Het systeem bestond uit het - tijdens het boren - meten en
registreren van waterspanningen, waterhoogten en zettin
gen van het maaiveld, en van de dieper gelegen grondlagen.
Op vijf locaties boven het boortracé, de zogenaamde meet-
kruizen, vond de gegevensinwinning intensiever plaats. De
locaties van deze meetkruizen is gekozen na uitvoering van
grondonderzoek, dat ook door Fugro is uitgevoerd. De
meetkruizen zijn geplaatst op die plekken, waar het boren
naar verwachting de meeste moeilijkheden zou opleveren.
Elk meetkruis bestond uit vijfentwintig zakbaken en zes
tien extensometers. Met behulp van extensometers kunnen
zettingen van de onderliggende grondlagen worden geme
ten. Aangezien de waterhoogte in het Pannerdensch Kanaal
invloed heeft op de grondwaterdruk in de uiterwaarden,
werd tevens de waterhoogte gemeten. Tussen de meetkrui
zen is om de 25 m een raai van vijf zakbaken geplaatst. In to
taal zijn er over het hele boortracé driehonderdzestig zak
baken, tachtig extensometers en vijftien waterspannings-
meters geplaatst.
Meet- en verwerkingssysteem
Om de zetting van het maaiveld te kunnen bepalen zijn alle
zakbaken aan de bovenzijde uitgerust met een prisma.
Daarnaast zijn bij alle meetkruizen verhoogde opstelpun-
ten gemaakt voor het opstellen van een Robotic Total Sta
tion (RTS, Leica TCA 1800). De RTS herkent de prisma's auto
matisch en meet de posities van de prisma's in x-, y- en z-
richting met een nauwkeurigheid van 1 mm. De positie van
de RTS zelf werd bepaald uit een vrije opstelling door te me
ten naar referentiepunten die buiten de invloedsfeer van
het boorproces liggen. Als extra controle werden de zakba
ken af en toe ook door een meetploeg gewaterpast en de re
ferentiepunten periodiek gecontroleerd op hun stabiliteit.
De grootste uitdaging voor de meetploeg was het in de
lucht houden van het hele systeem. Zo diende niet alleen in
de software te worden aangegeven welke zakbaken moes
ten worden gemeten, maar werd de RTS met het voort
schrijden van de boor verplaatst naar een volgende opstel-
De website.
De zender in ling. Afspraak was namelijk dat water
onderhoud. spanningen en zettingen van het maai
veld en de onderliggende grondlagen
zouden worden gemeten, niet alleen
op de plek waar de boor zich bevond,
maar ook 25 m daarvoor en daarach
ter. Met een gemiddelde boorsnelheid
van zo'n 15 m per dag betekent dit dat
dagelijks nauw contact moest worden
onderhouden met de boorploeg in de
tunnel.
Met een extensometer is het mogelijk
verplaatsingen tussen verschillende
grondlagen op te meten. Het instru
ment bestaat uit een lange buis (tot
tientallen meters) die in een in de
grond geboord gat wordt geplaatst. Op
verschillende hoogten van de buis
kunnen ankers in de grond worden ge
draaid. Ieder anker kan onafhankelijk
van de buis bewegen en is met een
stang door de buis verbonden met de
kop van de buis. Met behulp van elek
tronica worden in de kop van de buis
de verplaatsingen van de stangen ten
opzichte van elkaar gemeten. De meet-
kop steekt boven het maaiveld uit en
werd ook ingemeten met de RTS, zodat
de verplaatsingen van de lagen ten op
zichte van NAP konden worden be
paald. Deze meetdata werden via een
datalink verzonden naar de computer
waar de processing plaatsvond en alles
op internet werd geplaatst.
m
Een waterspanningsmeter is een cel
waarmee de waterdruk kan worden
gemeten. Met een sondeerwagen
wordt de cel 'weggedrukt' naar de
vereiste diepte. Via een kabel wordt
het meetsignaal getransporteerd
naar de oppervlakte en vandaar via
Robotic Total Station
■PSKïdfc.,.. j --
-Ifflxl
ij pe E<* Vew Fflvorte» look t**> j
•>Back Q Search ^Favorites ^Jrtrtory
Addrett |g] http://www.parnCTderoh.ni/wefcome.htmJ
li c"^0 Lrii
Fugro Ingenieursbureau B.V.
Geomonitoring
Navigate
Monitoring Of
MQ2
P'mrt lr»gn>#tr<?n
20090®
20100*
MQ2L Surface settlement measurements
-29 -20 -19 -10 -9 0
10 19 20
Extensometers
t
.0COO2O
20150» J? 20270
MQ2L
f J> J> 2<feo# #20290
20160
20190
#20300
20310
#20330
20340
#20390
020370
20360
|20390
20400
fc 20410
#20430
#20440
203)0
20920
Waterspanningsmeters
GEODESIA 2003-3