Geo-lnformatie Nederlal Gemiste kans... Toen ik als kritisch obstinaat broekje (nou ja, dat lag meer aan de maat dan de leeftijd, want ik was een late leerling) van het CTO (opleiding voor tekenaar bij het Kadaster) afkwam, had ik slechts de eerste trede van mijn carrièrepers pectief binnen het Kadaster geno men. Er was nog wat te doen voor mijn dertigste en pas daarna zou het vanzelf gaan. Ik kon de velddienst nog in, nog laA (landmeetkundig ambtenaar A) worden en ik kon zelfs nog technisch ambtenaar worden, kortom, ik diende bij te blijven en dat was niet gemakkelijk, nu de deu ren van het veilige CTO zich achter mij sloten. Toch was er nog redding, althans voor de gelukkigen die zich tijdig tot de VTAK (Vereniging van Technisch Ambtenaren van het Ka daster) hadden bekeerd: Geodesia. In elk nummer stond een landmeetkun dig probleem van juffrouw C.A.C. Best, dat opgelost diende te worden. Een soort puzzel waarmee eeuwige roem te verdienen viel. Wie in staat bleek om de puzzel op te lossen, werd met naam en toenaam opgeno men in de ererijen van de oplossers, afgedrukt in Geodesia. Zo kon het ge beuren dat ik 's avonds of tijdens va kanties zat te rekenen en te tekenen om mijn geest scherp te houden. De tafel vol papieren, en vrouw en kin deren die als schimmen op hun te nen door het (vakantie)huis slopen. Het heeft niet helemaal geholpen. Voor de velddienst bleek ik maar matig geschikt (het was ook slecht weer) en voor technisch ambtenaar niet intelligent genoeg. Alleen laA ben ik nog wel geworden, maar een jaar later werd deze eretitel afge schaft en de salarisschalen gelijk ge trokken. De eregalerij van oplossers heb ik slechts eenmaal bereikt. Geodesia en, zonder dat ik het wist, juffrouw Best, waren dus een soort kadastrale coach van me geworden, waarop ik kon steunen in moeilijke tijden, maar we zijn in de loop der tijd wat uit elkaar ge groeid. Hoe het juffrouw Best is vergaan weet ilc niet, ik hoorde pas onlangs van haar bestaan, maar Geodesia werd steeds mooier en eigenlijk te mooi voor mij. Ook haar diepgang ging mij vaak boven de pet. Schitterende artikelen over methoden en apparatuur, die binnen het simpele kadastrale leven ondenkbaar waren. Terwijl wij op onze beurt moesten wachten om op het enige IGOS- station in de vestiging onze coördinaten in te typen (of te laten typen, want dat was eigenlijk werk voor typistes), verschenen in Geodesia de fraaiste formules en bereke ningen om allerlei fouten te verkleinen, keken ze wel licht al voorzichtig omhoog naar satellieten, dachten ze al aan driedimensionale plaatjes van onroerend goed en grootschalige basiskaarten. Hoe dan ook, ik moest alle zeilen bijzetten om mij te handhaven in een ambtelijke wereld, waarop men geleidelijk aan Hammerite aan het aanbrengen was. Mijn gezin vergde alle vrije tijd en het leverde bedenkelijke blikken op als ik buiten kantoor uren iets deed, dat met Kadaster of landmeterij te maken had. Tegen de tijd dat ik weer wat meer aandacht voor het vak kreeg, waren Geodesia en ik zo van elkaar ver vreemd, dat soms de wikkel er niet eens afkwam. Ik schaam me om dat te bekennen. Mijn steun en toeverlaat van het eerste kadastrale uur, die ik zo heb verwaarloosd. Echt goedmaken kan ik het niet meer en ik troost me met de wat flauwe gedachte dat ik zelf nooit expliciet voor de landmeterij heb gekozen. Dat was mijn vader, en eigen lijk speelde bij zijn keus ook de geodesie geen hoofdrol, maar dat ene woord in de wervingsadvertentie: tekenaar. Ilc kon aardig tekenen in die tijd. Later hield ilc me meer bezig met schrijven en medezeggenschap, dat had hij ook niet voorzien. Er staan veranderingen voor de deur. We schuiven aan bij het alles overkoepelende GIN en de Stichting Geodesia wordt historie. Wat er met het blad gebeurt, weet ik niet. Het doet me wel wat. Net of ik mijn hele leven langs een lieve mooie geduldige dame heb gerend, zonder eens even te stoppen en een praatje aan te knopen. En nu is het te laat. Ilc lean nog wel zeggen: Geodesia, ilc houd van je, maar uiteindelijk heeft ze een andere weg gekozen en lean ze me alleen nog meewarig aankijken. Een gemiste leans. Zeker als ilc bedenk dat mijn voormalig directeur en redacteur van Geodesia, Polman, mij de leans bood om voor het blad te schrijven. Ilc vond mezelf niet goed genoeg in 't vale, want een A4-tje voltypen is één, maar landmeetkundig iets zinnigs schrijven is heel wat anders. Een gemiste leans, maar misschien is u wat bespaard gebleven. GEODESIA 2003-12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 35