Fugro's Oneman Total System
Het is halfdrie's nachts. Buiten miezert het. In de
uiterwaarden van het Pannerdensch Kanaal nabij
Angeren draait een tachymeter eenzaam zijn ronde.
In geen velden of wegen is er iemand te bekennen.
Frans Faber slaapt en wordt alleen wakker gemaakt
voor een gemiste of foutieve waarneming. Vijf voor
drie, Frans wordt wakker van een sms op de
mobiele telefoon. Zakbaak 10110 kan niet worden
gemeten, zegt het bericht. In een flits realiseert
Frans zich dat de 's middags uit het veld verwijder
de zakbaken nog in de database aanwezig zijn.
Een menselijke fout, één van de weinige fouten die
nog gemaakt kunnen worden bij dit systeem.
Het Pannerdensch Kanaal.
De locatie is het Pannerdensch
Kanaal nabij Angeren. De werk
zaamheden bestaan uit de vol
ledig geautomatiseerde geomonito
ring ten behoeve van de geboorde tun
nel onder het Pannerdensch Kanaal.
De geboorde tunnel onder het kanaal
tussen Bemmel en Zevenaar maakt
deel uit van de Betuweroute. De tunnel
onder het Pannerdensch Kanaal is de
vierde tunnel van de Betuweroute. In
opdracht van de Projectorganisatie Be
tuweroute heeft de internationale aan
nemerscombinatie Comol de 1615 m
lange tunnel geboord; er zijn twee tun
nelbuizen geboord, eerst van west
naar oost en daarna weer terug. Inclu
sief de toeritten, die op conventionele
wijze worden gebouwd, bedraagt de
lengte 2680 m. Het diepste punt van
de tunnel is 25 m onder maaiveld en
het maximale hellingspercentage be
draagt 2,5 Het boren in slappe
grond maakt de tunnel onder het
Pannerdensch Kanaal tot een uniek
kunstwerk. Aan de oostelijke kant van
het kanaal loopt de tunnel door de 25
m diepe zandwinput Kandia. Dit ge
bied is tevens het leefgebied van de
kamsalamander en de rugstreeppad.
In deze zandwinput is een dam aan
gelegd, waar de tunnel doorheen
loopt. Door na de bouw van de tunnel
de dam de grillige vorm van natuurlij
ke oevers te geven en het water ten
weerszijden van de dam ondiep te
maken, wordt het leefgebied van de
padden vergroot.
Vereiste informatie
Tijdens het boren van de tunnel waren
gegevens nodig van zettingen van het
maaiveld, de grond voor de boorkop en
de directe omgeving. Bij het boren van
tunnels treden in de grond, en daar
door ook op het maaiveld, allerlei ver
vormingen op. Dit komt omdat de
boormachine gebruikmaakt van een
steunvloeistof van bentoniet en water
onder druk die ervoor zorgen dat tij
dens het boren de grond voor de boor
niet instort. De verhoogde druk in de
grond voor de boorkop kan zettingen
tot gevolg hebben. Ook is het geboorde
gat een klein beetje groter dan de aan
gebrachte tunnelbuis. De bentoniet-
druk wordt mede bepaald aan de hand
Volautomatische
geomonitoring
op afstand
GEODIiSIA 2003-3