netpunten. De resultaten van deze berekening gaven aan
dat de horizontale precisie uitkomt op 1-2 cm en de vertica
le precisie op 2-3 cm. De resultaten van de eigen testmetin
gen zijn bevestigd door een proef die door de Rijksdrie-
hoeksmeting is uitgevoerd.
Beschikbaarheid
Voor de beoordeling van de bruikbaarheid van het netwerk
is het van groot belang dat het netwerk zo mogelijk continu
beschikbaar is. De volgende factoren hebben invloed op de
beschikbaarheid:
Beschikbaarheid satellieten. Hierop heeft 06-GPS geen in
vloed. Het betreft hier het aantal satellieten en de PDOP-
waarden. Het aantal beschikbare satellieten tijdens de
metingen en de onderlinge positie van de satellieten zijn
belangrijke factoren voor de beschikbaarheid en de
bruikbaarheid. De satellietconfiguratie dient voor elke
meetdag van tevoren te worden bepaald. Er mag alleen
worden gemeten op tijdstippen waarop minimaal vijf sa
tellieten beschikbaar zijn en de PDOP-waarde maximaal
4 bedraagt. Dit is voor 95% van de tijd het geval.
Beschikbaarheid apparatuur basisstations. De appara
tuur van het basisstation is geplaatst in afgesloten ruim
ten en de antennes staan op posities waar verstoring van
de antenneontvangst vrijwel is uitgesloten. Op het cen
trale controlestation wordt voortdurend gecontroleerd
of de basisstations operationeel zijn. Alarmeringssoft-
ware signaleert eventuele problemen en kan foutmel-
dingsrapportages genereren. Teneinde het effect van het
uitvallen van een basisstation te beoordelen is tijdens
een testmeting het uitvallen van een basisstation gesi
muleerd. Na uitschakeling van een basisstation is op één
van de testpunten een meetsessie herhaald, die ook
reeds was uitgevoerd ten behoeve van de precisie en be
trouwbaarheidsberekeningen. De conclusie uit deze test
was dat geen noemenswaardig verschil optrad met de
oorspronkelijke meting. Het netwerk is dus in staat om
op adequate wijze het uitvallen van een basisstation op
te vangen.
Beschikbaarheid mobiele netwerk. De beschikbaarheid
van het GPS-netwerk is mede afhankelijk van de beschik
baarheid van het mobiele netwerk. De gebruiker moet
zelf kiezen voor een netwerkprovider voor zijn mobiele
telefoon en kan dus zelf selecteren wie de beste dekking
heeft in zijn werkgebied.
Beschikbaarheid datacommunicatielijnen. De leveran
cier garandeert een beschikbaarheid van 99,75%.
Functioneren van de software. Met de leverancier is een
onderhoudscontract afgesloten, dat erin voorziet dat sto
ringen veelal op afstand verholpen kunnen worden.
Initialisatie. Voor het beoordelen van de beschikbaarheid
is de tijdsduur van de initialisatie (time to first fix) van
belang. Uit testmetingen die in september 2002 zijn ge
daan, is geconstateerd dat de gemiddelde tijdsduur van
een initialisatie omstreeks twintig seconden bedroeg. Als
norm wordt vooralsnog een tijdsduur van maximaal één
minuut aangemerkt. Als een initialisatie niet slaagt bin
nen drie minuten, moet deze worden afgebroken. Bij me
tingen in december is sprake geweest van langere initia-
lisatietijden. Dit is het gevolg van ionosferische versto
ringen die vooral in de winterperio
de midden op de dag optreden. In
de komende winterperioden wor
den deze verstoringen volgens de
prognoses van terzake deskundigen
minder ingrijpend.
Gebruik
De te gebruiken GPS-rovers moeten
aan een aantal eisen voldoen om te
kunnen werken met het 06-GPS net
werk. In feite kan elke moderne ont
vanger worden gebruikt. Zeker gezien
de huidige ontwikkelingen in Duits
land, waar veel met het vergelijkbare
SAPOS-systeem wordt gewerkt, is elke
leverancier van GPS-apparatuur voor
bereid, of in de laatste fase van voorbe
reidingen, voor inzet met een netwerk
systeem. De eisen zijn als volgt:
24 kanaals (12+12) Ll/L2-frequentie-
ontvanger. Met een LI-ontvanger
zijn de vereiste nauwkeurigheden
niet haalbaar;
RTK-functionaliteit van de firmwa
re. De software van de GPS-ontvan-
ger moet in staat zijn de correcties
van het type RTCM 20/21 (v2.1) te
verwerken. Als alternatief kan even
tueel het RTCM 18/19-formaat wor
den gebruikt. Dit heeft echter wel
zwaardere berekeningen tot gevolg
in de rover en is ook gevoeliger voor
vertragingen van de (berekeningen
van) de correctiesignalen. In veel
landen is RTCM 20/21 de standaard;
gsm-link. De communicatie tussen
een GPS-ontvanger in het veld en
het controlestation dient per gsm te
verlopen. Immers, de individuele
gebruiker moet zijn positie kenbaar
maken aan het controlestation om
correcties te kunnen ontvangen die
geïndividualiseerd zijn voor de be
treffende locatie. Hiertoe dient de
GPS-ontvanger, of beter de control
ler (veldboek), in staat te zijn de
gsm-modem aan te sturen en een te
lefoonnummer in te voeren teza
men met een aantal communicatie
parameters zoals baudrate en der
gelijke.
Het meten met een rover in het net
werk verloopt bijzonder simpel (fig.
10). Op de plaats van de meting wordt
met behulp van de mobiele telefoon
eerst contact gezocht met het netwerk.
Vereiste specificaties rover
Beschrijving meting
GEODESIA 2003*3