kabinetsbeleid inzake 'markt en over heid' (waarvoor een wetsvoorstel bij de Staten-Generaal ligt), waardoor het niet uitgesloten is dat een Kadaster activiteit ook een marktactiviteit kan zijn; daartoe wordt hier de prin cipemogelijkheid geopend. Natuur lijk gelden daar wel allerlei afwegin gen bij (p. 11). Deze uitbreiding moet, aldus de MvT, verband houden met de gespecificeerde taken van art. 3 en "niet onverenigbaar zijn" met de doeleinden van art. 2. Overigens ligt het "niet in het voornemen om op korte termijn gebruik te maken van dejze] mogelijkheid" - zonder dat de MvT daar verder op in gaat - en voorts "zullen bij de levering van (delen van) de geografische basisgegevens geen gegevens worden toegevoegd, die af komstig zijn uit een andere bron dan de gegevens die zijn opgenomen in de door het Kadaster gehouden registra ties en kadastrale kaart" (p. 10). Het zijn wel wat veel geruststellende for muleringen; men verwacht op dit punt kennelijk enige discussie... tal partijen genoemd die in ieder geval deel uitmaken van de gebruikersraad; de Raad van Bestuur van het Kadaster re gelt verder de samenstelling van de raad en zijn kamers, of één persoon namens dezelfde organisatie in beide kamers vertegenwoordigd kan zijn, en dergelijke. De beide kamers zullen overigens zelfstandig opereren (nieuw artikel 16a); het bestuur kan wel desgewenst overleg voeren met beide kamers gezamenlijk. De TDN blijft de eerste jaren in het gebouw in Emmen gevestigd. Gebruikersraad Omdat het Kadaster nieuwe taken krijgt, wordt ook voor de gebruikers raad die art. 16 van de Organisatiewet Kadasterwet voorschrijft, een nieuwe structuur gecreëerd. De raad gaat uit twee kamers bestaan: één voor de tra ditionele kadastrale taken, en één voor de nieuwe (topografisch-geografische) taken. In de wetstekst wordt een aan- Geografische gegevens genoemd in art. 98a, lid 1 a. bebouwing: type, functie, hoogte, status en naam; b. wegen, straten en paden: wegtype, hoofdverkeersgebruik, fysiek voorkomen, verhardingsbreedte, verhardingstype, aan tal rijstroken, status en naam of nummer; c. railverbindingen: verkeersgebruik, fysiek voorkomen, spoor breedte, aantal sporen, status en bijzondere kenmerken; d. wateren: watertype, breedteklasse, hoofdafwatering, gebruik, fysiek voorkomen, stroomrichting, status en naam; e. terreinen: landgebruik en fysiek voorkomen; f. inrichtingselementen: type, functie en naam of nummer; g. reliëf: terreinhoogte, hoogtelijnen, dieptelijnen en reliëf vorm; h. getrianguleerde punten: fysiek voorkomen; i. gebieden: administratieve, functionele en geografische gebie den en beheersgebieden. Meer informatie In dit artikel zijn de kernpunten van het wetsvoorstel en de bijbehorende toelichting behandeld. De MvT geeft ver der een goede en uitgebreide omschrijving van de achter grond van het wetsvoorstel, de aard van de taken van de TDN en de redenen om deze taken bij het Kadaster onder te brengen, de hoofdlijnen van het wetsvoorstel en een aantal bijbehorende aspecten. Ook wordt er van de gelegen heid gebruikgemaakt om enkele andere bepalingen in on der andere de Kadasterwet aan te passen. De tekst van het wetsvoorstel en de memorie van toelichting kunnen wor den opgevraagd via www.overheid.nl, rubriek Wet- en regel geving, onder kamerstuknummer 28748. Achtergrondin formatie geeft ook het interview met de heren Besemer en Smit in Geodesia 2002 no. 5, p. 184-186. Praktische gevolgen voor de TDN Omdat de interne bedrijfsorganisatie bij het Kadaster niet bij wet wordt vastgesteld, zegt het wetsontwerp niets over de nieuwe naam van de TDN. Maar in de MvT wordt, haast terloops, een aantal keren melding gemaakt van het bedrijfs onderdeel "Topo grafische Dienst van het Kadas ter", en ik neem aan dat die naam niet 'zomaar' is ontstaan. Over de vestigings plaats bepaalt het wetsontwerp evenmin iets. De MvT biedt hier concre te aanknopingspunten: de TDN zal "de eerste jaren" ge huisvest blijven in Emmen" (p. 19), en dat wordt aange vuld met de mededeling dat het Kadaster de ruimte die de TDN "daadwerkelijk in gebruik heeft" voor minimaal vijf jaar zal huren van Defensie (p. 30). Voorts bepaalt het wetsvoorstel dat al het personeel van de TDN en alle ver mogensbestanddelen "die aan de TDN worden toegere kend" over zullen gaan naar het Kadaster, maar het be paalt niet dat de Topografische Dienst wordt opgeheven. Dat zal vermoedelijk niet nodig zijn omdat de TDN feite lijk niet méér is dan een afdeling van het Ministerie van Defensie; het opheffen daarvan hoeft niet bij wet te ge beuren. GEODESIA 2003-3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 35