Uit de Qmw De geodetisch ingenieur, die blijft "ityiddo- /Velni*t& Mijn collega-columnist Arnold Bregt meldde in zijn bijdrage in maart dat het verdwijnen van het beroep van geodetisch inge nieur geen ramp is voor het geo-werk- veld. Deze uitspraak bevat twee ele menten, die ik wil bestrijden. Als ver antwoordelijke voor de opleiding tot geodetisch ingenieur van de Hoge school van Utrecht kan ik het geo- werlcveld geruststellen: het beroep van geodetisch ingenieur verdwijnt niet. Tegelijk vind ik het verdwijnen van de opleiding in Delft wel een ramp. Ik zal zo vertellen waarom. Overigens doet Arnold ook juiste uitspraken. Ook ik ben van mening dat een opleiding met te weinig studenten niet kan blijven bestaan, hoe goed het wetenschappe lijk onderzoek ook moge zijn. Delft had al vele jaren geleden rigoureuze, diep ingrijpende maatregelen moeten nemen. Om daarmee het hart van de geodesie blijvend te laten kloppen. Twee weken geleden kwam een oudere heer mijn werkkamer binnengelopen. Hij stelde zich voor als oud-docent van een andere hogeschool. Hij was daar zeven jaar geleden ontslagen. O, dacht ik, zoekt zeker werk bij ons. Maar nee, hij was boer geworden in Midden-Ame- rika. Had daar een boerderij zonder elektriciteit, zonder telefoon, maar hij was zeer gelukkig. Dat zag je aan zijn twinkelende ogen. Kwam ook door de vrouw die hij daar had gevonden. Al leen, in het gebied waar hij woonde waren vrijwel alle wegen onverhard. Hij wilde, samen met een paar lokale vrienden, zo'n driehonderd kilometer weg gaan verharden. Welja. Daarvoor moest het gebied eerst in kaart worden gebracht. Of een student van ons dat kon doen? Eerst maar eens doorvra gen. Zijn er al kaarten? Wat voor soort terrein is het? Hoe zijn de werkom standigheden voor een landmeter daar? En zo verder. Al pratende zei ilc dat een eerste aanvulling van be staand, oud kaartmateriaal met een eenvoudige handheld GPS-ontvanger logisch leek. Aha, hoe duur zo'n ont vanger was? Waar hij die kon kopen? Als hij nou eens al die wegen met een GPS-ontvanger langsging en dan de coördinaten naar Nederland stuurde? Dan konden wij hier een kaart maken? Ja toch...? Eerst maar eens het geodetisch net werk ingeschakeld. In dat Midden- Amerikaanse land waren al vaker Nederlandse geodeten geweest en die konden mij waardevolle informatie le veren. Over geodesie in dat land, maar ook over financiën, over cultuur, over civiele techniek in die omstandighe den, over juridische verhoudingen. Dat laatste is eigenlijk onlosmakelijk met geodesie verbonden. Het hart van de geodesie, daar vraagt deze oudere heer naar. Niet naar de 'groene' geo-informatiekunde van Bregt, niet naar de technische aardob servatie van lucht- en ruimtevaart of de technische geo-informatie van Van Oosterom. Gevraagd wordt naar geo- matica, zoals blijkbaar tegenwoordig de term is. Wat is de beste inwinnings- methode voor een civieltechnische toe passing, rekening houdend met finan ciële, juridische en planologische as pecten? Het is een voorbeeld. Zijn er meer voor beelden? Zijn die ook in Nederland te vinden? Jazeker. Kijk naar het tv-pro- gramma 'De Rijdende Rechter'. Dat gaat meer dan eens over het grensvlak tussen geodetische techniek en geode tisch recht en geodetische planologie: springlevend en middenin de maat schappij! De geodetisch ingenieur is springle vend. De problemen die onze afstu deerders krijgen voorgelegd, bewijzen het. De vraag naar onze afgestudeer den bewijst het. Recentelijk hebben we onder de hon derdtwintig afgestudeerden van de laatste tien jaar een enquête uitgezet. We wilden weten wat de competenties zijn, die een afgestudeerd geodetisch ingenieur moet hebben. Bijna vijftig procent stuurde een antwoord terug. Eén van de vragen ging over het be roepsprofiel. De meest voorkomende woorden in de antwoorden: geo-infor- matie en landmeetkunde, vaak in com binatie. Op academisch niveau verdwijnt de geodetisch ingenieur. Gelukkig niet op hbo-niveau. En gelukkig kan sinds 1 september 2002 een hbo-bachelor zijn studie vervolgen in een wetenschappe lijke master. De Utrechtse geodetische ingenieur zal een belangrijke rol blij ven spelen in het lenigen van de noden van het beroepsveld. We zullen moe ten bepalen hoe Utrecht de ingrijpen de maatregelen lean nemen, die Delft heeft nagelaten. Want ook Utrecht kan niet bestaan zonder studenten. Wie helpt mee? GEODESIA 2003-6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 43