ti
Van papieren kaart en zijden zakdoekjes tot
digitaal bestand
Voor de tweede militaire inbreng zorgt overste Ron Heeres,
commandant van één van de DGKL-onderdelen, het Kennis
centrum (zie kader hiernaast). Ron schetst aan de hand van
een powerpoint-presentatie welke de taken van de verschil
lende onderdelen zijn en hoe ze op elkaar aansluiten. Zijn
virtuele uitleg wordt ondersteund door uitgestalde speci
men van geleverde producten, zoals kaartmateriaal dat op
de Lünerburgerheide werd gebruikt (enorme lappen papier)
tot heel kleine, op zijden zakdoekjes gedrukte overlevings-
kaartjes voor de commando's in Afghanistan. Analoge pro
ducten dus, en volgens Ron zal daaraan ook steeds behoefte
blijven, al worden tegenwoordig ook heel veel digitale gege
vens vergaard om dit te kunnen leveren. Het vergaren van
de wereldwijde geografische informatie gaat gepaard met
overleg met collega-diensten van met name de NAVO-lan-
den. Maar ook met veel andere landen zijn samenwerkings
overeenkomsten gesloten. De mensen van het Kenniscen
trum reizen dan ook de hele de wereld af voor overleg en
uitwisseling van gegevens of het verdelen van taken om tot
een gezamenlijk resultaat te komen, bijvoorbeeld een goe
de actuele werelddekkende kaart.
Er wordt internationaal heel wat af-vergaderd. Eenmaal per
jaar wordt de NATO Geographic Conference gehouden. Ver
tegenwoordigers van alle NAVO-landen bespreken dan alle lo
pende geo-zaken en maken afspraken over wat moet worden
gedaan, hoe ze het zullen doen, en wie wat gaat doen. Omdat
de NAVO een consensus-traject moet afleggen, kost dat alles
veel tijd en overleg. Om toch een beetje op te schieten wordt
veel voorbereidend werk in werkgroepen gedaan, zodat al
heel wat is bereikt. De DGKL participeert ook in een aantal
van deze werkgroepen. In de IGEO working group bijvoor
beeld zijn al heel wat afspraken gemaakt op het gebied van
standaards voor digitale en analoge weergave van terreinsitu
aties (symbolen, kleuren en dergelijke), alsmede over gege
vensuitwisseling. Het is voor de DGKL zaak om de binnen
NAVO gemaakte afspraken op MilGeo-gebied te vertalen naar
beleid binnen de Nederlandse defensie. (Zie kader op p. 355).
Voorbeeld en oefenmodel is de ervaring in 2001 opgedaan
in Eritrea/Ethiopië, waar een Nederlands mariniersbataljon
Organisatie Dienst Geografie Koninklijke Landmacht
(commandant overste Frans Visser)
Commandogroep
Verantwoordelijk voor het leiden en ondersteunen van de werk
zaamheden van de DGKL. Geeft tevens sturing aan de overige ele
menten van de GOKL.
Kenniscentrum (commandant overste R. Heeres)
Verantwoordelijk voor het beleidsadvies Militaire Geografie aan
de Bevelhebber Landstrijdkrachten. Participeert en draagt bij in
internationale overlegfora. Voorziet in de behoefte aan meteoro
logische voorlichting en geeft ondersteuning aan gebruikers van
geografische informatie in de Koninklijke Landmacht.
Afdeling Verwerving en Distributie (V&D)
Verantwoordelijk voor het verwerven en distribueren van defen-
siebrede behoefte aan geografische informatie.
Datawarehouse
Beheert de digitale grafische informatie voor defensiedoeleinden
zo efficiënt mogelijk. Hierbij wordt gebruikgemaakt van on line
distributie van digitale geografische informatie naar gebruikers.
Afdeling Productie en Actualisatie
Verantwoordelijk voor het produceren van defensiebrede behoefte
aan basis- en geïnterpreteerde militaire geografische informatie.
een VN-operatie moest gaan uitvoeren
in een volkomen onbekend gebied.
Goed en actueel kaartmateriaal was
niet voorhanden. Of er maar even voor
gezorgd kon worden. Ron laat zien hoe
met behulp van satellietbeelden van
Landsat en (oud) Russisch kaartmateri
aal op schaal 1:100.000 een start werd
gemaakt. Met aanvullingen van plaat
selijke bronnen en luchtfotobeelden
kon de kaart worden geactualiseerd.
Gevraagd werd een bruikbare en be
trouwbare kaart op schaal 1:50.000.
Stap voor stap lukte het om door ver
beteringen en opwaarderen het ge
wenste nauwkeurige resultaat te ver
krijgen, en tenslotte kon in een tijd
spanne van twee weken de wand van
het hoofdkwartier in Asmara worden
bedekt met een kaart waarop het hele
grensgebied duidelijk was weergege
ven. Het resultaat was voor alle betrok
kenen zo bevredigend, dat werd beslo
ten de toegepaste methode model te
laten staan voor toekomstige situaties.
Als basis daarvoor moet gaan dienen
een wereldwijde vectorkaart op schaal
1:250.000, geschikt om daaruit snel
grootschaliger kaartmateriaal te leve
ren als ergens plotseling een conflictsi
tuatie ontstaat. Nederland heeft daar
in de taak voor de levering van geogra
fische gegevens van enkele deelgebie
den. Probleem bij het maken van actu-
Fotowand in
hoofdkwartier in
Asmara.
geodesia 2003-9