In memoriam ing. P.S. Teeling (1907-2003) in 1999 een ruimteschip op Mars te pletter omdat het hoog- tegegevens in meters naar de aarde stuurde, waar het grond- team ze interpreteerde als yards, onderdeel van het Ameri kaanse stelsel van standaardeenheden. Dat was een foutje van honderdvijfentwintig miljoen dollar. "Terwijl twee eeu wen eerder het metrieke stelsel juist ontworpen was om der gelijke ongelukken te voorkomen", aldus de auteur, als historicus verbonden aan een universiteit in Illinois. In 1793 is wel een voorlopige koperen meterstaaf naar Amerika ver scheept, waar hij nog wordt bewaard in het Museum of the National Institute of Standards and Technology. Velen bleven zich verbazen over de dure en omslachtige ma nier om tot de meter te komen en dat geldt nu ook voor de lezers van Alders boek. In 1803 werden 'Satires contre les astronomes' gepubliceerd. "Moest voor het drinken van een pint, het meten met een ellenmaat, of het verzetten van de wijzers van de klok nu werkelijk de meridiaanboog worden gemeten?", aldus de auteur daarvan, die beweert stof te kunnen meten zonder de aarde te meten. Dat ik de wetenschapshistoricus Aider een rasverteller vind, zal uit het bovenstaande duidelijk zijn. Het boek zij van harte aanbevolen en is wetenschappelijk zeer verant woord met bijvoorbeeld meer dan vijftig pagina's noten. Zeker voor landmeters is lezen van dit boek een 'must'. Het verhaal van de standaardmeter is het verhaal van de op komst van een nieuwe manier van wetenschap bedrijven. Kostelijk is hoe men met meetfouten en het beperken daarvan omging. Geo desie heeft een rijk verleden! Tot slot een citaat uit Alders hoofdstuk 'De bemeterde wereld': "Maten en gewich ten zijn een gevolg van de zondeval. Ze zijn een menselijke uitvinding voor een wereld buiten het paradijs, waar schaarste en wantrouwen de scepter zwaaien en het ons lot is om te ploete ren en te sjacheren". "De instrumenten werden uitgestald op het plein en ik zag me genoodzaakt om opnieuw te beginnen met mijn lezing over geodesie, waarover ik die dag in Epinay al de eerste lessen had gegeven. De dag was bijna ten einde en het werd steeds moeilijker om nog iets te zien. Mijn publiek was heel groot. De voorste rijen hoorden me aan zonder te begrijpen. De rijen verder naar achteren hoorden minder en zagen niets. Er klonk een ongedul dig geroezemoes op, en enkele stemmen stelden één van die snel le methoden voor, in die dagen zoveel in gebruik, die radicaal door alle moeilijkheden heen sneden en zo alle twijfel het zwij gen oplegden." (Delambre, Base du Système métrique, I, p. 33-34, in: De maat van alle dingen, p. 52.) Op 12 juni 2003 overleed in zijn woonplaats Midden- meer collega Petrus Servatius (Piet) Teeling op de geze gende leeftijd van zesennegentig jaar. Collega Teeling heeft een zeer actief landmeetkundig leven achter de rug. Reeds op dertienjarige leeftijd stapte hij de landmeetkun de binnen en heeft daarvan eigenlijk nooit afscheid geno men. Begonnen bij het Kadaster in Alkmaar zwierf hij langs de standplaatsen Leiden, Maastricht, Roermond en Amersfoort, om tenslotte terug in Alkmaar de pen sioengerechtigde leeftijd te bereiken. Dat was slechts een administratieve onderbreking, want hij ging door als Land meetkundig bureau West-Friesland. Tijdens zijn kadastrale diensttijd kreeg hij bekendheid door zijn werk in landmeetkundige verenigingen zoals de VTAK, waarin hij zich inzette voor de 'zelfstandig opererende middelbare kracht'. Ook nam hij het initiatief tot de oprich ting van het Nederlands Genootschap voor Landmeetkunde (de latere Stichting Geodesia) en werd de eerste hoofdredac teur van het gelijknamige tijdschrift. Hij vertegenwoordigde de Nederlandse landmeetkunde in het Office International du Cadastre et des Régime Frontière (OICRF), welke instantie hij 'handen en voeten' wist te geven. Veel arbeid verrichtte hij voor de samenstelling van het 'Reperto rium van Oud-Nederlandse Land meters', waartoe hij heel Neder land afreisde om vijftienduizend minuutplans te onderzoeken. Teeling bleef tot aan zijn overlijden lid van de BVK. Trouw bezocht hij de bijeenkomsten daarvan en met name die van de afdeling post-actieven, waarvoor hij vaak heel lange rei zen moest maken. Als erkenning voor zijn enthousiaste en langdurige inzet werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. De VTAK benoemde Teeling tot erelid. Samen met zijn vrouw Tonny heeft hij tot aan het eind actief kunnen werken aan zijn historische onderzoeken, al speet het hem dat hij niet alles afkon krijgen. Bedankt collega Teeling voor je levenslange inzet, je belangstelling en je enthousiasme. We wensen Tonny en de familie veel sterkte toe bij de verwerking van dit verlies en wij houden Teeling in dankbare herinnering. Theo Scheele GEODESIA 2003-7/8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 28