Literatuur ["I Summary sie zich bezig met praktische vraagstukken, waaronder die van de landmeetkunde en later die van de vorm- en grootte bepaling van de aarde ('aardmeetkunde'). Door meting en berekening deelde de geodesie de 'aardse ruimte' praktisch en numeriek in volgens de regels van de geometrie, de meetkunde. Tot die 'aardse ruimte' behoorde niet alleen de aarde zelf, maar alles wat zich daarin bevond, waaronder menselijke artefacten. Geodesie omvatte in de Griekse oud heid dus al meer dan de land- en aardmeetkunde. In West- Europa was Geodesie in de 16e eeuw al in gebruik, na daar via het Latijn en het Frans ingang te hebben gevonden. In het Nederlands zou geodesie pas in het begin van de 19e eeuw, dus in of kort na onze Franse tijd, voor het eerst zijn gebruikt. Dat is niettemin al bijna twee eeuwen geleden, in de tijd dat door wiskundigen werd gepiekerd over de een duidige indeling van het oppervlak van een omwentelings ellipsoïde door geodetische lijnen. [1 Kerkwijk G.A. van, Geodesie voor de kadetten van alle wape nen. Wiskundige leer-cursus ten gebruike der Koninklijke Militaire Akademie, Breda 1842. [2] Verwijs, E. en J. Verdam, Middelnederlandsch woorden boek, Tweede deel, 's-Gravenhage 1889 (herdruk 1969). [3] Pouls, H.C. De landmeter van de Romeinse tot de Franse tijd, Alphen a/d Rijn 1997. [4] Robert, Paul, Le Grand Robert de la langue Franfaise, deel IV, Parijs 1985, p. 890. [5] Pearshall (ed.), Judy, The New Oxford Dictionary of English, Oxford 1998, p. 767. [6] Barnhart, Robert K., The Barnhart Dictionary of Etymology, The H.W. Wilson Co. 1988, p. 428. [7] The Oxford Enlish Dictionary, Vol. IV, Oxford 1933 (herdr. 1961). [8] Oxford Latin Dictionary, Oxford 1968. [9] [10] [12] [13] [141 [15] [16| [17] [18] [19] [20] The history of 'Geodesy' The word 'Geodesy' has its roots in Greek. So much was known. Ho wever, did the ancient Greeks use it already or was it an linguistic artefact of more recent times? A consideration of importance, now it is occasionally proposed to abandon 'Geodesy' in favour of an al ternative name for the profession. An inquiry revealed that 'Geode sy' was in use in Dutch early in the nineteenth centuary already. In fluenced by Greek and possibly Latin, French used it long before. Underlining the fundamental distinction between 'Geodesy' and 'Geometry', Aristoteles (384-322 A.D.) referred already to geödaisia in his 'Metafysica'. This should then be understood as applied geo metry. Over the centuries 'Geodesy', a word figuring in European book titles from the sixteenth centuary and onwards, broadly retai ned its meaning. A good reason for not to abandon it in the twenty- first century. Een oud-Nederlands woord dus, waarvan het gebruik was voorbehouden aan een select gezelschap van wetenschap pers en dat in de omgangstaal geen ingang heeft gevonden. Het dagelijkse, kleinschalige werk (de 'lagere geodesie') ken de men in Nederland als landmeetkunde en de beoefenaren van de 'hogere geodesie', die zich in de 19e eeuw in de voet sporen van Eratosthenes van Cyrene, Gemma Frisius, Tycho Brahe en Snellius voornamelijk bezighielden met grootscha lige driehoeks- en graadmetingen, zullen zich meer als astronomen dan als geodeten hebben geprofileerd. Hoewel waarschijnlijk daardoor geodesie een vreemd woord is gebleven, geeft het, althans in zijn klassieke alge mene betekenis, aardig de taak weer waarvoor geode ten in onze hedendaagse samenleving menen te staan: het zorgen voor de plaats en de maat van objecten op, aan en nabij de aarde, met aandacht voor de inhoude lijke (thematische) aspecten van de aldus behandelde objecten. Er was dus door de eeuwen heen continuïteit in de betekenis van geodesie, een goede reden om dat woord, naast gangbare 'geoïsmen' van minder eerbied waardige leeftijd, in ere te houden. I Titelblad van Snellius' publicatie A° 1617. S^iM Apud Pouls H.C., De landmetervan de Romeinse tot de Franse tijd. Alphen a/d Rijn 1997, p. 17. Fuchs, J.W., Olga Weyers en Marijke Gumpert-Hepp, Lexicon Latinitatis Nederlandicae Medii Aevi, deel IV, Leiden 1990. Berg Flexner (ed.), Stuart, The Ran dom House Dictionary of the English Language, second edition. The Random House Inc. 1987, p. 798. Drosdowski (red.), G., Das grosze Wörterbuch der deutschen Sprache, Band 3, Mannheim-Leipzig- Wenen-Ziirich, 1993. Howard Gore, J., A bibliography of geodesy, Washington D.C. 1889. Conraten, J., Geodaisia, Straatsburg 1580. Liddell, Henry, en Robert Scott, A Greek - English Lexicon, Oxford 1968, p. 346. Cantor, Moritz, Vorlesungen iiber Geschichte der Mathematik, Erster Band, Leipzig 1880. Tredennick (transl.), Hugh, Aristo tle in twenty-three volumes XVII, The Metaphysics, books I-IX, Cambridge Mass. en Londen, herdruk 1989. Francoeur, L.-B., Geodesie ou traité de la figure de la terre et de ses parties, Parijs 1865, p. XII. Waerden, B.L. van der, Ontwakende wetenschap. Egyptische, Babylonische en Griekse wiskunde, Groningen 1950, p. 16-17. Geer, P. van, De geodetische lijn op de ellipsoid, Leiden 1862. GEODESIA 2003-12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 26