Kunnen 'gemeenten verantwoordelijk zijn voor topografie'? Reactie Hoewel ik het eigenlijk niet van plan was, heb ik alsnog be sloten om opnieuw te reageren op een artikel in Geodesia met betrekking tot de GBKN, in dit geval een interview dat Ad van der Meer en Jan de Kruif hadden met E. Scheltes en LA. Smit in Geodesia 2003 no. 2. Schel- ÉÉjj tes en Smit nemen in dit interview geen blad voor de mond, gezien een aantal ferme uitspraken die zij over de GBKN en het LSV doen. Blijkbaar was het artikel 'Topografie is essentieel voor gemeenten' in Geodesia 2002 no. 7/8 nog niet voldoende om het standpunt duidelijk te maken omtrent de verantwoordelijkheid van ge meenten voor topografie en vinden ze het nodig om hun kri tiek op de gang van zaken in het GBKN-werkveld nogmaals via een interview naar buiten te brengen. Inhoudelijk lees ik echter niets nieuws. Zo wordt het recht van gemeenten om de verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen topografie hen ook door het LSV GBKN niet ont zegd, integendeel. Binnen de Regionale Samenwerkingsver banden wordt algemeen het beleid gevoerd om aan gemeen ten die dit willen en kunnen de verantwoordelijkheid te ge ven voor de bijhouding van de GBKN van hun grondgebied, overigens wel op marktconforme wijze. Het heeft naar mijn mening dus geen zin om specifiek in te gaan op allerlei uitspraken die worden gedaan, zoals meer belang dan 30% van de gemeenten, norm-GBKN niet geschikt, achterhaalde beheerstructuur, primaat bij de gemeenten, enzovoort. Wat ik zo jammer vind is, dat er zo weinig inhoudelijke alternatieven of voorstellen worden gedaan hoe het dan in de ogen van de twee hoofden Landmeten en Vastgoedinfor matie wèl geregeld zou moeten worden. Net als het LSV GBKN komen zij tot de conclusie dat er nog minstens vijf jaar nodig zal zijn om een en ander te gaan regelen als Au thentieke Registratie. Veel zal hierbij afhangen van de rol van het Rijk. Helaas kan ik me momenteel niet aan de in druk onttrekken dat op dit gebied de ambitie bij het Rijk eerder terugloopt dan dat er actief naar de inrichting van Authentieke Registraties wordt gestreefd. Het LSV GBKN heeft dit al eerder onderkend en heeft op basis van het on derzoeksrapport 'Eén grootschalige topografische kaart voor Nederland' van K+V, mede uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van VROM, ervoor gekozen om uitvoering te geven aan de aanbevelingen uit dit rapport. De allereerste aanbeveling houdt in, doorgaan met de weg die in 2001 is ingezet en die kortgeleden is geformaliseerd door de op richting van het nieuwe Landelijke Samenwerkingsverband LSV GBKN. Hiermee is de basis gelegd voor een stabiele be- heersituatie. Dit is minimaal nodig om in de toekomst de GBKN te kunnen laten uitgroeien tot Authentieke Registra tie. Als het Rijk in de toekomst nog iets wil op dit gebied, dan is het werkveld in ieder geval georganiseerd en partij. Over het streven om van de GBKN op termijn een Authentieke Registratie te maken, is er dus geen verschil van me ning. Blijkbaar wel over de weg waar langs dit kan gebeuren. De enige opmerking die ik verder van de beide heren lees over het hoe, is dat je onderscheid moet maken tussen de structuur en de samenwerldng. "En de samenwerking moet je natuurlijk zo veel mogelijk behouden; gooi niet weg wat je al hebt bereikt". Ik vind het vreemd dat men dan een oproep doet aan gemeenten die problemen hebben in sommige regio's om zich maar aan te sluiten bij de TPG. Hiermee wordt juist de bereikte samenwerking in die re gio's zwaar onder druk gezet. Aan de andere kant wil men als TPG wel graag meedoen met het landelijke GBKN- loket, mits het LSV zich voldoende onaf hankelijk blijft opstellen. Ook hierover is er geen verschil van mening met het LSV GBKN, maar weer wel over hoe je dit dan kunt organiseren. Ook hierop heb ik tot op heden nog geen antwoord gekregen wat dan onder voldoende on afhankelijk moet worden verstaan. Helaas kiezen de TPG ervoor om niet mee te doen met het LSV GBKN. Het is overigens de vraag of de besturen van hun gemeenten hiervan wel op de hoogte zijn en of ze de visie van de TPG delen, maar dit terzijde. Door niet- deelname kunnen ze in ieder geval al leen via de vertegenwoordiger van de VNG invloed uitoefenen, die overigens met de belangen van 489 minus 25 ge meenten rekening moet houden. Daar om wil ilc de TPG nogmaals uitnodigen om op zijn minst in gesprek te komen met het nieuwe bestuur van het LSV GBKN of met de VNG. Uiteindelijk zie ik meer overeenkomsten dan verschil len, alleen over de weg waarlangs we de uiteindelijke doelen kunnen berei ken is er verschil van mening. Op dit punt zou ik naar een compromis wil len zoeken, maar dat kan alleen geza menlijk, vandaar mijn uitnodiging. Landelijk Samenwerkingsverband ir. LM. Murre, directeur-secre taris LSV GBKN. GEODESIA 2003-4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 33