En het geodetisch werkveld Literatuur studenten. Maar samenwerking met andere faculteiten als Informatie Tech nologie Systemen en Technische Na tuur Wetenschappen is voorzien. Op den duur zouden deze twee master- opleidingen weieens weinig meer ge meenschappelijk kunnen hebben dan hun gedeelde afkomst. De huidige mastervariant Geomatic Engineering overbrugt beide anderen en richt zich op werkkringen als ingenieursbu reaus, Rijkswaterstaat, aannemers en gemeenten. De toekomst van dit cen trale deel van het vakgebied (inwin ning en GIS) is door de opsplitsing he laas zeer onzeker geworden. Mogelijk komt een introductie in onderwerpen als grootschalige inwinning, landme ten, GIS en geo-informatie straks bin nen de opleiding Civiele Techniek aan bod. Het besluit gaat er namelijk vanuit dat geodetische vakken een plaats krijgen in verschillende bacheloropleidingen. Dat zal ook wel moeten. Om studenten voor een masteropleiding te interesse ren is een duidelijke zichtbaarheid in de voorafgaande bacheloropleiding noodzakelijk. Nu zal het nog niet een voudig zijn om een herkenbare plaats te verkrijgen in bestaande, volle bache lorprogramma's. Mocht dat echter luk ken, dan zijn er grote mogelijkheden. Opleidingen als Luchtvaart- en Ruimte vaarttechniek en Bouwkunde trekken honderden studenten per jaar. Succes hangt dan vooral af van een interessant vak met een aansprekende docent. De masteropleiding Geo-informatiekunde in Wageningen heeft op deze wijze haar bestaansrecht bewezen. De TU Delft zal dus zeker een rol blij ven spelen in de geodesie en geo-infor matie. Maar wel een andere rol. Tot op heden was er sprake van een opleiding en een georganiseerde beroepspraktijk die zich nauw met elkaar verbonden voelden. Daarvan zal op den duur waarschijnlijk minder sprake zijn. Vanuit hun inbedding in een andere discipline zullen de nieuwe masterop- leidingen een eigen oriëntatie richting arbeidsmarkt gaan vinden. Al te dra matisch hoeven we daar niet over te doen, want het past in de 'ontzuiling' van het vakgebied. Bedrijven en dien sten vullen hun kader vanuit een scala aan opleidingen en veel afgestudeerden komen buiten de georganiseerde beroepspraktijk terecht. Van een exclusieve relatie tussen opleiding en beroepspraktijk kan natuurlijk al lang geen sprake meer zijn. Soms leek het wel of de oplei ding daar zelf minder moeite mee had dan de beroepsprak tijk. Voor velen bleef'Delft' toch de spreekwoordelijke hoge boom, om tegen op te zien, of om wind te vangen. Met de opheffing van de opleiding komt er een einde aan een soms wat benauwde verhouding tussen geodetische be roepspraktijk en 'haar' universitaire opleiding. Het werk veld kan nu wat vrijer invulling geven aan haar relatie met het onderwijs. Hopelijk komen andere opleidingen (ook hbo en mbo) wat meer op de voorgrond te staan. De relatie tussen de opleiding en de geodetische be roepspraktijk was de laatste jaren, zacht uitgedrukt, onge lukkig. De aanhoudende kritiek (meest recent nog in [6] en (Uit: Delta, [7]) is ten dele zeker terecht. In elk geval heeft het aan een 9 januari 2003) daadkrachtige communicatie vanuit Delft ontbroken. Eni- a ge nuancering van de kritiek zou overigens best op zijn plaats zijn, maar is op dit moment niet zo gepast. Het is wat dat be treft jammer dat het twee jaar ou de bachelor-mas- terprogramma zich niet meer heeft kunnen be wijzen. Uiteinde lijk verdwijnt daarmee de bach eloropleiding met de meeste geo-informatie. [1] Kenselaar, F., TU Delft heft Geodesie op. Geodesia 2003 no. 1, p. 35. [2] Heroverwegingen TU Delft en consequenties voor Geodesie. VI-Matrix juni 2002, p. 44. [3] 'Aarde' is een speerpunt van de TU Delft, interview prof. Wakker, Geodesia 2002 no. 10, p. 372-376. [4] Kenselaar, F. en M.G. Vosselman, Bachelors en masters leren integreren in projecten. Geodesia 2001 no. 10, p. 460-469. [5] Uyterling, M.E. en G.M. Wichard, Het beroepsprofiel van de geodeet, nu en in de toekomst. Rapport uitgebracht aan de NCG, november 1999. [6] Kroon, R.J.G.A., Identiteitsperceptie geodeet berust op verte kend wereldbeeld. VI-Matrix, november 2002, p. 14-17. [7] Breken, E.C., Wakker worden. Geodesia december 2002, p. 480-481. GEODESIA 2003-2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 39