Effecten van atmosferische belasting gedetecteerd met GPS Aardobservatie De atmosferische belasting is een op- en neer gaande beweging van het aardoppervlak door een veranderende atmosferische druk. Het gaat hierbij om millimetervariaties over grote afstanden. Met een wereldwijd netwerk van permanente GPS-stations is het wellicht mogelijk de atmosferische belasting te meten. Iedereen kent de oceaangetijden. De aantrekkingskrach ten van zon en maan op de aarde veroorzaken een op- en neergaande beweging van het oceaanwater. Dat getijde beweging ook op het continent voorkomt, is veel minder bekend. De op- en neergaande bewegingen van de continen ten zijn dan ook veel kleiner. Een gelijkaardig fenomeen doet zich voor bij een veranderende atmosferische druk aan het aardoppervlak. Bij een hogere atmosferische druk op een bepaalde plaats zal het aardoppervlak licht worden samengedrukt. Wanneer de atmosferische druk opnieuw verlaagt, verdwijnt de depressie in het aardoppervlak ge leidelijk. Men noemt dit de atmosferische belasting. Motivering Een hogedrukgebied boven Noord-Brabant zal niet enkel plaatselijk zorgen voor een depressie van het aardopper vlak. Het oefent een invloed uit in een wijde omgeving met een straal van ongeveer 1000 km, waardoor in geheel België en zelfs in een groot deel van Frankrijk duidelijk met dit drukgebied rekening moet worden gehouden. Twee sta tions in eikaars omgeving (minder dan 100 km van elkaar verwijderd) zullen een verticale verplaatsing van ongeveer gelijke grootte ondergaan, waardoor bij klassieke hoogte metingen de invloed van de atmosferische belasting mi niem is. Wil men echter het hoogteverschil tussen twee punten op verschillende continenten meten, dan kan de verplaatsing ten gevolge van de atmosferische belasting op lopen tot 3 cm, hetgeen niet meer verwaarloosbaar is. Deze oppervlaktevervormingen worden gedomineerd door druk- systemen met een uitgestrektheid van 1000-2000 km en een periode van ongeveer twee weken. Doordat drukveran deringen op hogere breedte groter zijn (door bijvoorbeeld grotere stormen op deze breedte), zullen ook de belastingef fecten hier groter zijn. Op lagere breedten (tussen 35°ZB en 35°NB) en dichtbij de kust (minder dan 500 km van de zee of de oceaan) zijn deze effecten relatief klein. Tot voor kort werden de theoretische studies over atmosferische belasting vrijwel uitsluitend gecontroleerd door ingewikkelde geodetische metingen (zoals VLBI, SLR en LLR), waarbij men slechts vanuit een beperkt aantal plaatsen op aarde deze metingen kan uitvoeren. Door de eenvoud en de be taalbaarheid van GPS zijn er over de gehele wereld een groot aantal vaste GPS-stations opgesteld. De gegevens van deze stations geven voor het eerst een wijd verspreid beeld van de in vloed van de atmosferische belasting. GFS GPS is een plaatsbepalings- en naviga tiesysteem dat steunt op afstandme tingen naar satellieten. Sinds zijn in troductie betekende GPS een grote stap voorwaarts in de ruimtegeodesie. Door nauwkeuriger algoritmen, ver beterde modellen voor onder andere de atmosfeer en verbeterde ontvanger- apparatuur kan men met GPS momen teel subcentimeternauwkeurigheid in de planimetrie bereiken. Door zijn relatief lage kostprijs is het bovendien mogelijk een groot aantal permanente stations over de gehele wereld op te stellen en de data ervan te analyseren. De nauwkeurigheid in de hoogtecom ponent is steeds iets slechter. Niet en kel door de geometrie van de satellie ten (er zijn immers geen satellieten onder de waarnemer), maar ook omdat de meeste foutenbronnen inherent aan het GPS-systeem voornamelijk hun in vloed hebben op de hoogte. Een nauw keurige hoogtecomponent zou echter een groot aantal toepassingen moge lijk maken, zoals de detectie van glo bale landverschuivingen over verschil lende decennia en het meten van post- glaciaire oprijzing. Een nauwkeuri gere hoogtecomponent voor GPS heeft ook toepassingen op de studie van het zeeniveau. Verschillende getijdeme- GEODESIA 2003-1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 40