Hemel en aarde FLEPOS-netwerk: single- of netwerkoplossing Anderhalfjaar werd eraan gebouwd en gesleuteld, en op vrijdag 7 februari 2003 werd FLEPOS officieel aan 'den volke' getoond. Minister Paul van Gr- embergen kreeg de eer die handeling te verrichten en hij wist als een erva ren landmeetkundige de voordelen van het netwerk aan te prijzen. "Een uitvoerend landmeetbureau kan nu volstaan met de aanschaf van één GPS- instrument in plaats van twee", legde hij uit, "en dat bespaart hem al gauw n 25.000,-". En over de nauwkeurigheid wist de minister precies aan te geven dat die voor landmeetkundige toepass ingen enkele centimeters bedraagt, maar voor geologische toepassingen - zoals zettingen in de aarde - enkele millimeters. Het GRB heeft er zelf ook alle baat bij dat nauwkeurig en betrouwbaar wordt gemeten. Bij de ingebruikneming van FLEPOS vergeleek Minister Van Grem- bergen de plaatsbepaling van ontdek kingsreizigers uit het verleden (die zich op sterren oriënteerden) met de mens van nu, die laaghangende ster ren (satellieten) gebruikt die we zelf uitgestuurd hebben, en constateerde: "Blijkbaar hebben we de hemel nodig om te weten waar we op aarde staan". Minister Van Grembergen (r) en burgemeester Frank Beke (m) op zoek naar een nagel in het asfalt. Op 7 februari werd die assistentie uit de hemel gebruikt om archeologische opgravingen op het Sint Pietersplein in Gent in kaart te brengen. Dit onderwerp was bewust geko zen om aan te tonen hoe met moderne en hedendaagse middelen archeologische structuren uit het verleden kun nen worden vastgelegd. Vooraf hadden de FLEPOS-mede- werkers een aantal nagels in het asfalt van het Sint Pieters plein geklopt, en het was aan de gastheer, burgemeester Frank Beke van Gent, en aan Minister Van Grembergen om die terug te vinden met behulp van een GPS-ontvanger. Projectleider Wim van Huele van FLEPOS. Wim Van Huele, projectleider van het FLEPOS-project, geeft in het controlecentrum in Brussel uitleg over het FLEPOS- systeem, en hoe de, door de landmeter gewenste meet- nauwlceurigheid wordt bereikt door gebruik te maken van het nieuwe GPS-netwerk. De achtendertig vaste referentiestations zijn 'geplant' op plaatsen waar een vrije ontvangst is gewaarborgd en de kans op verstoring (bijvoorbeeld door baldadigheid) mini maal is. Vaak zijn de ontvangers gemonteerd hoog op over heidsgebouwen, waar ze dag en nacht signalen van alle ronddraaiende satellieten ontvangen. De ontvangen signa len worden vierentwintig uur per dag doorgezonden naar het controlecentrum in Brussel en daar verder bewerkt. Voordeel van de plaatsing op overheidsgebouwen was de mogelijkheid dat daarbij ook gebruikgemaakt kon worden van de communicatienetwerken en computerverbindingen van die diensten, wat kostenbesparend werkt. Vermeldens waard is dat de referentiestations zijn uitgerust met Leica- apparatuur en Trimble-software, maar het werkt verder vol ledig onafhankelijk van gebruikte systemen of hardware. GEODESIA 2003-3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 31