In de toekomst zal GPS nog verder wor
den verbeterd en komt met het Euro
pese Galileo een complementair satel
lietnavigatiesysteem beschikbaar. Dit
zal ongetwijfeld tot nieuwe toepassin
gen leiden.
Mariene geodesie
Voor de subcommissie Mariene Geode
sie sprak Ina Elema over de technische
ontwikkelingen in de hydrografie, en
dan met name bij de Dienst der Hydro
grafie. Als het natte zusje van de Topo
grafische Dienst is deze dienst verant
woordelijk voor de zeekaarten en an
dere nautische publicaties. Sinds kort
heeft ze daartoe de beschikking over
twee nieuwe hydrografische opname
vaartuigen, waarvan er één Snellius is
gedoopt. De hydrografische kaarten
worden natuurlijk voor navigatie op
zee gebruikt, maar tegenwoordig ook
steeds meer voor planologische vraag
stukken, bijvoorbeeld voor windmo
lenparken of vliegvelden in zee.
Met GPS kan de plaatsbepaling steeds
nauwkeuriger, waarbij recentelijk ook
methoden uit de data-integratie en
kwaliteitsbeheersing (precisie en be
trouwbaarheid) zijn ingevoerd. Voor
de dieptemeting met echoloding (lo
den met geluidsgolven) worden zoge
naamde multibeam-systemen ingezet
die zoveel meetgegevens opleveren
dat aandacht moet worden besteed
aan verantwoorde datareductie. In
internationaal verband wordt gewerkt
aan standaardisatie van de referentie-
vlakken. Zo zal de Dienst der Hydro
grafie overgaan van Taag laag water
spring' op 'lowest astronomical tide'
(LAT). Daarnaast vragen de koppeling
tussen zeediepten en landhoogten, en
een goede geoide voor de Noordzee
aandacht.
Ook in de mariene sector verschuift de
vraag van analoge producten naar
elektronische kaarten, en de Dienst
der Hydrografie werkt aan een centra
le database waaruit de verschillende
producten kunnen worden afgeleid.
Zo'n elektronische kaart biedt nieuwe
mogelijkheden voor een veilige navi
gatie, maar de gebruiker moet zich
niet blind staren op de schijnbaar ein
deloze nauwkeurigheid van een digi
tale kaart. Tenslotte groeit de behoef
te aan een soort marien kadaster om
de grenzen van gebieden waarin be
paalde rechten en plichten gelden,
duidelijk vast te leggen.
Geo-informatiemodellen
Als laatste gaf Arnold Bregt als voorzitter van de subcom
missie Geo-informatie Modellen een overzicht van haar ac
tiviteiten. De subcommissie probeert een brug te slaan tus
sen universitair onderzoek en toepassingen, en kent zeven
thema's. Voor elk thema gaf hij voorbeelden van lopend
(promotie-)onderzoek.
Modellen voor spatiotemporele werkelijkheid. Aan de TU Delft
wordt onderzoek verricht naar de behoefte aan een 3D-
Kadaster en een conceptueel datamodel.
Modellen voor spatiotemporele algoritmen. Aan de Univer
siteit van Utrecht vindt onderzoek plaats naar automati
sche labeling van objecten (bijv. het plaatsen van namen
bij topografie) en naar het verbeteren van internetzoek-
machines voor geografische vragen.
Mutaties en consistentie. Het verbeteren van mutaties met
behulp van topologische structuren in een geo-DBMS is
onderwerp van studie aan de TU Delft.
Generalisatie. Aan de Universiteit van Wageningen zoekt
men naar nieuwe methoden voor generalisatie door op
het niveau van de database in plaats van de kaart te wer
ken.
Kwaliteit. Het visualiseren van onzekerheid als hulp bij
classificaties en ondersteuning van de gebruiker wordt
onderzocht aan het ITC, terwijl in Wageningen aandacht
wordt besteed aan de beschrijving van onzekerheid en de
doorwerking in toepassingen.
Visualisatie. Het ITC richt zich op visualisatie van tijd in
geodata.
Geo-informatie infrastructuren. Interoperabiliteit en distri
butie van geodata worden onderzocht aan de TU Delft.
Zo wordt bijvoorbeeld gewerkt aan een GML-beschrijving
van ToplO ten behoeve van uitwisseling.
Uit zijn overzicht werd duidelijk dat er aan de verschillende
universiteiten veel interessant fundamenteel onderzoek
plaatsvindt op het gebied van geo-informatie, waarbij de
NCG een rol vervult op het gebied van coördinatie en ken
nistransfer.
En terwijl Peter Teunissen en Leen Murre afsluitende dank
woorden spraken, was Frits al druk doende met een stofzui
ger een enorme ballon op te blazen, zodat Leen de eerste
congresdag met een enorme knal kon afsluiten.
De tweede dag:
dagvoorzitter
Ko van Raamsdonk
in zijn element.
GEODESIA 2003-12