De spil in de Militaire Geo-organisatie informatie bezighielden, werden samengevoegd tot één geografische organisatie. Dat waren de diensten: Bureau Militaire Geografie in Den Haag; Krijgsmachtkaartenmagazijn in Steenwijk (KKM); Opleidingsrichting Militaire Geo grafie in Ede, onderdeel van de School Militaire Inlichtingen Dienst (SMID). Een andere speler in het geografische werlcveld binnen de Defensie, de TDN, begon op dat moment aan een flirt met het Kadaster. De andere drie gin gen 'samen op weg'. Vestigingsplaats werd de Elias Beekman-kazerne in Ede. Geodesia bezocht deze, voor veel landmeetkundigen en voormalige ar tilleristen historische plaats. Gastheren op ons dagje waren luite nant-kolonel (overste) Frans Visser, lui tenant-kolonel Ron Heeres en burger geo-informaticus ing. Anne Fintelman. Overste Frans Visser (van origine bouw kundige) deed de aftrap, dat wil zeg gen, beschreef de plaats en taak van zijn dienst in de totale organisatie. Hoewel de dienst pas in 2001 is opge richt, is overste Visser de tweede com mandant van deze eenheid. In maart dit jaar nam hij het commando (en het vaandel) over van overste Westerhuis. Zo gaat dat in het leger. In het commando centrum te velde speelt de kaart een belangrijke rol. Overste Ron Heeres (l) en Anne Fintelman presenteren de taken van de DGKL op het scherm. De nieuwe geografische dienst, die voortaan de kaartenbe- hoefte van de krijgsmacht moet gaan verzorgen, is GO KL ge doopt (Geografische Organisatie Koninklijke Landmacht en bestaat uit vier onderdelen: DGKL (Dienst Geografie); KKM (Krijgsmacht Kaarten Magazijn); Opleidingsrichting Militaire Geografie (School Militaire Inlichtingendienst); Mobiele Geografische Informatiepunten (lOlMilitair In lichtingen Peloton). Vandaag richten we ons in eerste instantie op de DGKL, en komen de andere onderdelen slechts zijdelings aan bod. Frans Visser is commandant van de DGKL en treedt tevens op als hoofd van de hele GOKL-dienst. Vandaar dat vaandel. Volgens overste Visser is de DGKL het belangrijkste onder deel in het geheel, de eigenlijke spil van het bedrijf en de plaats waar de meeste geo-vaklcennis aanwezig is. Die vak kennis is verdeeld over 50% burger-vakkrachten en 50% mi litairen. Nu zijn dat in totaal nog maar een tiental mede werkers, maar Visser gelooft zeker dat dit ondanks de drei gende bezuinigingen zal uitgroeien. De dienst voorziet in een onmisbare behoefte en dat belang is geaccentueerd door dit onderdeel rechtstreeks te plaatsen onder de Bevel hebber der Landstrijdkrachten (binnenkort: Operationeel Commando). De aanwezige burger-vakkrachten zorgen voor diepgaande vakkennis en continuïteit; de militairen brengen naast vaktechnische lcnow-how ook beleids- en be hoeftekennis in. Maar militairen hebben een 'doorlooptijd' van ongeveer drie jaar en worden dan meestal weer tot een andere taak geroepen. Aan overste Visser de taak om in de komende drie jaar de nieuwe dienst goed van de grond te krijgen. "Onze taak is heel boeiend en breed", zegt Visser, "we werken niet alleen voor de Landmacht, maar ook voor de Marine, de Luchtmacht en de Marechaussee. Ons doel is deze onderdelen te voorzien van de benodigde analoge en digitale geografische informatie". geodesia 2003-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 33