Mobiele applicatiearchitecturen H: Handreikingen bij de keuze van de architectuur voor eei LogicaCMG heeft de laatste jaren praktijkervaring opgedaan met mobiele GIS-applicaties voor buitendiensten. Voorbeelden hiervan zijn: de boswachter applicatie voor Vereniging Natuurmonumenten voor het ontsluiten van het Natuur en Landschappen Informatie Systeem (NeLIS), een pilotapplicatie voor de Rijkswaterstaat en een inspectieapplicatie voor gemeenten voor onder andere wegen- en bomeninspecties. Voor een succesvolle mobiele applicatie speelt de architectuur van de applicatie een grote rol. Met dit artikel wordt een handreiking gegeven bij de keuze van een architectuur. 'et karakter van het bedrijfsproces, waarvoor de mo biele applicatie gebruikt gaat worden, is van grote .invloed op de architectuurkeuze. Een dynamisch proces met een tijdkritisch karakter stelt andere eisen aan de architectuur dan een statisch proces. Aan een mobiel systeem dat gebruikt wordt ter ondersteuning van calami teitenbestrijding, waarbij het belangrijk is om steeds over de meest recente gegevens te beschikken, worden andere ei sen gesteld dan aan een mobiel systeem voor milieu-inspec teurs die op basis van vergunningen de daadwerkelijke si tuatie controleren. Naast het karakter van het bedrijfspro ces spelen de volgende (technische) aspecten een rol in de architectuurkeuze: data-uitwisseling tussen het mobiele platform en de back office (systeem op kantoor); versiebeheer van gemuteerde gegevens; integratie administratieve en geografische informatie; kwaliteitsbewaking van de data. Data-uitwisseling De wijze waarop de data worden uitgewisseld tussen het mobiele platform en de backoffice, heeft de grootste in vloed op de applicatiearchitectuur van het systeem. Er zijn drie strategieën mogelijk om backoffice-gegevens te ontsluiten via een mobiel platform: 'on line', zoals bij een internetverbinding het geval is. Gegevens worden niet lokaal opgeslagen, ze zijn alleen te raadplegen en te muteren als er verbinding is met de applicatie in de backoffice; bij 'off line' gebruik worden de gegevens opgeslagen op het mobiele platform. In het veld is een verbinding met kantoor niet vereist; alle benodigde gegevens staan lokaal; 'on line/off line'; bij deze strategie wordt zowel gebruik- gemaakt van on line als offline mo gelijkheden (hybride oplossing). Al le benodigde data staan lokaal. In dien nodig wordt verbinding met kantoor gemaakt. On line werken Zoals gezegd wordt bij een on line ap plicatie in het veld verbinding ge maakt met de backoffice. Gegevens, zowel geografisch als administratief, worden via de on line verbinding ge raadpleegd met behulp van het mo biele platform. Voor elke nieuwe vraag of mutatie wordt opnieuw con tact gemaakt met de backoffice. Gege vens die op deze manier worden ont sloten, zijn altijd up-to-date. Eventue le wijzigingen in het veld worden di rect opgeslagen in de database van de backoffice. Mobiele applicaties met een on line ver binding hebben in theorie de voorkeur, namelijk om deze reden: de mobiele ap plicatie werkt dan als een dient direct op de database (eventueel via middle ware), zoals ook een applicatie op kan toor direct op de database werkt. Een extractie van de data uit de database voor gebruik op het mobiele platform is niet nodig, wat zeker bij gebruik van grote hoeveelheden geodata de voor keur heeft. Indien voor een webapplica- ing. J.J.E.R. Wijnbergen (foto), consultant LogicaCMG Geo-ICT, en B. Varkevisser, principal consultant databasesystemen. GEODESIA 2003-10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 14