Fasering implementatie Beleidsplan Positie en rol gemeenten Nieuwe kostenverdeelsleutel Organogram kunnen aanbieden aan nieuwe landelijke afnemers. Ge noemd kunnen worden de sector Openbare Orde en Veilig heid bij de Rijksoverheid, en het gebruik als defacto-stan- daard ondergrond bij de uitwisseling van Ruimtelijke Plan nen (bestemmingsplannen), zoals dat in het project-DURP wordt vormgegeven. Een ander belangrijk doel betreft het exploiteren tegen zo laag mogelijke kosten en in combinatie daarmee het ver breden van het gebruik. Lagere kosten voor de deelnemers kunnen onder meer worden bereikt door tegen nog lagere kosten de diverse werkzaamheden uit te voeren, en ook door de kosten over meer deelnemers te verdelen. Dat laat ste kan doordat de deelname binnen de bestaande deelne- mersgroepen nog kan worden vergroot. Ook is een optie het verbreden van het gebruik door het aanboren van nieuwe markten en het vinden van nieuwe gebruikers. Cruciaal voor het bereiken van de gestelde doelen is het suc cesvol afronden van de thans lopende bestuurlijke ontwik keling in de provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevo land. Daadwerkelijke realisatie van de gewenste ontwikke lingen kan pas echt doorgaan wanneer eerst landelijk een volledig stabiele beheer-organisatie is bereikt. In de diverse provincies blijkt de keuze van de rol en positie van de ge meenten in de samenwerking problemen te veroorzaken en het proces te vertragen. Daarom is er in het Beleidsplan voor gekozen om een fasering aan te brengen in de op korte ter mijn (2003) en op lange termijn (2004-2006) gewenste ont wikkelingen. De korte termijn betreft met name de bestuur lijke ontwikkeling in de drie provincies en het stimuleren van toetreden van meer deelnemers (gemeenten, provincies en waterschappen) tot de bestaande samenwerkingsverban den. De lange termijn betreft de invoering van een nieuwe kostenverdeelsleutel, de uitbreiding van de functionaliteit van het GBKN-loket, het vergroten van de marketing-inspan- ning, en natuurlijk de standaardisatie van de GBKN. De positie van de gemeenten in de GBKN is in de historie van de GBKN altijd al aan verandering onderhevig geweest. In de huidige tijd blijkt, met name bij het herzien van de samenwerkingsovereenkomsten in de diverse provincies in verband met het oprichten van een beheer-Stichting, dat het lastig is om voor alle deelnemende gemeenten tot be vredigende afspraken te komen over de rol die er voor hen mogelijk is. In feite bestaan er vier hoedanigheden voor ge meenten in relatie tot de GBKN: afnemer/gebruiker; beheer en bijhouding worden volle dig door het samenwerkingsverband uitgevoerd: zelfmetende gemeente, tevens afnemer/gebruiker; de ge meente verzorgt de bijhouding op dezelfde wijze als een ingenieursbureau, levert de mutaties en krijgt als ge bruiker de geactualiseerde GBKN retour; zelfmuterende gemeente; de gemeente houdt een basis bestand bij als onderdeel van haar eigen gemeentelijke informatievoorziening. Men beheert dus een moederbe stand waaruit mutaties voor de GBKN geleverd worden, Fig. 3. Organisatiestructuur van de Stichting LSV GBKN. het GBKN-bestand zelf is in beheer bij het regionale samenwerkings verband; topografie producerende gemeente; de gemeente houdt een eigen basis- kaart bij voor eigen rekening en risi co, ook als onderdeel van haar eigen gemeentelijke informatievoorzie ning. Afnemers/gebruikers kunnen hieruit een GBKN verkrijgen tegen betaling van een tarief op jaarbasis. Door de toename in belang van het gebruik van geo-informatie en dus van topografische basisbestanden in de gemeentelijke informatievoorziening worden er door de gemeenten steeds hogere eisen gesteld aan de GBKN. Ont aan de eisen van de eigen informatie voorziening te kunnen voldoen is er bij de zelfmuterende gemeenten een drang om de regie over de productie van de GBKN op te eisen. Binnen het afspraken- stelsel van een regionaal samenwer kingsverband levert dit de nodige span ningen op. Duidelijk is dat, om toe te konten aan de realisatie van de lange termijn doelen, binnen afzienbare tijd een structurele oplossing gevonden moet worden voor de veranderende po sitie en eisen van de gemeenten. Eén van de grote successen van de lan delijke Raamovereenkomst GBKN in 1992 was de afspraak over de kosten verdeling. De verdeling 20/20/4x15% - voor respectievelijk gemeenten, Ka daster en vier nutsfuncties (elektri citeit, gas, water en telecom) - bleek in de praktijk een goede oplossing in de verdeling van de kosten voor de ver vaardiging en later ook de bijhouding. Bij de oprichting van een aantal be- heer-Stichtingen in de afgelopen drie Algemeen Bestuur Stichting LSV GBKN Stichting GBKN EnergieNed Unie van Watersch Vecai Vewin VNG Essent Kadaster KPN Nuon Koepel Organisaties Secretariaat LSV GBKN 10 Regio vertegenwoordigers Top.Prod Ge mee Landelijke Participanten >5% Besturen Regionale Samenwerkings verbanden GEODESIA 2003-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 26