Verwerking
van de meetploeg, Judith Maatman, in
beeld, bezig de verre grondslagpunten
met een prisma zichtbaar te maken. Als
even later Charles zelf met een prisma
in de hand de sleuf in duikt, kan de ser-
vogestuurde Geodimeter het werk al
leen wel af, en volgt gehoorzaam de
loop van zijn baas die alle puntjes die
hij nodig heeft, even markeert: koppe
lingen, boogjes, flapjes, kastjes, aan
sluitingen, kortom, alle onderdelen
van het ondergrondse netwerk waar
van de ligging op de kaart zichtbaar
moet worden. Om te weten wat wat is,
moet er wel even een codecijfer 'aan
worden gehangen'. Het meten van al
die ondergrondse spaghetti gebeurt
meestal alleen in x en y. De hoogte (z) is
vaak niet nodig voor het terugvinden
van een stulc kabel, omdat die vaak op
de voorgeschreven diepte van zestig
centimeter onder het maaiveld worden
gelegd. Net om de bocht van de weg
houdt de kabel ineens op en is verder
onzichtbaar. Dit stuk blijkt geboord te
zijn onder een oude boom door, die be
waard moet worden vanwege het lande
lijke karakter. Wat nu wordt ingeme
ten, zijn de kabels voor elektriciteit,
telefoon en andere communicatievoor
zieningen. In een eerder stadium zijn
de buizen voor gas- en water en voor
riolering gelegd. Die liggen in een die
pere laag en zijn al eerder opgemeten.
Het is van belang bij de meting niets
over te slaan, want over een paar uur
komt aannemer Hak met een graafma
chine de sleuf weer dichtgooien. Een
uurtje later is de meting klaar en ver
dwijnen Charles en Judith naar een vol
gend meetobject in een nieuwbouw
wijkbij Gendringen.
Meting in
uitbreidingsplan.
Het begin van de
nieuwe wijk
'Landelijk Wonen'
en het begin van
de ondergrondse
infrastructuur.
In het SINE-lcantoor in Zevenaar worden de opgemeten ge
gevens voor dit project uitgewerkt in AutoCAD. Vijf mede
werkers zijn bezig met de verwerking van eerder opgeme
ten informatie. Niet alleen kabels en leidingen, maar ook
topografie die gemeten is voor een stuk GBKN, een civiel
technisch project, en dataconversie. De meest toegepaste
systemen zijn AutoCAD, MicroStation en Smallworld, maar
ook nog het minder bekende LRS (Leidingen Registratie
Systeem). Daarnaast worden ook andere programma's ge
bruikt, legt Bert Takken uit, want je moet elke klant kun
nen bedienen en dus rekening houden met de programma
tuur van de klant. Dat is weieens lastig. De bestaande pro
gramma's worden steeds geactualiseerd. "We schaffen bij
voorbeeld AutoCAD 14 aan, maar als je dan werk moet uit
voeren voor een klant die nog met versie 12 werkt, loopje
het risico dat hij de gegevens niet kan lezen. Je moet dus
zorgen ook met oude versies te kunnen werken", licht Bert
Takken toe.
Het takenpakket van SINE Field Engineering wordt door
heel Nederland uitgevoerd, zij het dat concentraties zijn
waar te nemen in Oost-Nederland en Noord-Holland. Je
kunt het werk opdelen in: inmeten, tekenen of uitwerken,
gegevensverstrekking, conversie en beheer. Onder de noe
mer landmeten valt bijvoorbeeld het meetwerk voor de
HTM in Den Haag. "Daar meten we alles wat met die tram te
maken heeft", vertelt Takken triomfantelijk: "Nieuwe of te
verleggen tramrails, halteplaatsen en dergelijke vooral uit-
zetwerk. Maar we meten ook alle speeltuinen in Den Haag,
en dat zijn er heel veel".
Behalve inmeten en verwerken van de genoemde onder
grondse structuren houdt SINE zich bezig met advies en
ontwerp van velerlei distributienetten. Jaap Buscop voegt
eraan toe dat er ook een aantal mensen van SINE bij dien
sten en bedrijven wordt gedetacheerd, soms voor vele jaren.
"En als de detachering is afgelopen en naar volle tevreden
heid heeft gewerkt, mogen we vaak later bijhoudingswerk
voor die bedrijven uitvoeren. De gedetacheerden zijn dus
ook onze ambassadeurs".
GEODESIA 2003-6