Studiedag Europese GIS-projecten en INSPIRE Verslag Op 12 juni 2003 werd bij TNO-NITG te Utrecht een stu diedag 'Europese GIS-projecten en INSPIRE' georga niseerd door NCG, Ravi en KvAG. Het doel van de dag was de bekendheid van de Europese projecten te verbete ren, en het INSPIRE-project verder uit te werken voor Neder land. Bas Kok (Ravi) was dagvoorzitter. Hij wees er in zijn openingswoord op, dat de sprekers allen zelf een rol vervul len in de projecten. In het ochtendprogramma behandelden achtereenvolgens Roelof van Zwol (Universiteit Utrecht) het SPIRIT-project, Peter Laarakker (Kadaster) EULIS, Bert Kolk (TDN) Eurospec, en Bino Marchesini (Eurogi) GINIE (zie het kader voor bete kenis en definitie van de projecten). In aansluiting op de voordrachten konden enkele vragen worden gesteld; deze gingen voornamelijk over de financiering. De ochtend werd afgesloten met een forumdiscussie, waarvoor dagvoorzitter Kok de aftrap gaf met de vraag aan allevier sprekers welke initiatieven er in Nederland worden genomen en welke aanvullende acties nodig zijn. Laarakker wees op het belang van zowel top-down- als bottom-up- coördinatie, en de door slaggevende rol van de producenten; Marchesini wees op de verdere ontwikkeling van de SDI; Kolk stelde dat het techni sche fundament om de data bij de gebruikers te krijgen nog onvoldoende is; Van Zwol vroeg om afstemming van de 'user requirements' van de respectievelijke projecten en het invoeren van ISO-standaards. De vraagstelling uit de zaal kende als rode draad de vraag: "Wie zitten hier nu echt op te wachten?". De antwoorden uit het panel - "het gaat om behoeften op langere termijn; het gaat niet om eindgebrui- kers; het gaat niet om producten, maar om infrastructuur" - namen de onzekerheid die op dit punt kennelijk nogal leefde, niet weg. Verder werd nog gevraagd of er geleerd kan worden van de situatie in de VS. Er bestaan goe de contacten (Marchesini), maar er is daar een totaal andere bestuurlijke context (Laarakker). Na de lunch volgden presentaties over INSPIRE en over de Europese Spatial Data Infrastructure (ESDI), en werd de dag afgesloten met een forumdiscussie met de sprekers van het middaggedeel te. Achtereenvolgens behandelden Mare Vanderhaegen (DG Milieu van de Europese Commissie) het INSPIRE-pro ject in zijn algemeenheid, Paul Smits (Joint Research Centre van de Europese Commissie) de technische interopera- biliteitproblemen, en Bernard Gehrels (Geodan) de testresultaten van een Nederlands-Duitse pilot. Bastiaan van Loenen (TU Delft, Geodesie) ging in op de Europese ontwikkelingen rondom toegankelijkheid van overheidsinfor matie. In de praktijk zijn twee benade ringen te onderscheiden: enerzijds de open benadering waarbij de informa- De sprekers van de ochtend. Mirjam Deelen en Herman Quee. GEODESIA 2003-7/8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 24