KvAG-themamiddag Automatisering in de digitale fotogrammetrie' Ben Gorte, TU Delft. In de afgelopen jaren heeft de digitale fotogrammetrie haar intrede gedaan bij bedrijven en instellingen. Om een overzicht te geven over de ervaringen die zijn opge daan met de automatisering van het fotogrammetrische productieproces, organiseerde de KvAG (Kring voor Aardob servatie en Geo-informatica) op 3 oktober 2002 een thema middag bij de afdeling Geodesie van de TU Delft. De bijeen komst, onder voorzitterschap van Frank van den Heuvel, werd bijgewoond door vijfenveertig personen. Het pro gramma omvatte vier sprekers die het onderwerp vanuit verschillende prespectieven belichtten. De middag werd af gesloten met een zeer geanimeerde slotdiscussie. In de eerste presentatie behandelde K. Kulschewski van het Duitse bedrijf Geocart Herten drie vormen van automatise ring, die in de fotogrammetrische workflow waren doorge voerd. Ten eerste maakt men tijdens de fotovlucht gebruik van GPS en worden cross-strips gevlogen langs de rand van het blok. Hoewel het aantal foto's hierdoor stijgt (bijvoor beeld 120 foto's extra in een blok van 968 bij een project in Noord-Brabant), levert dit een belangrijke kostenbesparing op (53% in hetzelfde voorbeeld) door het sterk teruglopen van het benodigde aantal paspunten. Een tweede vorm van automatisering bij Geocart is het gebruik van Match-AT software voor het vinden van randmerken en het aanmeten van paspunten en verbindingspunten met 'feature based matching of least squares matching'. Hierdoor loopt de be nodigde tijd voor aerotriangulatie terug van zestig minu ten per foto naar twintig minuten. Bij het vervaardigen van 3D-stadsmodellen tenslotte wordt gebruikgemaakt van de INJECT-software, die ontwikkeld is aan de Universiteit van Bonn en waarmee Kulschewski een demonstratie gaf. Het is een interactief softwarepakket, maar doordat er in allerlei situaties automatische matching plaatsvindt, blijft het aan tal muisklikken van de operator tot een minimum beperkt. Deze hoeft maar heel weinig hoekpunten van een gebouw aan te wijzen, en bovendien hoeft dat maar in één foto. Aar dig is dat de software een 'copy and paste'-functie heeft voor gebouwen die vaker in een stadswijk voorkomen. De resulterende 3D-stadsmodellen kunnen als VRML worden geëxporteerd. Alvorens de vraag in de titel van de presentatie 'new era trough automation?' bevestigend te kunnen beantwoorden, zou de spreker een paar wensen vervuld willen zien, zoals volledig automatische grootscha lige DTM-extractie in stedelijke gebieden. Hiertoe zou het systeem semantische informatie moeten kunnen gebrui ken; toegegeven, een moeilijk probleem. Ook zouden INS- systemen tot betere nauwkeurigheden in staat moeten zijn, zodat aerotrian gulatie van digitale luchtopnamen overbodig wordt. Tot dan is het enige voordeel van digitale luchtcamera's datje niet hoeft te scannen, maar dat is te weinig voor de vereiste investe ring. Felix Schelling beschreef de ontwikke ling in de automatisering van de work flow van het in België gevestigde Aero- data. Dit bedrijf opereert internatio naal en is gespecialiseerd in lucht fotografie en laseraltimetrie voor topo grafische toepassingen, inclusief de digitale beeldbewerking van deze ge gevens. Kenmerkend voor de workflow is dat alle luchtfoto's gescand en digi taal worden bewerkt. Aerodata ge bruikt geen analytische plotters. De presentatie geeft een overzicht van de rol van de diverse softwarecomponen- ten (Socet Set, ORIMA, CAP-A) en de herkomst van diverse additionele ge gevens, zoals APPLANIX-navigatiedata. Socet Set is een sterk modulair pakket, zodat men geen overbodige compo nenten hoeft aan te schaffen. Ten be hoeve van automatische puntmeting en DTM-generatie staat een hybride image matching-methode ter beschik king, die de voordelen van 'intensity- based' en 'edge-based' combineert, maar nog steeds niet probleemloos is. ORIMA is een Orientation Manage ment System, dat zowel on line (inter actief) als off line (voor batch-pro cessing) kan worden gebruikt, en waar in het bundelvereffeningsprogramma CAP-A geïntegreerd is. Schelling geeft nuttige informatie over de ervaringen met deze digitale processen en conclu deert dat digitale fotogrammetrie niet alleen sneller is dan analoge, maar ook betere resultaten oplevert, vooral dankzij betere verbindingspunten. De operator hoeft voor 'digitaal' niet zo veel ervaring te hebben. Een verge lijking tussen interactief en batchge- wijs oriënteren valt uit in het voordeel van eerstgenoemde, ondanks dat het 's nachts batchgewijs verwerken van vijfhonderd foto's een aantrekkelijk perspectief lijkt. Het voordeel van in teractief werken is dat de kwaliteit direct zichtbaar is en eventuele cor recties meteen kunnen worden uitge- GEODOSIA 2003-1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 46