Rivierbedding
uit combinatie
van laser- en
sonargegevens
(presentatie P/ei/er).
Het tweede voorbeeld is het afstudeeronderzoek naar auto
matische mutatiedetectie in topografische bestanden
(ToplO) aan de hand van laseraltimetriegegevens, dat on
langs door Patrice Kessels aan de TU Delft werd voltooid. Hij
concentreerde zich vooral op het detecteren van verande
ringen in de (stedelijke) bebouwing, door gebouwen in
nieuwe laserdata te classificeren en met het bestaande
topografische kaartbestand te vergelijken. Het probleem
was dat de inwinningscriteria van de Topografische Dienst
(TDN) allerlei verschillen tussen de kaart en de werkelijk
heid toestaan. Zo hoeven bouwsels van minder dan 3m x
3m (of 4m doorsnede) niet te worden gekarteerd, evenmin
als 'tweede rij-bebouwing', schuurtjes die vanaf de openba
re weg niet zichtbaar zijn. Kleine inspringingen en uitstul
pingen mogen worden rechtgetrokken. Het systeem moet
de inwinningscriteria 'kennen' om dergelijke verschillen
tussen de kaart en de laserdata van echte mutaties te
onderscheiden. In het proefgebied in Rijswijk/Wateringen
ontdekte het systeem honderdvijfentwintig nieuwbouw-
mutaties. In elf gevallen bleken dit schuurtjes die niet ge
karteerd hoefden te worden (hoewel ze vanuit een zijstraat
wel zichtbaar waren!). De gesignaleerde gevallen van sloop
waren allemaal terecht.
Combinatie van laseraltimetrie en
echosounding
De laatste voordracht is van Norbert Pfeifer, werkzaam bij
de sectie FRS van de TU Delft. Hij beschrijft de integratie
van laseraltimetrie- en echo sounding (sonar) gegevens voor
het karteren van rivierbeddingen, onder water en aan
weerszijden. Dit was een project bij Pfeifers vorige werkge
ver, de Technische Universiteit te Wenen. Natuurlijk is echo
sounding iets heel anders dan laseraltimetrie. Een geluids
bundel is niet zo scherp als een laserstraal, maar de te
meten afstanden zijn veel kleiner, zodat de 'footprint' toch
niet al te groot wordt. Ook heeft de watertemperatuur, die
tussen het oppervlak en de bodem flink varieert, een grote
invloed. Interessant is dat de twee technieken in een aantal
opzichten veel op elkaar lijken. In beide gevallen meet men
puntsgewijs de afstand tussen de sensor en het op te nemen
object door deze uit de looptijd van een gereflecteerd sig
naal af te leiden, en bij beide worden met GPS/INS de positie
en de stand van het platform bijgehouden. Vlakbij de oever
zijn sonaropnamen niet mogelijk door de diepgang van de
boot. Als de waterstand fluctueert, kan men bij hoogwater
de sonarmetingen doen en bij laagwater de laseropnamen
maken. Een 3D-doorsnijding van de
twee datasets geeft dan precies de
kustlijn bij een bepaalde waterhoogte.
Omdat de sonarpunten veel verder uit
elkaar lagen dan de laserpunten, wer
den de eerste via een triangulatie ver
dicht tot een regelmatig rooster. Er ont
stond een probleem in de rivierbochten.
De uiteindelijke hoogtelijnen (dieptelij-
nen) vertoonden daar vreemde knikken.
De oplossing werd gevonden in trans
formatie naar een coördinatensysteem,
waarvan de ene as als het ware met de
rivier meebuigt, en de andere daar
steeds loodrecht op staat. Uiteindelijk
kwam er een model van de rivierbed
ding tevoorschijn, dat volledig voldeed
aan de doelstellingen, het inspecteren
van kribben in de rivier. Ook zijn simu
laties mogelijk, bijvoorbeeld van het
effect van de eventuele bouw van kunst
werken.
De middag werd afgesloten met een dis
cussieronde, waarin onder meer de dis
crepantie tussen de academische theo
rie en de alledaagse praktijk naar voren
kwam. Bijvoorbeeld bij het automatisch
filteren van laserpunten vinden onder
zoekers een fout van 10% al heel aardig,
terwijl er in de praktijk helemaal geen
fouten in mogen zitten! Dat neemt niet
weg dat automatisch filteren nuttig is:
er blijft veel minder handwerk over. De
discussie lijkt weer wat academischer te
worden met de opmerking dat filteren
neerkomt op het optimaliseren van
kosten/baten, gedefinieerd als het pro
duct van de foutenmatrix en een kosten
matrix. Hierover kon aansluitend, onder
het genot van een hapje en een drankje,
verder worden gediscussieerd.
GEODESIA 2003-7/8