Veilig werken langs de weg Fig. 5. instructie uit ons eigen handboek IPC Groene Ruimte: auto als actieframe, geen inleidende bebording. Ga er maar niet van uit dat de weggebruiker rekening houdt met de mensen die langs de weg werken. Velen doen dat wel, maar (te) velen ook niet, met alle gevaren van dien. De landmeter die langs de weg staat, heeft dus veel te ver liezen en heeft er dus veel baat bij om het gevaar uit de weg te gaan en waar dat niet kan, te minimaliseren. Dat zit voor een groot deel in zijn gedrag, zijn begrip van de risico's en het juiste gebruik van de hulpmiddelen. Om hem hiermee te helpen is een cursus gegeven, een handboek op maat ver vaardigd en zijn nieuwe en betere hulpmiddelen aange schaft. Al snel constateerden we dat de regelgeving die de CROW heeft ontwikkeld, hoewel zeer gedegen en veilig, niet zonder meer toepasbaar is in de landmeetkundige praktijk. De belangrijkste stap was om de binnen de richt lijnen toegestane risico-analyse uit te voeren en daarmee tot praktische oplossingen te komen. Deze oplossingen zijn per situatie uitgewerkt in een voorbeeld dat is opgenomen in het handboek. De risico-analyse en het handboek zijn ver vaardigd door een adviesbureau, IPC Groene Ruimte, dat er varing heeft met veilig werken langs de weg. In fig. 3 t/m 6 is geïllustreerd hoe 'vroeger' werd gewerkt, de richtlijn vol gens de CROW, de richtlijn uit ons eigen handboek en hoe het er nu in de praktijk uitziet. de organisatie gelegd, en is het de taak van het management om dit te onder steunen en mogelijk te maken. Verant woordelijkheden en afspraken worden zo expliciet mogelijk vastgelegd. Als uitvloeisel van de RIE is er aanvul lend veiligheidsbeleid geformuleerd voor de landmeetkundige buitendienst. Daar waar mogelijk worden onveilige situaties vermeden of ontlopen, door: de planning van het werk aan te passen, bijvoorbeeld meetwerk uit te voeren nadat een verontreinigde locatie is schoongemaakt; de organisatie van het werk aan te passen, bijvoorbeeld op tijden me ten dat er weinig verkeer is, bijvoor beeld 's-nachts of voordat een nieu we rotonde wordt opengesteld; metingen niet zelf uit te voeren, maar gegevens bij anderen (zonodig met verrekening van kosten) te ha len, zoals gegevens van NS over spoorbanen en van Rijkswaterstaat over snelwegen; de werkzaamheden technisch zoda nig uit te voeren dat onveilig hande len niet nodig is, zoals het toepassen van een 'voorwaartse insnijding'. In het beleid zijn verder regels vastge steld voor de uitvoering van landmeet kundige werkzaamheden en het ge bruik van persoonlijke, autogebonden en algemene beschermingsmiddelen. Fig. 6. De nieuwe praktijk: de auto met actieframe in gebruik, grote verkeerskegels. Bij de risico-analyse is er ten eerste een splitsing gemaakt tussen 'staand' en 'lopend' werk: de medewerker achter ta- chymeter of waterpas is statisch en moet in een werk vak staan, de medewerker met prisma, baak of GPS is dyna misch, loopt rond buiten het werkvak en is bijna niet te be schermen. De keuze voor de veiligheidsmaatregelen voor de instrumentopstelling wordt hierbij bepaald door de situ atie: wegtype: van 80 km doorgaande wegen tot woonerven; plaats van de opstelling van het instrument (naast, tegen of op de weg); tijdsduur van de meting, van een paar minuten bij een doorgaande waterpassing tot een uur voor een grote in meting. GEODESIA 2003-5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 19