Grootte-orde van de atmosferische belasting Fig. 2 toont de horizontale verplaatsing langs de parallel en de meridiaan voor het station Kootwijk in 1998. De hori zontale verplaatsing ten gevolge van de atmosferische be lasting is miniem, zowel in de richting langs de parallel als in de richting langs de meridiaan. Voor stations op middel breedten bedraagt de piekvariatie slechts een paar milli meter, een waarde die overschaduwd wordt door de fouten bij GPS. Dergelijke verplaatsingen van het GPS-station zul len vrijwel niet te ontdekken zijn bij de verwerking van GPS-metingen. Verticale verplaatsing Fig. 3 toont de verticale verplaatsing van verschillende stations ten gevolge van atmosferische drukveranderingen voor het jaar 1998. Op gematigde breedten varieert de at mosferische druk aan het oppervlak met maximum-mini- mum waarden van ongeveer 60-80 hPa, wat resulteert in een verticale verplaatsing door de atmosferische belasting van ongeveer 3,5 cm. Op equatoriale breedten, bij het voor komen van zogenaamde doldrums, is de veranderlijkheid in de atmosferische druk veel beperkter (zie kader). De ver ticale verplaatsing door de atmosferische belasting blijft in deze regio beperkt tot een paar tienden van een millimeter, zie het station Fortalesa (FORT) in Brazilië in fig. 3. Hoge- en lagedrukgebieden zijn uiteraard vrij uitgestrekte gebieden waarin de atmosferische druk slechts geleidelijk verandert. Stations die niet te ver van elkaar gelegen zijn, zullen ongeveer dezelfde atmosferische drukveranderingen ondervinden. Het differentieel effect van de atmosferische belasting tussen stations zal dan ook slechts belangrijk wor den bij grote netwerken die met de hoogste nauwkeurig heid moeten worden verwerkt. GPS-verwerking Uitgaande van de noodzaak tot standaardisatie van het on derzoek in de GPS-wereld werd in 1989 beslist tot de oprich ting van de Internationale GPS-service voor geodynamica (IGS). Permanente GPS-stations van over de gehele wereld sturen hun data door naar het Operationeel Data Centrum (ODC). Hier wordt de kwaliteit van de data nagegaan, ze wordt omgevormd tot het standaard RINEX-formaat en gecomprimeerd. De data worden door gestuurd naar de verantwoordelijke regionale datacentra en de globale datacentra. De verschillende IGS-analy- secentra gebruiken deze data 0111 satel- lietbanen (efemeriden), stationscoördi naten, transformatieparameters, aard rotatieparameters, enzovoort te bepa len. De GPS-resultaten van een groot aantal wereldwijd verspreide stations voor verschillende IGS-analysecentra wer den onderzocht. Doordat de verschil lende analysecentra elk hun eigen ver werkingsmethode en -programma heb ben ontwikkeld, kunnen hun resulta ten voor hetzelfde station toch sterk verschillen. In totaal werden zeshon derdzeventig tijdreeksen uit negen verschillende analysecentra voor tach tig verschillende stations onderzocht. De GPS-resultaten werden vergeleken met de theoretisch voorspelde effecten van de atmosferische belasting. Verband tussen de atmosferische belasting en de GPS-resultaten In tegenstelling tot de oceaangetijden kent men de krachten voor het ont staan en de geografische distributie van de druksystemen niet, en kan men In de buurt van de evenaar zijn gebieden met weinig variatie in de luchtdruk. Deze zogenaamde 'doldrums' zijn gebieden met relatieve windstilte en zwakke oceaan stromingen in de intertropische convergentiezone. De ontmoeting van de noordoostelijke en zuidwestelijke passaten veroorzaken een langzame luchtopstuwing. De doldrums komen voor in de Indische en de Pacifische oceaan en waren een ware beproeving voor zeilschepen die in deze regio soms wekenlang stillagen. Fig. 3. Verticale verplaat sing door de atmos ferische belasting voor drie stations: Zwenigorod (ZWEN) in Rusland, Fortalesa (FORT) in Brazilië en Kootwijk (KOSG) in Neder land. Horizontale verplaatsing 0.0015 0 015 0.005 -0.005 -0.015 0.025 0.0005 0.0005 -0.001 -0.0015 180 DOY[1998] 360 meridiaan parallel Fig. 2. Horizontale ver plaatsing ten ge volge van de atmos ferische belasting voor het station Kootwijk (KOSG). ZWEN FORT 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 DOY[1998] Differentieel effect Doldrums GEODES1A 2003-1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 42