Zin in GIN! m m 494 Van Geodesia naar GIN clubs die zich alleen niet delen ervan bezighielden, en moest je, wanneer je wat breder wilde kijken, lid worden van zo'n vier verschillende verenigin gen. Voor mij is de geo-informatiever- zorging, ook historisch gezien, een na tuurlijke eenheid, een onderling hecht verweven geheel van allerlei zeer com plexe deelprocessen. Het is een uitbrei ding, geen vervanging, van de oude oog-hoofd-hand-cyclus waar het alle maal mee begon en die nog steeds, ook met de latere papieren werkwijzen, terug te vinden is in het steeds geac tualiseerde schema. De kartografie speelt er een prominente rol in (de he le onderste helft van het schema): het oog (zeker het mijne) wil ook wat! De le den van GIN, werkzaam in de informa tiestroom zelf (de pijlen) of vaak ook in de metaprocessen die erbij horen (de kleine pijltjes met gele 'sticker') kun nen nu met vereende krachten de in formatieverzorging verfijnen, wat voor mij vooral inhoudt een betere af stemming op de handelingen waar mee onze leefomgeving wordt beheerd en aangepast, ofwel de bedrijfsprocessen in brede zin. Want de nadruk ligt nu wel erg sterk op oog en hoofd (vooral het geheugen!) en te weinig op de hand. Ik mis dan ook een werkgroep 'gebruik van geo-informatie', en een filosofie hoe ons verenigd nadenken en praten over de geo-informatiever- zorging moet worden afgestemd op de activiteiten van de vele mensen in on ze leefomgeving die juist niet bezig zijn met informatieverzorging, maar met bouwen en verbouwen, beheren, recreëren, oorlogvoeren en onderzoe ken, bijvoorbeeld. We doen het allemaal ergens voor, geven er zo zin aan. Geodesia is uit, GIN is in. Het totale proces van geo- informatieverzorging wordt nu door één vereniging omspannen. Heel positief, maar er moeten toch een paar kritische kanttekeningen worden geplaatst. Eén vraag, twee interpretaties De zin die iemand hier in het juiste perspectief op straat heeft geschreven, is op twee manieren te interpreteren. De meest voor de hand liggende: heb je zin in GIN, verlang je naar GIN? Minder vanzelfsprekend: is er zin in GIN, ofwel: heeft GIN zinVoor mij is een positief antwoord op de twee de vraag een noodzakelijke, maar nog niet voldoende, voorwaarde voor een bevestigend antwoord op de eerste. De oude Stichting Geodesia riep altijd: "Geodesie is meer dan (land)meten" en kwam dan in haar propagandamateri aal met voorbeelden als "veel metingen dienen als basis voor geografische informatiesystemen die ons helpen bij de inrichting van de ruimte om ons heen" en "de meetge gevens (de geometrie) dienen vaak als basis voor geografi sche informatiesystemen (GIS), waarmee overzichtelijke se lecties kunnen worden gemaakt, en je met één oogopslag kunt zien waar scholen, parkeerplaatsen, hotels of benzi nestations staan". Tja, het was allemaal wel waar, maar het klonk niet erg overtuigend en wanneer je daar wat over op merkte, werd je bestraffend, op ouderwets regenteske wij ze, toegesproken. Die tijden zijn nu hopelijk voorgoed voorbij Heeft GIN zin? Het mooie van de nieuwe vereniging is, dat werkelijk alle aspecten van mijn oude vertrouwde schema van de geo-in- formatieverzorging (verzorging, niet alleen opname en ver strekking!) erin samenkomen. Vroeger waren er aparte René van der Schans. GEODESIA 2003-12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 36