Geodesie als toegepaste geometrie Conclusie en aanbeveling bouwwerken, industriële constructies, schepen - noem maar op - kortom: de objecten in de sfeer van de 'inge- nieursgeodesie'. Geheel in de oud- vaderlandse traditie, toen een van overheidswege verleende landmeters- admissie strekte tot aanbeveling of een vereiste was voor de benoeming in het stedelijk wijnroeiersambt of in dat van scheepsmeter. Door het te vertalen met 'mensura tion' heeft Tredenniclc kennelijk wil len voorkomen dat 'geödaisia' zou worden geïdentificeerd met het he dendaagse geodesie dat, zoals we za gen, een beperkter strekking heeft. Wat betreft het volgens Cantor door Aristoteles onderstreepte fundamente le onderscheid tussen 'geödaisia' en 'geömetria' namen 19e eeuwse geode ten het niet meer zo nauw. Volgens Franq:oeur [18] - één van de weinige schrijvers over het vale die zich in die tijd waagden aan een historische bespiegeling - hadden de Grieken de wetenschap die zich bezighoudt met "mesurer et diviser les terres", yecoöatola, geodesie genoemd. Geo desie en geometrie waren - aldus Fran- ^oeur - eigenlijk hetzelfde, maar in de loop der tijd zouden deze benamingen totaal verschillende wetenschapsge bieden zijn gaan aanduiden. Hierbij zou de geometrie zich bezig zijn gaan houden met de vorm en de afmetingen van allerhande objecten, waarbij "la mesure de la Terre" - de geodesie dus - niet meer is dan één van haar toepas singen. Dit laatste vond Aristoteles ook, maar dat was voor hem uitgangs punt en niet het gevolg van een be gripsverwarring. In 1950 durfde de wiskundige B.L. van der Waerden [19] Aristoteles te bekriti seren door de stellen dat deze in zijn 'Metafysica' in de fout was gegaan met zijn bewering dat de wiskunde in het oude Egypte was ontsproten aan het brein van priesters die voor het uitden ken daarvan tijd konden vrijmaken. Volgens Van der Waerden werd het priesterschap in die tijd 3000 - 2000 v. Chr.) in Egypte als nevenfunctie uit geoefend door leken die meer aan hun hoofd hadden dan spitsvondige wiskundige bewijsvoering. In het dage- Dijkmeting in de 18e eeuw. (Uit: J. Morgenster en J.H. Knoop, Werkdadige Meetkonst, 1744). lijks leven hadden zij beroepen als die van landmeter, be lastingambtenaar of opzichter, waarin zij de oppervlakte van een stuk land of de inhoud van een graanschuur moesten bepalen of zorgdroegen voor de maatvoering bij bouwwerken. Hoewel dat woord in Van der Waerdens werk niet voorkomt, waren zij dus in de ogen van Aristoteles en Tredenniclc de beoefenaren van de 'geödaisia'. Praktisch landmeten, dat wil zeggen de getalsmatige indeling van het aardoppervlak, viel daar nadrukkelijk onder. Reconstructie van de dioptra van Hero (uit: H.C. Pouls, De landmeter, 1997). Als overtuigd aanhanger van de opvatting dat de aarde een bol was, moet Aristoteles ook al hebben nagedacht over de vraagstukken van de maatvoering op en de eenduidige in deling van een bol. Waren op een plat vlak de rechte meet lijnen van de oud-Egyptische 'lcoordspanners' de lijnen van indeling, op een bol werden dit de grote cirkels als de meest directe verbindingslijnen tussen twee punten. Toen om streeks 1800 n. Chr. een omwentelingsellipsoïde als de beste benadering van het aardoppervlak in zwang kwam, ontstond er behoefte aan een eenduidige indeling daarvan door directe verbindingslijnen. Zulke lijnen werden 'geode tische lijnen' genoemd, een benaming die later algemeen gegeven werd aan kortste verbindingslijnen op gebogen op pervlakken en in hogere gekromde ruimten. In de titels van Gore's geodetische bibliografie duikt het begrip 'geodeti sche lijn' voor het eerst op in 1862 en wel in het Nederlands [20], Tien jaar daarvóór (in 1851) had L. Cohen Stuart - hij stond later aan de wieg van de Rijksdriehoeksmeting en de Eerste Nauwkeurigheidswaterpassing - bij zijn aanstelling als lector aan de Koninklijke Academie te Delft expliciet de geodesie als aandachtsgebied zien opgenomen; voorzover na te gaan was hij de eerste die dat in Nederland overkwam. Sedert de 16e eeuw werd, eerst in Leiden en Franeker en later in Delft en aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda, wel hoger onderwijs gegeven in wat we nu, in navol ging van Franq:oeur, geodesie zouden noemen, maar dat woord schijnt niet te zijn voorgekomen in de leeropdrach ten van de docenten. Samenvattend kan het volgende worden gesteld. Geodesie werd ontleend aan het klassieke Grieks en was al enkele eeuwen vóór het begin van onze jaartelling in gebruik, zij het spaarzaam. Geodesie is dus geen 20e eeuws neologisme. Onder geodesie werd in de Griekse oudheid iets anders ver staan dan onder het ons meer vertrouwde geometrie; glo baal: geodesie was toegepaste geometrie. Aldus hield geode- GEODESIA 2003-12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 25