ding. "Ik had me aangemeld bij de Ko
ninklijke Marine, om uit te varen naar
Nederlands-Indië. Maar aangekomen
in Londen hoorde ik op Trafalgar Squa
re dat Japan had gecapituleerd. Daar
mee viel er voor mij een bepaalde
spanning weg. En omdat het niet mijn
ambitie was om een jaar wacht te
lopen bij de marine, werd ik gedemo
biliseerd en stapte ik onmiddellijk
over naar de 'Netherlands Indian Civil
Affair Branche', een organisatie die
burger-ambtenaren naar Indië stuurde
om daar het bestuur op poten te zet
ten".
De NICA zette Lornan in als landmeter
bij de Topografische Dienst, zodat toch
weer een beroep werd gedaan op zijn
geodetische deskundigheid. Lornan
werkte op Batavia, Sumatra en Timor,
tot begin 1949. In dat jaar keerde hij
terug naar Nederland én naar het Ka
daster, nu in Arnhem. Hij was in
middels getrouwd - in 1948 met Selma
Sophie van Hutten, geboren in Balik
Papan op Borneo.
Wonend in Arnhem-Noord lag het Mu
seum Kröller-Müller nabij. Lornan be
zocht het dikwijls, en door die herhaal
de aanraking met kunst kon hij steeds
moeilijker de verleiding weerstaan om
zélf het kunstenaarschap te beoefe
nen. "Ik begon ermee in mijn vrije tijd
en dat werd meer toen je de vrije zater
dag kreeg". Als autodidact leerde hij
zichzelf verschillende technieken:
schilderen, tekenen, etsen en zeef
drukken, later aangevuld met grafi
sche vormgeving, ontwerpen voor
beeldhouwwerken, litho's en fotogra
fie. Hij had de Rijksacademie niet
meer nodig, al realiseerde hij zich: "Op
de academie kunnen ze geen kunste
naar vanje maken. Wel leer je er hoe je
een kwast moet vasthouden. Dat heeft
bij mij dus iets langer geduurd".
In 1959 kwam Lornan te werken bij
weer een andere standplaats van het
Kadaster, Groningen. Vanuit dit kan
toor werden de eerste, grootscheepse
ruilverkavelingen in Friesland en Gro
ningen begeleid. Lornan kreeg de kans
de burgemeesterswoning aan de
Hoofdstraat in Beetsterzwaag te bewo
nen, het pand waar voordien elke och-
Logo van de
Waddenvereniging.
tend om tien uur de veldwachter gedienstig rapport kwam
uitbrengen. Sindsdien is het Zuid-Friese dorp zijn biotoop.
Lornan settelde zich. Hij werd bijvoorbeeld lid (en voorzit
ter) van de kunstgroep NU, die zich afzette tegen de ver
maarde, overheersende Groningse kunstenaarsgroep De
Ploeg. Hij sloot zich ook aan bij natuurbeschermingsorgani
saties, zoals, vanaf het eerste uur, de Waddenvereniging.
Daar werd deze geodeet, die nota bene ruilverkavelings
commissies adviseerde, met achterdocht bejegend. "De ruil
verkaveling stond voor: het landschap rechttoe rechtaan in
richten. Daarom hadden natuurbeschermingsorganisaties
moeite met mij. Vrienden van me zeiden wel: 'Hij komt
over als de burgemeester in oorlogstijd' - zolang die burge
meesters aanbleven, kwam er tenminste geen enge NSB'er
voor in de plaats". Lornan trok het zich niet aan. Achteraf
constateert hij dat hij door zijn bemoeienis met de ruilver
kaveling juist "vrij vaak eraan heeft kunnen meewerken
dat allerlei landschappen intact zijn gebleven".
Zijn voorliefde voor het landschap is bovendien oprecht.
Verklaren kan hij haar niet. Loman is beducht voor gepsy
chologiseer. Hij houdt het op: "Misschien is die ontstaan
doordat ik op het platteland geboren ben". Maar op ver
schillende wijzen uit zich bij hem dat het landschap hem
inspireert, dat hij er zich innig mee verbonden voelt. Een
eerste bewijs zijn de logo's die hij heeft gemaakt voor na
tuurbeschermingsorganisaties. De meest legendarische is
die van de Waddenvereniging uit 1963, die nog altijd wordt
gebruikt, op affiches, in verenigingspublicaties, op briefpa
pier, stickers en T-shirts. "Ik heb dat beeldmerk ontworpen
toen de vereniging nog maar vijfhonderd leden had. Het
zijn er nu zestigduizend. Het is al miljoenen keren ver
spreid, maar ik vraag er geen geld voor. Ik maak die logo's
alleen voor instanties die mij aanspre
ken". Zo heeft hij ook de werkgroepen
Dollard, Noordzee, Eemsmond, Ooster-
schelde en Lauwersmeer, en de Milieu
federaties Groningen en Drenthe een
gezicht gegeven. Trots als hij is op het
aanhoudend gebruik van zijn logo voor
de Waddenvereniging, Loman hoopt niet
dat hij uitsluitend daarom als kunstenaar
zal worden herinnerd. "Weinig bekend is het
werk van Tjeerd Bottema, geboren in Lange-
zwaag. Men kent alleen zijn RVS-logo met het oudere echt
paar onder de paraplu. Ik hoop daarom dat mensen van mij
zich wat meer dan dat logo herinneren. Anders is 't wel erg
smal".
Nog zo'n bewijs van zijn bewondering voor het landschap
vormen de haiku's die Jan Loman twintig jaar geleden is
gaan schrijven. In die gedichten van drie rijmloze regels
van respectievelijk vijf, zeven en vijf lettergrepen drukt hij
'een intense natuurervaring' uit, zoals het tijdschrift Noor
derlicht recenseerde. Haiku's, zegt Loman, liggen in het ver
lengde van zijn kunstenaarschap. "In mijn werk probeer ik
beelden zo compact mogelijk uit te drukken. Dan kun je 't
ook opschrijven, want schrijven heb je op de lagere school
GEODESIA 2003-10