Mutatiesignalering door het
vergelijken van satellietop-
namen met elkaar
Fig. 4.
Nieuwe aanbouw; de GBK van de gemeente (weergegeven in geel) is over een actueel IKONOS-
beeld gelegd. De mutaties worden met een rode polygoon weergegeven.
Een unieke eigenschap van satellietop
namen is dat de satelliet na enige tijd
vanzelf weer in min of meer dezelfde
positie terugkomt. Indien dan van het
zelfde gebied een opname wordt ge
maakt, kunnen de beelden heel goed
over elkaar heen worden geprojec
teerd. In fig. 5 wordt dat geïllustreerd
door twee SAT5-opnamen (opnamen
met een pixelgrootte van 5x5 m) van
een tankopslag in de Amsterdamse Ja-
vahaven van 1999 en 2002 over elkaar
heen te projecteren in het rood, res
pectievelijk groen. Het niet verander
de deel van het beeld wordt dan geel
groen rood) en de verschillen zijn in
één oogopslag te zien als groene objec
ten op het beeld.
Voor een deel van Hoek van Holland
zijn twee SATl-opnamen met elkaar
vergeleken. De twee beelden zijn opge
nomen in de zomer van 2000 en 2002.
Dezelfde techniek is toegepast, maar
het beeld van 2002 is in het rood afge
beeld en dat van 2000 in het groen. Het
resultaat is een plaatje waarin de ver
anderingen tussen de twee periodes in
rood zijn aangegeven. In fig. 6 is een
verschuiving van de vloedlijn zicht
baar, maar ook een nieuwe strandtent
en de uitbreiding van een andere. Ook
is te zien dat de auto's niet op dezelfde
plaats zijn geparkeerd.
In fig. 7 is een huizenblok op dezelf
de manier geïllustreerd. Drie rode
vlakjes zijn zichtbaar. Twee van deze
mutaties kunnen van belang zijn in
het kader van de handhaving. De
nieuwe dakkapel kan leiden tot een
andere WOZ-aanslag en het omhak
ken van een boom gaat ook gepaard
met het verlenen van een vergun
ning en het valideren van de uitvoe
ring daarvan. De derde rode vlek be
treft de volledige en nieuwe bestra
ting van een tuin.
Voor de gemeente Littenseradiel is een satellietopname ge
bruikt om de veranderingen in bebouwing ten opzichte van
de GBK te signaleren. Op 21 februari 2003 is een SATl-opna-
me gemaakt van de gemeente. Het doel is om te kijken of
voor alle veranderingen in bebouwing (nieuwe en verdwe
nen gebouwen of delen van gebouwen) wel een vergunning
is verleend en of de verandering is aangebracht in de kaart.
De GBK van de gemeente is hiertoe over het satellietbeeld ge
drapeerd. Voor het hele gebied van 136 km2 was maar één
satellietbeeld nodig, dat snel en heel precies was in te pas
sen. In totaal zijn meer dan tweehonderdvijftig veranderin
gen in bebouwing gesignaleerd. Ter plekke is nagegaan hoe
volledig en hoe goed het resultaat was. Over het algemeen
kwamen de veranderingen goed overeen met de werkelijk
heid. De twijfelgevallen beperkten zich tot bouwkeetjes, een
mobiele melkmachine en opslagplaatsen van kuilgras. In de
ze opdracht werd een minimumgrootte afgesproken voor de
gegarandeerde mutaties. In dit geval lag die minimum
grootte op 16 m2, maar veel kleinere gebouwen, aanbouwen
en schuurtjes zijn toch gesignaleerd. De locatie van verande
ringen in gebouwen werd weergegeven met een polygoon
(fig. 4). Die polygoon kan dan worden gezien als een nieuw
'object' in de GBK, dat door de beheerder met precisie kan
worden ingemeten en ingevoerd. Bij de volgende signale
ring worden de nieuwe en de oude objecten samen meege
nomen en wordt het bij ieder object behorende stukje satel
lietbeeld vergeleken met het nieuwe beeld, zoals hieronder
wordt beschreven.
Fig. 3.
Luchthaven Schiphol
voortdurend in
ontwikkeling,
opgenomen door
IKONOS-satelliet in
voorjaar 2003.
Fig. 5.
Twee SAT5-opnamen
van een tankopslag
in de Javahaven bij
Amsterdam van
1999 (rood) en
2002 (groen).
Mutatiesignalering
door het over elkaar
heen projecteren van
twee satelliet
opnamen.
Eén van de meest
dynamische ge
bieden van Neder
land zijn natuur
lijk de vliegvel
den en hun direc
te omgeving met
bedrijven en kan
toren. Onder an
dere om het are
aal oppervlakte
water te monito-
ren (het opper
vlak mag niet onder een zeker minimum komen gezien de
bergingsfunctie van de watergangen), is de Luchthaven
Schiphol begonnen om regelmatig satellietopnamen te la
ten maken en te laten uitwerken (fig. 3).
GEODESIA 2003-10