Geodesie in het westen
Ellewoutsdijk
Richtingsbepaling tunnelboormachine (TBM)
sie aangaat, maar eenstemmigheid
over de afstamming van het woord; al
thans in het Nederlandse taalgebied.
Kolonel-ingenieur GA. van Kerkwijk,
die in 1842 geodesie verwerkte in de ti
tel van zijn nieuwe leerboek [1], zal het
woord dus ook wel hebben ontleend
aan het Frans, de taal die sedert het be
gin van de 19e eeuw veel vernieuwing
in ons land begeleidde.
Als geodesie pas in 1824 aan de Neder
landse woordenschat werd toege
voegd, dan behoeven we het middel-
Nederlandse woordenboek van Verwijs
en Verdam [2] niet te raadplegen. Ze
kerheidshalve toch nog even kijken in
het 29-delige 'Woordenboek der Neder-
landsche taal', waarin alle woorden be
horen te staan die, voorzover na te
gaan, ooit als Nederlands zijn gebe
zigd. Nee dus, of toch? In het recente
lijk uitgekomen tweede deel van de
aanvullingen daarop (2001) staat bij
geodesie: "Wetenschap die zich bezig
houdt met het vaststellen van de vorm
en de afmetingen van een deel van het
aardoppervlak en het in kaart brengen
ervan", met als toevoeging dat sprake
Richtingsbepaling
bij de tunnelbouw,
Westerschelde begin
21e eeuw.
16e eeuwse (Franse?)
landmeters aan de
meetketting. (Uit:
Jean de Merliers,
La pratique de
géome'trie, 1575).
is van landmeetkunde als een en ander "door rechtstreekse
terreinmeting geschiedt", zoals ook Van Dale (1999) op
merkte. In de genoemde aanvulling op het 'Woordenboek
der Nederlandsche taal' staat "landmeetkunde, geodesie"
ook als tweede betekenis van geometrie. De oude Grieken
zouden zich in hun graven hebben omgedraaid als zij
wisten dat in onze lage landen geometrie en landmeetkun
de/geodesie werden vereenzelvigd. Volgens hen - we zullen
dat zien - waren geometrie en landmeetkunde/geodesie
twee geheel verschillende zaken. We weten dat de oud-
vaderlandse landmeters voor het verkrijgen van hun be
voegdheid (admissie) moesten bewijzen dat zij praktisch
overweg konden met de geometrie [3], de meetkunde, maar
dat maakte hen nog geen wiskundigen met meetkunde als
specialiteit.
Als geodesie uit het Frans afkomstig is, dan hebben gezag
hebbende Franse woordenboeken vast ook wel wat over de
herkomst van het woord te melden. Dat valt eigenlijk tegen.
'Le Grand Robert' [4] volstaat met een korte aanduiding van
het vakgebied en wat de herkomst aangaat met de medede
ling dat géodésie in 1644 uit het Grieks (geödaisia: "partage
de la terre") werd overgenomen. Angelsaksische woorden
boeken zijn wat geodesie betreft uitvoeriger. Neem nu 'The
Oxford Dictionary' [5]: geodesy deed in de late 16e eeuw
haar intrede in het Engels; het woord kwam via het Latijnse
'geodaesia' uit het Grieks (geödaisia). Dat het Latijn als
intermediair had gefungeerd, is nieuws, met The Barnhart
Dictionary of Etymology [6] vermoedelijk als primaire bron.
Volgens Barnhart werd 'geodesy' in 1570 geleend van het
Nieuw Latijnse 'geodaesia', wat met de betekenis van "divi
sion of the earth" uiteindelijk Griekse oorsprong zou heb
ben gehad. Volgens de monumentale 'Oxford English
Dictionaiy' [7] werd 'geodesy' toen - in 1570 - geïdentificeerd
met landmeten: Geodesie(l), or Land Measuring". Op
merkelijk genoeg, overigens, kent de 'Oxford Latin Dictio
nary' [8] géén 'geodaesia'! Romeinse (land)meters werden,
al naar gelang hun hoofdtaken, aangeduid met 'mensor'
(meter), 'agrimensor' (meter van het land) of'metador' [9],
Hoewel we geodesie vóór 1824 niet in het dagelijks Neder
lands behoeven te zoeken, is het in dit verband toch inte
ressant om na te gaan of'geodaesia' voorkomt in het 'Woor
denboek van het Middeleeuws Latijn van de noordelijke
Nederlanden' [10]. Op p. 2212-2213 vinden we wel de "ge-
ometer" en de "geometricus" in de betekenis van landmeter
en de "geometria" als landmeetkunde, dan wel een tak van
de wiskunde, maar géén "geodaesia". In afwijking van de
genoemde Angelsaksische woordenboeken negeert de Ame
rikaanse 'Random House Dictionary' [11] het Latijn als
intermediair en stelt dat 'geodesy' in de jaren 1560-'70 via
het Franse 'géodésie' direct werd overgenomen van het
Griekse 'geödaisia', in tegenspraak overigens met 'Le Grand
Robert' die stelde dat geodesie pas in het midden van de
17e eeuw in het Frans opdook. Dit zo zijnde, zou het Frans -
al dan niet via het Latijn - niet reeds in de late 16e eeuw het
Engels met 'geodesy' kunnen hebben verrijkt. Duitse woor
denboeken - bijvoorbeeld Duden [12] - stellen dat 'Geodasie'
1
GEODESIA 2003-12