Uil dk Qmm palh Een paar dagen na Kerst ontving ik een e-mail met een kranten knipsel dat, overigens niet ge heel onverwacht, de opheffing van de opleiding Geodesie in Delft aankondig de. Toen "Wat is Waar? Nationaal Geo detisch Plan 1995" kwam stil te liggen in de polarisatie van het wetenschap pelijke personeel van Geodesie, werd het duidelijk dat het onmogelijk zou zijn een duidelijke en creatieve slag te maken naar de geoinformatica, ge plaatst in de eisen van de moderne sa menleving. Er volgden nog wel enige rituelen van het poldermodel, maar de grafzerk van de subfaculteit werd in feite reeds in 1995, zo niet eerder, afge- beiteld en daar kan dan nu de uitein delijke datum aan worden toegevoegd. De geoinformatica als ontwerpdisci pline werd door Delft weggegeven en opgepikt door Wageningen. ITC zat reeds in dit veld en heeft het verder verdiept met het voordeel dat het di rect relevant gemaakt kan worden voor de toepassingsdomeinen van doel groepen van dit instituut. De theoretische geodesie wordt 'onder gebracht' bij Lucht en Ruimtevaart. Volgens mij een uitstekende plek, waar de betrokken hoogleraren zich kunnen meten met andere goede we tenschappers, hetgeen ongetwijfeld vruchten zal afwerpen. Zelf reageer ik positief op deze ontwikkeling. Het on derbrengen van de juridische kant en landadministratie bij het OTB zou vruchtbaar kunnen zijn, doch vereist een gezonde mate van creativiteit in aanpassing van het huidige program ma zoals dat tenminste is verwoord in het laatste verslag van de sectie van Jitske de Jong. Ook in Canada zijn ook de uitdagingen niet gering. De geodesieopleiding aan het Erindale College (Toronto Universi ty) legde het enige jaren geleden reeds af. Dit college had zich te veel verbon den aan de doelstellingen van de Onta rio Landsurveyors Association, een niet al te progressieve beroepsgroep die een advies uitbracht aan de univer siteit, dat zich beperkte tot de beroeps- eisen van die club. Het was een doorge slagen manier om 'marktgericht' te werk te gaan en uiteindelijk fataal. De universiteiten Laval (in Franstalig Quebec) en Calgary in Alberta hebben duidelijke geo-informatica niches ge kozen in een aantal toepassingsvelden en hebben een goede instroom in de or de van dertig tot zestig studenten, met een behoorlijk evenwicht vrouwen/ mannen en een belangrijk percentage uit het buitenland, vooral China. De University of New Brunswick heeft een recente uittocht van gerenom meerde hoogleraren meegemaakt (Va- nicek, geodesy, Welsh, marine geode sy, Chranowsky, engineering geodesy, om maar enkele te noemen). Er is nu een duidelijke concentratie op geo-in formatica en landadministratie met nieuwe hoogleraren die die velden goed kunnen vertegenwoordigen. In de Atlantische provincies van Cana da is het bestaan van het College of Ge ographic Sciences (COGS) in Lawrence- town (Nova Scotia) interessant. De fede rale en provinciale overheden hebben een 'innovation fund' opgezet van en kele tientallen miljoenen dollars. Hier in kan het niet-universitaire COGS ook meedingen naar projectfondsen, want het innovatiefonds erkent dit hbo- achtige instituut als een belangrijke schakel tussen universitaire research- resultaten en de praktische toepassin gen die uiteindelijk moeten uitmon den in 'business opportunities'. Er zijn natuurlijk altijd problemen met dit soort ideeën, want ook hier geldt dat de universiteiten zich nogal prima donna-achtig kunnen opstellen. Maar uiteindelijk spreekt het geld, en als zij in de innovatiefondsen willen mee- doen, moeten ze wegen vinden met het hbo samen te werken. Overigens werd ik Eerste Kerstdag ver rast met een pakje onder de kerst boom, dat een mooi leerbekleed doosje met een planimeter bleek te zijn. De gulle gever was een vriend die, gefas cineerd door glimmende wetenschap pelijke instrumenten, deze als een vlaamse gaai verzamelt zonder enige interesse te hebben in het doel waar voor ze werden gebouwd. Hij heeft bij voorbeeld prachtige (siderische) chro nometers, maar die vindt hij eigenlijk ondingen want je kunt ze met geen mogelijkheid met de klok gelijk laten lopenIk liep eens likkebaardend door zijn verzameling, hopend dat hij mij, in ruil voor uitleg van de instru menten, misschien zou verheugen met zo'n klok of een theodoliet. Maar daar trapte hij niet in. Ik denk eigen lijk dat die planimeter mijn kant is op gekomen omdat er geen spatje glim mend brons aanzit. Ondanks dat het er zeer welgebruikt uitziet, werkt dit vernuftige instrument nog best. Het kwam ook nog met een ijkattest geda teerd 22 november 1946 nr. 1344 gete kend K. Murbach, te Zürich. Heeft er misschien iemand een handleiding voor dit instrumentje? Oud en Nieuw GEODESIA 2003-2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 44