
individuele boerenbedrijf)es op te be
ginnen, moet noodgedwongen worden
samengewerkt. De nieuwe eigenaren
brengen hun grond in een samenwer
kingsverband (meestal een coöperatie
maar wel kleiner dan de voormalige
coöperaties) waarvan de nieuwe be
stuurders vaak oud-managers zijn van
de vroegere grote boerderijen. Er ver
andert in de dagelijkse praktijk dan
weinig voor de boeren, al hebben ze nu
stemrecht en hun 'eigen' stukje land.
Het aanblijven van vroegere agrarische
managers heeft het voordeel dat die
veelal weten hoe een boerderij te run
nen, hoe met overheidsinstanties om
te gaan en hoe producten van de boer
derij op de markt te brengen. Dat is
geen overbodige luxe, omdat er meest
al geen marktinformatie voor indivi
duele boeren bestaat en er weinig of
geen nascholings- en voorlichtingsmo
gelijkheden zijn. Omdat alle vastgoed
staatseigendom was, is ook nooit reke
ning gehouden met erfdienstbaarhe
den of andere regelingen voor kabels
en leidingen in nu plotseling ander
mans grond. De precieze locatie daar
van is onbekend. Tijdens het grondver-
delingsproces wordt er zelden reke
ning mee gehouden. Daardoor worden
er geen voorzieningen - zoals erf
dienstbaarheden of opstalrechten - op
genomen in de documentatie en dus
bij de registratie van de herverdeelde
percelen.
Een typisch probleem bij het verdelen
van de landbouwgrond wordt veroor
zaakt door wat genoemd kan worden
de elasticiteit van grond onder het
communistische bewind. Staats- en
collectieve boerderijen moesten een
deel van hun oogsten afstaan aan de
staat en het aandeel in de oogst nam exponentieel toe met
de grootte van de landerijen. Het loonde dus om de lande
rijen van een boerderij - op papier althans - te verkleinen.
Het was niet ongebruikelijk om via het aanbieden van
diverse kleine gunsten 'kadastrale' ambtenaren gunstig te
stemmen en vervolgens hen te bewegen de oppervlakte op
papier te verkleinen om zo de afdracht aan de staat te ver
minderen. Zo'n administratieve verkleining leidt bij het
herverdelen van de grond natuurlijk tot overschotten in
land. Maar omdat vooral de vroegere managers van de land
bouwbedrijven dat wisten, werd af en toe het overschot aan
grond gebruikt voor het vergroten van het persoonlijke aan
deel in de hei-verdeling. Oude kadastrale gegevens bieden
niet veel uitkomst. Onder het communistische bewind wer
den kadastrale gegevens soms vernietigd, omdat onder het
communisme privé-eigendom van onroerende zaken niet
toelaatbaar was. Als er nog kadastrale gegevens beschikbaar
zijn, is het vaak moeilijk om die te gebruiken. Ze zijn
(zwaar) verouderd en niet direct toe te passen door de sterk
veranderde topografie.
Kaartmateriaal
De bevolking in veel voormalig communistische landen is
weinig bekend met het begrip individuele eigendom van
vastgoed. Het is dus zinvol om hen zo goed mogelijk te in
formeren over hun nieuwe eigendommen, ook al om hen
vertrouwen te geven in de nieuwe situatie. Bij verstrekken
van kadastrale eigendomsgegevens lijkt het daarom nuttig
naast de administratieve gegevens ook kartografische ge
gevens te verstrekken. Wanneer men het land verdeeld
heeft onder de bevolking door een officieel programma van
herziening van eigendom over vastgoed, is er meestal wel
kaartmateriaal voorhanden. Het probleem is dat men soms
alvast het agrarische land verdeelt zonder documenten om
de voedselproductie op gang te
houden. Het gevaar is dan groot
dat er lange tijd onzekerheid
over de eigendomsrechten blijft
bestaan.
Het vernieuwde
registratiekantoor
met drie gescheiden
loketten.
Oud (kadastraal) kaartmateriaal
is onbetrouwbaar, omdat het
niet is bijgehouden. In veel lan
den bestaat overigens wel topo
grafisch kaartmateriaal, al is dat vaak geclassificeerd van
wege de mogelijk militaire betekenis. Geld en tijd voor het
op grote schaal landelijk aanpakken van een kadastrale
lcaartvernieuwing zijn er niet. Wel krijgt men gemakkelijk
de belofte dat als het kadaster eenmaal zo goed en zo kwaad
als het kan functioneert, men met de inkomsten daaruit de
kadastrale vernieuwing zal oppakken. Met die belofte moet
een team van experts zich dan maar behelpen. En behelpen
is het vaak letterlijk. Na stevig touwtrekken met de mili
taire autoriteiten lukt het doorgaans om het topografische
kaartmateriaal en de gegevens van de meetkundige grond
slag ter beschikking te krijgen. Natuurlijk is het topogra
fische kaartmateriaal niet erg geschikt als kadastrale kaart,
omdat de schaal vaak te klein is en lang niet altijd percelen
topografisch zijn te identificeren. Ik heb meegemaakt dat
in arren moede soms kaartfragmenten werden vergroot op
GEODES1A 2003-1