Donateursdag 2002 van De Hollandse Cirkel Stichting De Hollandse Cirkel Verslag Vrijdag 15 november 2002 werd de jaarlijkse dona teursdag van de stichting De Hollandse Cirkel gehou den. Men was te gast in het ruime onderkomen van de Topografische Dienst Nederland (TDN) te Emmen, nog steeds een onderdeel van het departement van Defensie. De gastheer, directeur Frits Smit R.A., betitelde in zijn ope ningswoord de TDN voorzichtigheidshalve als 'één van de oudste diensten in de geo-hoelc'. Stichtingsvoorzitter prof. dr. ir. Leen Aardoom zei later stellig dat de TDN de oudste dienst is. Smit bekende dat beheer van cultureel erfgoed zijn dienst na aan het hart ligt, maar zei ook: "Soms is het moeizaam. Collectiebeheer brengt niet direct wat op". (Dat geldt alleen voor instrumenten: de catalogus van de TDN bevat ook 'Herdrukken oude kaarten'.) Hij dankte zijn voorganger Geudeke publiekelijk en gaf hem een boek voor de inven tarisatie van dat erfgoed. Dat vrijwilligerswerk was niet al leen goed voor de stichting De Hollandse Cirkel, maar ook voor de dienst zelf. Aardoom betitelde de TDN als 'nationaal asiel voor fotogrammetrisch instrumentarium'. 'Leeg land' 'Meten in een leeg land' was de titel van de lezing van de fysisch-geograaf drs. Peter Geudeke, van 1984-1999 direc teur van de TDN. Zijn ondertitel luidde 'Meetkunstige hoog tepunten uit de geschiedenis van de topografische kaarte- ring (1800-1940)'. Zijn bijdrage spoorde uiteraard met zijn inleiding in de Grote Historische Atlas van Nederland, maar gaf ook meer. De hoofdtitel werd ontleend aan het boek 'Het lege land' van Auke van der Woud, waarin de triangu latie van Krayenhoff, aansluitend op het Franse driehoeks- net, voor de 'politieke landkaart' uit de Bataafse tijd wordt beschreven. De meetketting, waarmee Krayenhoff zijn basis op het ijs van de Gouwzee mat, bleek te zijn uitgeleend aan het Rijksmuseum. Van de bedoelde kaart, waarvoor het meetwerk in 1798 startte, kwam het eerste blad in 1810 klaar en het laatste van de acht bladen in 1826. Geudeke be titelde dat werkproces als Tang'. Wat de organisatie van de dienst betreft, legde hij uit dat het formele oprichtingsjaar in plaats van 1815 ook 1806 kon zijn. Toen werd er al een Topografisch Bureau opgericht, dat in 1810 werd opge heven toen de genie-officieren in het Franse leger werden ingelijfd. De huidige dienst dateert van een reorganisatie van 1815. Er kwam een Topografisch Bureau bij de Genie, de Eerste Afdeling, en een sectie Militaire Verkenningen bij de Generale Staf, de Tweede Afdeling. De laatste verkaste snel naar Gent, waar een steendrukkerij werd overgenomen, die op kosten van Waterstaat rivierkaarten drukte. Geudeke: "Mooi voor militairen!". Hij citeerde uit Van Lenneps (dank- Explicatie in mini-museum. zij schrijver Geert Mak) befaamde dag boek, dat de ingenieur en landmeter Huguenin op 10 juni 1823 met die auteur in een herberg te Franeker sprak, maar hem nadien ook de fraaie kaarten toonde, die hij van Groningen en Friesland had gemaakt. Leuk was te horen dat een Commissie De Man in 1824 een authentieke registratie avant-la-lettre wilde door samen werking van Kadaster, Rijkswa terstaat en het Topografisch Bureau. De kadastrale kaart zou moeten worden aangeslo ten op het nationaal driehoeks- net en ook topografische bijzonderhe den zouden in die kaart moeten wor den opgenomen. Dankzij de dwarslig gende eerste directeur van de Militaire Verkenningen Van Gorkum ging het niet door. Aardig was te horen dat ver kennende officieren in burgerkleding mochten meten, mits ze aan die kle ding enige zorg besteedden 'teneinde zich van de gewone landmeters te on derscheiden'. Het uitgelegde proces van kadastrale kaart, reductie, veldmi- nuut, verkenning, nettekening, decal- queren en graveren duurde ongeveer twee jaar. Het was een stabiel werkpro ces. Professor Heuvelink wilde in 1920 eigen op het RD aangesloten topografi sche opnamen in plaats van reductie van de kadastrale kaart. Een Commis sie Blokhuis wilde in 1928 een reorga nisatie. Dat leidde in 1930 tot een fu- siebesluit van de Militaire Verkennin gen met het Topografisch Bureau, en tot gebruik van luchtfoto's en van foto litho's. De officieren-verkenners wer den burgers. Opnieuw was er een ja renlang stabiel werkproces. >r de Geschiedenis der Geodesie Adri den Boer, redacteur. GEODESIA 2003-1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 38