Conclusie
Literatuur
Summary
Import en export
Naast functionaliteit voor mutaties in de backoffice biedt
NGDW de mogelijkheid om bestanden van derden te impor
teren in de centrale opslag. Hierbij kan worden gedacht aan
de kadastrale kaart en bestanden van de Topografische
Dienst. Door NGDW worden controles uitgevoerd en objec
ten gevormd. Met een snapshot kunnen bijvoorbeeld gege
vens uit een administratief kadastraal systeem worden
meegenomen. De volledigheid kan daarbij worden gecon
troleerd. Doordat alle mutaties van de basiscomponenten
zijn vastgelegd, is export voor afnemers in de vorm van
NEN1878 'startbestanden' op iedere gewenste peildatum
mogelijk. Ook 'was/wordt-bestanden' voor iedere gewenste
begin- en einddatum kunnen worden aangemaakt.
Kwaliteit van ruimtelijke informatie wordt steeds belang
rijker. Een objectmodel en een product dat zorgt voor de
bewaking van dat model, zijn een noodzaak. Opslag in een
ruimtelijke (Oracle-)database maakt de gegevens voor een
groot aantal applicaties en daarmee
gebruikers toegankelijk. De opslag
van geometrie en administratieve ge
gevens in één database en de moge
lijkheid om die gezamenlijk op te vra
gen, vergemakkelijken het raadple
gen.
Zo evolueert de kaart naar zijn vol
gende levensfase. Daarin kan daad
werkelijk sprake zijn van leidende
administraties waarin objecten wor
den beheerd, die ook geometrische
attributen hebben. Het objectmodel
en de opslagstructuur prikkelen ons
om op een nieuwe manier tegen de
bijhouding van de kaart aan te kijken.
Technisch gezien wordt het immers
buitengewoon eenvoudig om acties
uit te voeren op de geometrische attri
buten van een object als gevolg van
administratieve mutaties. Er komt
een moment dat de afdeling Bouwtoe
zicht er zelf voor zorgt dat bij het ver
lenen van een sloopvergunning het
gebouw ook automatisch uit de kaart
verdwijnt, zonder dat iemand daar
iets voor hoeft te doen. Afdelingen
geo-informatie gaan een nieuwe rol
spelen: zij zullen deze processen vak
inhoudelijk moeten faciliteren en
regisseren. Zij zullen dus nadrukkelij
ker aanwezig zijn binnen allerlei
bedrijfsprocessen. Naast technische
voordelen zal deze ontwikkeling op
termijn meetbare verbetering van de
in- en externe gemeentelijke informa
tievoorziening opleveren: er ontstaat
samenhang tussen zelfstandige deel
processen, doorlooptijden worden
Fig. 6a.
GBKN van een
stuk binnenstad
(bron: gemeente
Groningen).
Fig. 6b.
Opdelingsobject weg
verdeeld in rijbaan
en trottoir, en
opdelingsobject
terrein deels
ingericht met
plantsoen.
Fig. 6c.
Inrichtingsobject
gebouw 'bovenop'
opdelingsobject
terrein.
Fig. 6d.
Panden als verdere
inrichting bovenop
inrichtingsobject
gebouw.
korter en informatie wordt onderling
consistenter. Administratieve gemeen
telijke organisatieonderdelen zouden
er goed aan doen hun belang in deze
ontwikkeling te herkennen en te on
derkennen.
[1] Nederlands Normalisatie-instituut,
NEN 3610 Terreinmodel Vastgoed. Ter
men, definities en algemene regels voor
de classificatie en codering van de aan
het aardoppervlak gerelateerde ruimte
lijke objecten.
UDC 01.4:69:001.4:681.3:003.62,
juli 1995.
[2] Landelijk Samenwerkingsverband
GBKN, Objectencatalogus GBKN.
Documentnummer 98/05.241,
september 1998.
[3] Landelijk Samenwerkingsverband
GBKN, Referentie inhoud GBKN, versie
2.0. Documentnummer 00/05.180,
november 2002.
[4] VNG, GFO Basisgegevens 2 (1998),
december 1998.
[5] Oosterom, P.J.M. van J.E. Stoter,
De balans tussen geometrie en
topologie. Geodesia 2003 no. 2.
The Management of Quality of Spatial
Information
The demands on spatial data regarding
availability, quality and actuality are in
creasing. These are met by storing objects
with spatial and non-spatial attributes in
one integrated database. An object model
describes the object properties and their rela
tions. The Dutch standard on this topic is the
'land-information terrain model' (NEN3610).
Points and lines from the national large
scale topographic base map (GBKN) are the
building blocks for spatial objects. NedGeo-
Data Warehouse is able to create objects
according to the model from these building
blocks and store them seamless, including
history, in an Oracle database. Maintenance
is possible with standard CAD software.
KEYWORDS
geo-information engineering,
structures, system description
data
TREFWOORDEN
geo-informatievoorziening, gegevens
structuren, systeembeschrijving
GEODESIA 2003-5