n
m
-
-
Praktijk
Op basis van de hiervoor omschreven wettelijke verplich
tingen bezit elke gemeente in Nederland een wegenlegger
en in veel gevallen een aantal wijzigingsleggers. Kijken we
naar het jaartal waarin de wegenlegger of wijzigingslegger
is vastgesteld, dan constateren wij een grote variatie in leef
tijd van de leggers. Sommige gemeenten hebben een legger
die nog in de jaren veertig is vastgesteld (fig. 4), andere heb
ben zeer recent vastgestelde leggers of goed bijgehouden
leggers. De oorzaak daarvan heeft onder andere te maken
met het provinciaal beleid ten opzichte van uitvoering van
de Wegenwet. In de Wegenwet wordt aangegeven dat GS de
verplichting heeft om de wegenlegger te wijzigen nadat
mutaties zijn ontstaan in de geregistreerde gegevens. Er is
ruimte in de wet om de omvang van deze taak verschillend
te interpreteren. GS kan namelijk B&W verzoeken om het
ontwerp van de wijzigingslegger op te maken. Daarnaast
leveren gemeente- en waterschapsbesturen aan GS een af
schrift van de genomen besluiten en vastgestelde veror-
Fig. 2.
Een wegvermelding
in de wegenlegger
van de vroegere
gemeente
Weesperkarspel van
1949. Het bij
behorende kaartje is
afgebeeld in fig. 3.
Fig. 3.
Uitsnede uit de
topografische kaart
bij de wegenlegger
van fig. 2.
j\ .*1,
deningen, waarvan wijziging of over
gang van onderhoudsplicht van wegen
het gevolg is. Er is voor zowel GS als
voor B&W een taak weggelegd bij het
wijzigen van de wegenlegger. De werk
verdeling bij uitvoering van deze ta
ken kan per provincie verschillen. In
het kader van decentralisatie zien wij
de laatste jaren dat het accent steeds
meer is komen te liggen bij uitvoering
door het gemeentebestuur. Daarnaast
is automatisering een middel geweest
om de inhoud van de wegenlegger be
ter en sneller te kunnen reproduceren.
Dit heeft ertoe geleid dat in de laatste
tien jaar nauwelijks meer wijzigings
leggers zijn vastgesteld, maar dat er
wordt gekozen voor opmaak en vast
stelling van een totaal nieuwe wegen
legger. Decentralisatie is ook terug te
vinden bij de vaststelling van nieuwe
wegenleggers. Binnen verschillende
provincies is de vraag ontstaan of het
nog zinvol is dat GS een rol moet ver
vullen bij vaststelling van wegenleg
gers. Vanuit de gedachte om de be-
leidsverdeling te verbeteren, hebben
de provincies Overijssel en Limburg be
sloten om de in de Wegenwet om
schreven taken voor GS over te dragen
aan de gemeenteraden. Dit besluit is
mogelijk op basis van artikel 107 van
de Provinciewet; hierin wordt geregeld
dat taakoverdrachten tussen de ver
schillende overheden kunnen plaats
vinden als beiden met de overdracht
instemmen.
Er zijn diverse aanleidingen die een ge
meentebestuur kunnen doen beslui-
t
IV
V 1 VI
VII
Nommor
van
den weg
(of va»
do brug)
N A A M
waaronder do weg
(of do bntg)
bekend staat.
landpunten on richting
van den weg
(of van do brug)
Beperkingen in hot
gebruik van den weg
(of van do brug), als
bedoeld in artikel 0
van do wegenwet;
alsmede do afschut
tingen, welko ziel»
op don weg bevinden
Verharding van de
Breedte
in nieters
Aart! mn de vml
verharding verharding
(°t of van do
aangeven, veraohil-
dat do u-eg lende
onverhard 1 soort,,,!
'4 van do
j verharding
a b
weg
Lengte
van do
verschil
lende
doelen in
motors,
langs do as
van den weg
gemeten
e
IK) zich in den weg
bevindende bruggen en
duikers, mot vermelding
van luumcn aard, hoofd-
afmetingeu en samen
stelling, of aard, hoofd-
afmetiugen en samen
stelling van do onder
afzonderlijk nommor
opgenomen bruggen
Do ondorhoudsplicl
gen van den weg (of
tie brug) en van du z
in don weg lie vintiet
bruggen en duikers
wel tin kadastrale }i
eoclon of do gedool
van perceolen, waai
do verplichting ruï
y
■fp.
sï&s
~Z?
yn>
-yyr
y
Taakverdeling bij opmaak en vaststelling van de
wegenlegger
Aanleidingen tot herziening van de
wegenlegger
GEODESIA 2003-2