'Wat is waar' voegde waarde hebben. En ons goed bewust zijn van het palet aan diensten dat we gezamenlijk in huis hebben. Daarom moeten de aloude bloedgroe pen niet alleen als sectie binnen GIN doorleven, maar gaan werken aan kruisbestuiving. En zo werken aan een nieuw gezamenlijk bewustzijn en gezamenlijke identiteit: maar... geo- informatie is geen doel op zich. We zijn samen in staat om de diver siteit aan gebruikers te voorzien van geo-informatie voor gebruik, plan ning, inrichting en beheer, van de steeds schaarser wordende ruimte. En daar mogen ook rechtstoestand en lastenheffing bij horen. In een com plexer wordende maatschappij zijn steeds meer actoren en factoren van invloed op de afweging tussen instand houding of verandering van ruimtege bruik. Is er steeds meer behoefte om beleid, beheer en inrichting op basis van inzichtelijke en transparante in formatie zo goed mogelijk te onder bouwen of te laten verlopen. In de in formatiemaatschappij in de 21e eeuw doen we dat, door gestructureerde en intelligente ruimtelijke modellen en hulpmiddelen te leveren: algemeen of specifiek, permanent of eenmalig, groot of klein. Toegesneden op de ge bruikers die ermee aan de slag moe ten. Wat dat betreft zijn we ook IT- toepassers bij uitstek. technologie, zorgen ervoor dat ons werk, en het gebruik van onze diensten en producten, in de afgelopen decennia revolutionair is veranderd. Aanvankelijk in rekenkundige processen, maar inmiddels door al onze activiteiten heen. Met als resultaat: inwinnen, verwerken en presenteren van geo-informatie zijn geen aparte disciplines meer, maar slechts stappen in het proces om tot de voor de toepassing benodigde geo-informatie te komen. Veel meer mogelijkhe den met veel meer efficiëntie en afstemming. Daar liggen enorme kansen. Daarom is het zo broodnodig dat de aloude (valc)disciplines zich bundelen in de gezamenlijke geo-infor- matiediscipline, of misschien zelfs competentie. Waarbij pas sprake is van competentie als kennis van (of verplaat sing in) de gebruiks- of toepassingsdiscipline aanwezig is. Toen in 1995 het Nationaal Geodetisch Plan Wat is waar?' verscheen, heb ik dat gelezen als een 'droge' en wetenschap pelijk/technische beschouwing van de veranderingen in ons vakgebied. Bijgebleven zijn vooral de termen 'geometrist en geo-informant', die ik destijds nog niet herkende en taalkun dige gedrochten vond. Nu - inderdaad naar aanleiding van deze bespiegeling - ben ik het plan heel anders gaan lezen. Was ik zeifin 1995 nog zo naïef? Is mijn beeld op ons werk veld in het afgelopen decennium zo veranderd? Of is het werkveld zo revolutionair geëvolueerd? Ja dus, wat dat be treft alsnog de complimenten aan de commissie, voor de schets van de (destijds) toekomstige missie en marktsecto ren. Ze hadden het met die geometristen en geo-informan- ten nog niet zo gek gezien. Maar de belangrijkste signale ring was: samen met anderen zet de geodesie zich aan de ruimtelijke informatievoorziening. Wat mij nu ook opviel, was de samenstelling van de com missie. Professoren van TU Delft en ITC, en directeuren van Kadaster en Meetkundige Dienst. En slechts het voorwoord is geschreven door iemand uit de na-oorlogse generatie. Ge bruikers en toepassers zijn feitelijk niet geconsulteerd. En dat is te beperkt en (snel) gedateerd in een revolutionair veranderend werkveld. Voorbij Geodesia, daarom een op- roep aan GIN tot een update van 'Wat is waar?', gericht op de eer- Geo-informatie Nederland ste decennia van de 21e eeuw. 'Ruimte voor Geo-informatie' met en door de partijen die daar heden ten dage invulling aan geven. De rol van het bedrijfsleven is in het afgelopen de cennium drastisch toegenomen, het onderwijsveld is enorm veranderd. Een nieuwe generatie geeft een andere invulling aan veranderende maatschappelijke en economi sche vraagstukken die voor ons liggen. Nu is het ondenk baar zo'n plan op te stellen zonder inbreng van de (ervoor betalende) gebruikers en toepassers van geo-informatie. Daarmee is direct geschetst op welke fronten geo-informa tie meer is dan geodesie. De secties binnen GIN kunnen hier Daarmee zijn we bij de kern van 'Voor bij Geodesia' en de start van GIN. De enorme toename in mogelijk heden, vooral door de ontwik kelingen in de informatie- GEODESIA 2003-12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 43