Wetsvoorstel 'Kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken' Kadaster geeft na 170 jaar inzicht in publiekrechtelijke Naar alle waarschijnlijkheid stemt de Eerste Kamer binnenkort in met het wetsvoorstel 'Wet kenbaar heid publiekrechtelijke beperkingen onroerende za ken' (Wkpb). De Tweede Kamer ging in 2002 unaniem ac- coord met het wetsvoorstel. Het wordt ook tijd: vanaf 1976 wordt een registratie van publiekrechtelijke beperkingen (pb's) breed aanbevolen. Daarnaast moeten er nog een in voeringswet en een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) komen. Het zal dus minstens 2005 worden voordat de wettelijke regeling in werking treedt. Onder publiek rechtelijke beperking verstaan we: een beperking in ge bruik of beperking in overdracht van onroerend goed; ook schuldplichtigheden vallen eronder (bijv. ruilverkavelings rente). Net als in veel landen in Europa gaat het Kadaster ook de publiekrechtelijke rechtstoestand weergeven; het Kadaster lijkt hiermee na honderdzeventig jaar voltooid. Reeds in de twintiger jaren van de vorige eeuw is het Kadaster begonnen met de registratie van pb's. Toen werd op grond van een wet begonnen met de registratie van ge- doogplichten op grond van de Belemmeringenwet Privaat recht en het feit dat een perceel in een ruilverkavelingsblok lag. Sedertdien is er een zeer beperkt aantal (veertien) wet ten van kracht geworden, die registratie van pb's door het Kadaster voorschrijven. De huidige wetgeving is inzake de registratie van pb's heel onvolledig en niet consistent. Slechts weinige pb's zijn kenbaar door raadpleging van de openbare registers en de kadastrale registratie. In de afgelopen decennia zijn er verschillende voorstellen gedaan om gegevens over pb's systematisch te registreren op grond van een wet. Eén van de eerste pogingen is in 1976 ge daan door de Werkgroep Coördinatie Wetgeving Onroerend Beschermd natuurgebied. Goed, die een registratie heeft aanbevo len. In de jaren tachtig heeft ook het notariaat aandacht besteed aan de pb's. In het rapport van de zogeheten commissie Erftemeijer is ingegaan op de vraag of de notariële informatiever strekking mede het administratieve recht met betrekking tot de notarieel tot stand komende rechtshandelingen dient te omvatten. Er bestond nogal wat bezwaar tegen uitbreiding van de notariële informatieverstrekking. De belangrijkste argumenten betroffen het feit dat de inbreng van de notaris veelal te laat komt (de pb's spelen pri mair rond de totstandkoming van de koop), en het gebrek aan een goed toe gankelijke registratie van pb's. Ook kan het preadvies van Kleijn en Van Velten inzake de bescherming van ko pers van woningen worden genoemd. Medio jaren tachtig heeft de Ravi op dit punt onderzoek verricht en kwam met concrete voorstellen over een inter- bestuurlijk samenwerkingsmodel voor de registratie van deze beperkingen. De aanbevelingen van de Ravi hadden tot gevolg dat op basis van afspraken tus sen onder andere het Ministerie van VROM, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Kadaster, het notari aat en de makelaardij gedurende de periode 1993 - 1995 bij het Kadaster in Noord- en Zuid-Holland een pilot- registratie heeft plaatsgevonden. Deze pilot betrof een zevental soorten pb's. Vanaf eind 1996 functioneert de tijde lijke regeling inzake de registratie van pb's, zoals deze is afgesproken tussen de Staatssecretaris van VROM, het Kadaster en de VNG. Daarbij gaat het in beginsel om alle pb's van Rijk, pro vincies en waterschappen, alsmede vijf Z. Klaasse, concernstaf Kadaster te Apeldoorn. GEODESIA 2003-11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 12