Een enthousiaste Vlaardinger vertelt zijn ervaringen
Jan de Kruif,
redacteur.
zijn standaard aanwezig de grootscha
lige basiskaart, (deze is wijkgericht op
gebouwd), de grondslag inclusief de
zogenaamde unieke punten (hoeken
van huizen) en de kadastrale kaart.
Voor de bijhoudingsmetingen (Vlaar-
dingen noemt dit de mutatieregistra
tie) wordt de pencomputer gekoppeld
met een tachymeter. Op de pencompu
ter wordt nu de grootschalige kaart
van de betreffende wijk opgeroepen,
wordt een meetbestand aangemaakt
en wordt de grondslag van de wijk als
reference file onder het meetbestand
geplaatst. Voor kleinere bijhoudings
metingen wordt gekozen voor een be
kende standplaats of een vrije opstel
ling vanwaaruit de mutaties worden
gemeten. Voor de plaatsbepaling van
de vrije opstelling wordt naar tenmin
ste drie grondslagpunten of unieke
punten gemeten. Op de pencomputer
is direct te zien of deze metingen vol
doen aan de strenge nauwkeurigheids-
eisen (maximaal 1 cm verschil en 5
mm per 100 m). Vervolgens wordt de
mutatie gemeten, waarbij met de pen
computer de codering wordt opgege
ven, zoals hoofdgebouw, rijbaan (fig.
2). Op het scherm is nu de mutatieme
ting direct zichtbaar, zodat de volle
digheid van de meting en aansluitin
gen op bestaande topografie direct
worden gecontroleerd. De landmeet-
ploeg gaat dan ook naar kantoor met
een compleet mutatiebestand dat di
rect door de landmeter in het moeder
bestand kan worden gekopieerd. Voor
grotere metingen wordt uiteraard van
uit meerdere opstelpunten gemeten,
die samen de grondslag vormen. Deze
grondslag wordt direct door de pen
computer berekend en gecontroleerd;
in dit geval worden de meting en de
vereffening door de binnendienst ver
werkt. Volgens Theo Robben heeft deze
werkwijze grote voordelen boven de
werkwijze waarbij via een codeblok de
codering wordt ingegeven, want:
de ploeg gaat met een complete mu
tatiemeting naar kantoor; zij hoeft
nooit terug omdat bijvoorbeeld de
aansluiting niet klopt, of de meting
niet voldoet aan de nauwkeurig-
heidseisen;
de goede code wordt altijd meegege
ven. Op het scherm ziet de landme
ter de mogelijkheden in volgorde
Pencomputer in
Vlaardingen
Sinds twee jaar maakt de sector Geo-informatie van de
gemeente Vlaardingen gebruik van de pencomputer
en de medewerkers zijn zo enthousiast, dat ze hun er
varingen graag onder de aandacht van hun vakgenoten wil
len brengen. Theo Robben van de buitendienst demon
streert de pencomputer aan de redacteur en laat alle snuf
jes zien (fig. 1). Inmiddels heeft Vlaardingen een tweede
pencomputer aangeschaft. De beide pencomputers worden
voor diverse toepassingen gebruikt, terwijl er plannen zijn
voor een aantal nieuwe toepassingen. Het zijn volgens Al-
bert Tielcen, hoofd van de sector Geo-informatie, de parade-
paardjes van de sector.
We beginnen met de bij houding van de grootschalige basis-
kaart (Vlaardingen behoort tot de vijfentwintig zogenaam
de TPG-gemeenten in Zuid-Holland). Op de pencomputer
Fig. 1.
Theo Robben met
de pencomputer.
GHODliSIA 2003-4