TU Delft SCRIPTIES Registratie van airborne- en ter- restrische laserdata Modelleren van 3D-ruimtelijke objecten in een Geo-DBMS met behulp van een 3D-primitieve van de verkiezingsuitslag op de web site van Nova. Hieruit blijkt bijvoor beeld overduidelijk dat Groningen en Drenthe massaal PvdA hebben ge stemd. Het Wetenschappelijk Statis tisch Agentschap van NWO is verant woordelijk voor het beheer van de di gitale kaart. Het agentschap ontsluit sinds 1994 gegevensbestanden voor de wetenschap. Bekendste bestanden zijn de microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek, het tijdsbestedings- onderzoek van het Sociaal en Cultu reel Planbureau en de enquêtes onder schoolverlaters van de Universiteit Maastricht. Informatie: David van der Steen (NWO), telefoon (070) 344 09 28, e-mail: steen@ nwo.nl (NWO Onderzoeksberichten 4 maart 2003, als gezamenlijk persbericht van NWO en de Topografische Dienst Nederland) De afstudeerscripties van de TU Delft, afde ling Geodesie, zijn te verkrijgen bij de bi bliotheek, Thijsseweg 11, 2629 JA Delft, tele foon (015) 278 25 60 of278 25 68. De publi caties zijn ook aan te vragen via: www.geo. tudelft.nl/bibliotheek. Erik Claassen (Afstudeerdatum: 06-03-2003) Laserscanning is een veelgebruikte techniek voor inwinning van grote hoeveelheden 3D geo-informatie. Naast de toepassing vanuit de lucht, zoals bij het helikopter gebaseerde FLI-MAP, wordt laserscanning ook toegepast vanaf de grond. Deze terrestrische laserdata hebben een hogere punt dichtheid en een hogere puntprecisie dan de airborne laserdata. Deze data, zoals ingewonnen met de Cyrax-scan- ner, zijn echter lokaal georiënteerd, waar de airborne-data door de integra tie van GPS en INS in een bekend coör dinatensysteem kunnen worden ge- Twee Cyrax-scans geregistreerd met FLI-MAP laserdata. plaatst. Wanneer deze twee soorten laserdata worden geregistreerd kan er, naast de georeferentie van de terrestri sche laserdata, een volledig 3D-model worden gevormd van bijvoorbeeld via ducten en portalen. In dit onderzoek is gezocht naar een geschikte registratie methode. Drie registratiemethoden zijn geanalyseerd: registratie met kunstmatige aansluitingspunten, re gistratie met objectmodellen, en opti malisatie met het Iterative Closest Point-algoritme. Experimenten heb ben aangetoond dat het ICP-algoritme een gelijke nauwkeurigheid in de regi stratie lean behalen als het gebruik van kunstmatige aansluitingspunten, hoe wel controle op een correcte uitlij ning nodig blijft. Omdat kunstmatige aan sluitingspunten in airborne-laserdata vanwege de relatief lage puntdicht heid niet zichtbaar zijn, is het ICP-algo ritme een geschikt alternatief. Het ge bruik van objectmodellen is een min der geschikte methode, omdat de modelleernauwkeurigheid hierbij een grote invloed heeft. Voor een nauw keurige registratie is in alle gevallen een gedegen scanontwerp van belang. Hoge resolutie foto- en videodata zou den in de toekomst kunnen bijdragen aan de registratie van laserdata. CA. Arens (Afstudeerdatum: 20-03-2003) Steeds meer applicaties zijn afhanke lijk van 3D-geografische informa tie. Deze informatie wordt het meest optimaal beheerd in een DBMS (Data Base Management System). Huidige Geo-DBMSs herkennen 3D-objecten niet; het resultaat is dat 3D-objecten niet worden ondersteund en dat DBMS-functies niet werken in 3D (bijv. er is geen validatiefunctie voor het 3D- object en andere functies werken al leen met de projectie van deze objec ten, omdat de 3e dimensie genegeerd wordt). Met de komst van applicaties die afhankelijk zijn van correcte 3D- data (bijv. 3D-kadasters en stadsont wikkeling) moeten er nieuwe technie ken worden ontwikkeld. De oplossing voor dit probleem is om een echte 3D- primitieve (bouwsteen om objecten mee te modelleren) te implementeren in het DBMS, inclusief validatiefunctie en functies die bijvoorbeeld het volu me of de afstand tussen twee objecten in 3D teruggeven. In het kader van het afstudeeronder zoek is een prototype van een 3D-pri- mitieve geïmplementeerd in Oracle Spatial 9i. 3D-ruimtelijke objecten zijn opgeslagen met de polyhedron als 3D- primitieve binnen het originele Oracle Spatial geometrische datamodel. De validatie vindt plaats door te controle ren of de objecten met behulp van gel dige polyhedra zijn opgeslagen (bijv. is het 3D-object een gesloten volume?). Het gebruik van de standaard Oracle Spatial-functies is niet geschikt voor 3D-objecten, omdat deze functies al leen werken met de 2D-projectie van de 3D-objecten. Daarom zijn enkele van de meest gebruikte functies (bijv. oppervlakte, volume, punt-in-polyhe- dron en bounding box) in 3D geïmple menteerd. De polyhedra kunnen wor den gevisualiseerd in GIS- en CAD-pro- gramma's die een DBMS-verbinding kunnen maken. Verder is export naar VRML mogelijk. De implementatie van een 3D-primi- tieve in een Geo-DBMS heeft als resultaat dat 3D-geodatasets beheerd kunnen worden en dat de deur wordt geopend naar meer realistische appli caties doordat functies nu echt in 3D werken. Model van Delft met 3D-gebouwen. GEODES1A 2003-5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 43