Uil de tee p&fo Opheffen Geodesie ramp n /lutotd "Siecft De belangrijkste gebeurtenis in ons vakgebied de afgelopen maanden is het opheffen van de afdeling en de opleiding Geodesie aan de TU Delft. Over de gevolgen voor ons vakgebied is de afgelopen maanden veel gesproken en is ook het nodige ge schreven. In de eerste commentaren overheerst de verbijstering over deze stap van het College van Bestuur van de TU Delft. Er wordt zelfs gesproken van een 'nationale geo-ramp'. Maar, is er echt sprake van een nationale ramp of staan we aan het begin van een nieu we fase met nieuwe mogelijkheden voor ons geo-werkveld? Persoonlijk nijg ik naar het laatste. Laten we eerst even terugblikken op de gebeurtenis sen van de afgelopen jaren, die de aan leiding zijn geweest tot de stap van het College van Bestuur. Al jaren is het duidelijk dat het niet goed gaat met de opleiding Geodesie in Nederland. De studentenaantallen lopen ieder jaar terug en als gevolg hiervan is de stemming in Delft er niet beter op geworden. Bij veel geo-bijeen- komsten in ons land was, na enige bor rels, de dalende instroom van studen ten in Delft een vast gespreksonder werp. Een leuke studiedag eindigde dan vaak in een wat zorgelijke stem ming. Het opheffen van de opleiding Geodesie was onvermijdelijk. Want laten we eerlijk zijn, uiteindelijk draait het bij een universiteit toch om de studenten. Je kunt je binnen een universiteit nog een aantal jaren staande houden met goed of zelfs excellent onderzoek, maar uiteinde lijk zijn het de studenten die je be staansrecht bepalen. Laten we de impact van de ontwikke lingen eens bekijken vanuit de invals hoeken medewerkers, studenten en het geo-werkveld. Voor de medewerkers van de afdeling Geodesie is het opheffen uiteraard een schok. Een reorganisatie is altijd verve lend en veroorzaakt veel onrust onder het personeel. Maar veel verlammen der is de dreiging van een reorganisa tie! De afgelopen jaren hing deze drei ging steeds in de lucht en bepaalde in sterke mate de stemming in Delft. Voor de medewerkers is die duidelijk heid er nu en kan gestart worden met het bouwen aan de nieuwe organisa tie. De tweede groep betrokkenen zijn de studenten Geodesie. Ik vind het lastig om de emotionele toestand van de stu denten in te schatten, maar uit eigen ervaring in Wageningen weet ik dat studenten zich erg ongemakkelijk voe len bij een studierichting met te kleine aantallen. De mogelijkheden voor sociale interactie zijn beperkter en sociale controle is, vaak onbedoeld, groot. Een keer niet op college of prac ticum verschijnen na een avondje doorzakken in de kroeg wordt direct opgemerkt. Daarnaast worden de stu denten vaak onbewust door de docen ten herinnerd aan de kleine studen tenaantallen en dat bepaalt de stem ming. De studietijd krijgt op deze wij ze een wat zorgelijk karakter en dat is niet bevorderlijk voor de ontwikkeling van de student. Als derde invalshoek tenslotte de effec ten op het geo-werkveld. Delft heeft altijd een belangrijke rol gespeeld op het vlak van geomatica-onderzoek in Nederland. Ze zijn zeer intensief be trokken bij studiedagen over diverse onderwerpen en publiceren ook fre quent over onderzoek in tijdschriften. Ik verwacht dat de huidige reorganisa tie hieraan gelukkig weinig zal veran deren. Zoals het er nu naar uitziet zul len de onderzoeksactiviteiten worden gecontinueerd. Een ander punt is het verdwijnen van het beroep van 'Geodetisch Ingenieur'. Binnen het werkveld roept dit ogen schijnlijk nog wel de meeste sentimen ten op. Ik snap dat eerlijk gezegd niet zo goed. Buiten de beperkte kring van ons werkveld sprak het begrip Geode tisch Ingenieur totaal niet aan. Het opheffen ervaar ik dan ook niet als een echte ramp. Mijn eigen oorspronkelij ke beroep 'Bodemlcundig Ingenieur' bestaat al jaren niet meer. Ik moet u bekennen dat ik hiervan nog nooit een nacht wakker heb gelegen. Ik weet zelfs niet eens meer in welk jaar de opleiding is veranderd in de huidige studierichting 'Bodem, water en atmos feer'. Door ons vakgebied is het niet meer beschikbaar komen van de Geo detische Ingenieurs goed op te vangen. Temeer daar de kans op meer afgestu deerden met een geo-informatieprofiel uit Delft zeer reëel is. Ik verwacht dat aansluiting van de Geo-masters bij de brede bachelors Luchtvaart- en ruimte vaarttechniek en Bouwkunde uitein delijk meer studenten met een geo- informatieprofiel zal opleveren. Het zijn dan wel geen geodeten meer, maar daardoor zeker niet minder waardevol voor ons vakgebied. Een vakgebied dat juist zijn kracht en elan haalt uit multidisciplinaire samenwer king tussen vele opleidingen. Samenvattend ben ik van mening dat het opheffen van Geodesie niet ramp zalig is. De kans is zelfs zeer groot dat de nieuwe situatie uiteindelijk meer afgestudeerden op het vlak van de geo- informatie en de aardobservatie ople vert. Dat is goed voor ons werkveld en voor de TU Delft. n O I GEODESIA 2003-3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 39