mW In memoriam Henk van Gent (1919-2002) n /^\p 6 mei 2002 overleed op 83-jarige leeftijd ir. ^-^Hendrikus Lambertus (Henk) van Gent. Enkele jaren voor de oorlog startte hij zijn studie voor civiel-landmeter in Delft. Zoals voor veel studenten veroorzaakte diezelfde oorlog een flinke vertraging in de studie, waardoor hij pas in oktober 1945 in dienst kon treden bij het Kadaster. Daar is hij zijn gehele loopbaan werkzaam gebleven; eerst, zoals gebruikelijk, bij de Landmeetkundige Dienst en daarna bij de Ruilverkavelingsdienst in achtereenvol gens Almelo en Arnhem. Toen in 1948 de studierichting geodetisch ingenieur tot stand kwam, werd tevens voor civiel-landmeters de moge lijkheid geopend de titel te behalen op grond van een scrip tie. Van Gent maakte al snel - in 1950 - van die gelegenheid gebruik en kreeg het diploma geodetisch ingenieur uitge reikt voor zijn scriptie over dubbelpuntsvereffening. Dat hij de aandacht trok van de dienstleiding, bleek al uit zijn benoeming tot lid van de Examencommissie voor landmeter van het Kadaster in 1953 en 1954, en uit zijn overplaatsing, ook in 1954, naar diezelfde dienstleiding. Bij het Kadaster rijpten in die periode plannen om een eigen fotogrammetrische afdeling op te richten, en de verplaatsing van Van Gent naar Den Haag was een aan loop voor zijn latere benoeming tot hoofd van die nieuwe afdeling. Als we de Fotogrammetrische Dienst (FD) even als een levend wezen beschouwen, heeft Van Gent vanaf de con ceptie, via de geboorte en het opgroeien, tot en met de rijpe volwassenheid in alle fasen de hoofdrol gespeeld. Hoewel in een hiërarchische organisatie uiteindelijk de minister verantwoordelijk is voor het doen en laten van zijn ambtenaren, en ook steun van de dienstleiding no dig is, is het vooral aan Henk van Gent te danken dat de FD uitgroeide tot een volwaardig fotogrammetrisch be drijf. En het liep niet steeds van een leien dakje. Het begin was al moeizaam. Prof. Schermerhorn was een groot voor stander van het zoveel mogelijk samenwerken en samen gaan van landmeetkundige en fotogrammetrische over heidsdiensten. Toen bekend werd dat het Kadaster plan nen had voor een eigen fotogrammetrische afdeling, werd een vijfkoppige commissie benoemd (Schermer horn en twee vertegenwoordigers van zowel de Meetkun dige Dienst als het Kadaster, waaronder Van Gent) om te rapporteren over mogelijke concentratie en coördinatie van werkzaamheden. Het was niet verrassend dat de com missie er niet uit kwam. De FD werd opgericht en die fei telijke situatie werd uiteindelijk door de commissie aan vaard. De samenwerking richtte zich daarna vooral op de opleiding van Kadasterpersoneel tot fotogrammetrisch waarnemer door medewerkers van de Meetkundige Dienst. Naast de gestage uitbouw van de FD om aan de groeiende vraag naar fotogrammetrische kaarten te kunnen voldoen, had Van Gent ook steeds veel aandacht voor nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied. Zo werd in 1958 overgestapt van het tekenen van de karteringen (in potlood of inkt) op graveren. Daar bij werd de kaart niet afgewerkt op de tekentafel van het fotogrammetrisch instrument, maar achteraf. Daardoor werd de kaartproductie in één lclap met 30% verhoogd en ontstonden beter reproduceerbare kaarten. In 1960 werd besloten de fotogrammetrische berekenin gen te automatiseren. Omdat het Kadaster nog niet over een computer beschikte, werden de programmering en de uitvoering uitbesteed aan TNO. Een andere belangrijke gebeurtenis was de verplaatsing, ook in 1960, van de reproductie-afdeling naar de FD, tot dan ressorterend onder de Landmeetkundige Dienst in Amsterdam. Die Amsterdamse dependance met zijn andere technologie werd door Van Gent even energiek en vernieuwend geleid als het Haagse gedeelte. Al in het begin van de zestiger jaren besloot het ministe rie dat de FD in het kader van de spreiding van rijks diensten zou worden verplaatst uit de randstad. Nadat al vergevorderde plannen waren ontwikkeld voor vestiging in Amersfoort, viel om financiële redenen die plaats af en werd gekozen voor Apeldoorn. Het zal duidelijk zijn dat door de genoemde factoren de functie van hoofd van de FD veelomvattend en veeleisend was. Menigeen zou dan ook voor zichzelf van mening zijn dat zijn dagen hiermee meer dan voldoende waren gevuld. Van Gent was echter bereid en in staat nog diver se neventaken op zich te nemen. Zonder aanspraak te maken op volledigheid zal ik er hier een aantal noemen: docent aan de vakcursus voor technisch ambtenaar, redacteur-administrateur van het Tijdschrift voor Kadas ter en Landmeetkunde, hoofdbestuurslid van de NLF, vele malen rapporteur voor één van de FIG-commissies, voor zitter van commissie 5 voor het congres in Washington, lid van commissie C van de OEEPE, voorzitter/lid van de werkgroep lcaartreproductie en de werkgroep automati sering geodetische rekentechnieken, beide ingesteld door de Rijkscommissie voor Geodesie, en project manager voor internationale technische hulp aan het Institut Teknologi, Bandung. Als erkenning voor zijn vele verdiensten werd Van Gent in 1976 benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Piet Roos GEODESIA 2003-2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 35