'Harde' topografie
'Zachte' topografie
7 cm
6 cm
4 cm
16 cm
RMS (x,y)
8 cm
RMS (x,y)
17 cm
Vz
5 cm
Vz
5 cm
öz
1,5 cm
tfz
3,5 cm
RMS (z)
5 cm
RMS (z)
6 cm
Toepasbaarheid FLI-MAP voor DTB-revisie
De met FLI-MAP ingewonnen DTB-objecten zijn geprojec
teerd op de controlestrings. Dit resulteert per object in een
aantal coördinaatverschillen waaruit de systematische fout
(V) en de standaardafwijking (O) zijn bepaald. Onder de sys
tematische fout wordt hier de constante fout per lijnobject
verstaan. De standaardafwijking is een maat voor de sprei
ding ten opzichte van de systematische fout. De systemati
sche afwijking verschilde qua grootte en richting per ob
ject. De nauwkeurigheid van het met FLI-MAP gereviseerde
DTB is beschreven door de 'root mean square' (RMS), wat
een maat is voor de spreiding ten opzichte van de controle
metingen. De bevindingen zijn samengevat in onderstaan
de tabel. Hierbij is onderscheid gemaakt in 'harde' en 'zach
te' topografie, waarbij verflijnen als goed idealiseerbare ob
jecten zijn beschouwd ('harde' topografie), terwijl de kan
ten weg als slecht idealiseerbare objecten zijn beschouwd
('zachte' topografie).
Vx.y
V x.y
öx.y
Tabel 1.
Nauwkeurigheid van het met FLI-MAP gereviseerde DTB.
Opgemerkt dient te worden dat de in de tabel genoemde
nauwkeurigheden gebaseerd zijn op een beperkt aantal
controlemetingen.
Uit de pilot is gebleken dat FLI-MAP ten opzichte van de tra
ditionele methoden met betrekking tot de inzet voor DTB-
revisie voor- en nadelen heeft.
Voordelen ten opzichte van terrestrische methode
Voor omvangrijke DTB-revisies (vanaf ±10 km), waarbij te
vens DTB-objecten op de rijbaan moeten worden gerevi
seerd, heeft het systeem voordelen ten opzichte van de tra
ditionele terrestrische methoden GPS-RTK of reflectorloze
tachymetrie. Zo kan met het systeem in een kortere door
looptijd en met aanzienlijk lagere kosten een DTB-revisie
worden gerealiseerd. Terrestrische metingen worden veelal
vertraagd doordat er vroegtijdig wegafzettingen moeten
worden aangevraagd, en de meetdagen kort zijn omdat
steeds vaker de weg alleen buiten de spits beperkt mag wor
den afgezet. Bovendien vormen de wegafzettingen een gro
te kostenpost. Bij FLI-MAP zijn er geen wegafzettingen no
dig en vindt de kartering, zonder het verkeer te hinderen,
achteraf op kantoor plaats. Een stuk
veiliger en comfortabeler.
Voordelen ten opzichte van
fotogrammetrische methode
De traditionele fotogrammetrische
methode voor een DTB-revisie is geba
seerd op een fotovlucht van schaal
1:4000 zonder gebruikmaking van
GPS-INS. Ten opzichte van deze metho
de heeft FLI-MAP als voordeel dat een
aantal processtappen kan worden
overgeslagen of sneller doorlopen,
waardoor de doorlooptijd een stuk
korter kan zijn. Zo hoeven er, door ge
bruikmaking van GPS-INS, geen pas-
punten te worden gelegd en ingeme
ten. Wel zijn er drie GPS-referentiesta-
tions gebruikt. Bovendien kan de kar
tering deels geautomatiseerd plaats
vinden. De processing van de data
vindt kort na de vlucht plaats, zodat
men ten behoeve van de kartering rela
tief snel de beschikking heeft over de
laserdata en video-mozaïeken.
Het voordeel van FLI-MAP is dat het sys
teem is gebaseerd op de inzet van een
helikopter die, ten opzichte van een
'fixed-wing' toestel, flexibeler inzet
baar is. Omdat men vrij laag vliegt, is
men minder weersafhankelijk wat, in
combinatie met een doorlopende laag
vliegvergunning, de slagingskans van
het doorgaan van een vlucht en het
halen van een leverdatum vergroot.
Voorwaarde is wel dat er geen water op
het wegdek mag staan, aangezien dit
verstoring geeft in de laserdata. Een bij
komend voordeel is dat men, naast een
gereviseerd DTB, tevens de beschikking
heeft over een gedetailleerd hoogtemo
del (laserdata) en digitale videobeel
den. Dit kan interessant zijn voor de
bepaling van grondverzet en voor visu
alisatiedoeleinden bij eventuele ont
werpstudies en beheerdoeleinden.
Nadelen ten opzichte van de
traditionele methoden
De DTB-specificaties zijn ten aanzien
van de nauwkeurigheid en volledig
heid vooralsnog niet helemaal ge
haald. Conform de DTB-specificaties
geldt voor 'harde' topografie een
nauwkeurigheid (RMS) van 5 cm in x,y
en 9 cm in de z-coördinaat. Voor 'zach
te' topografie is dit 15,5 cm in x,y en
12,5 cm in de z-coördinaat. In de plani
metrie is een lagere nauwkeurigheid
gehaald. Dit geldt voor zowel 'harde'
GEODESIA 2003-4