Van Geodesia naar GIN - Groepsinterview Regeerperiodes van de hoofdredacteuren Stichting Geodesia Zes hoofdredacteuren over een kwart eeuw Geodesia Geodesia heeft in zijn vierenveertigjarig bestaan (van 1959 tot en met 2003) een boeiende ontwikkeling doorgemaakt. Dat blijkt als je de stapels tijdschriften van die vierenveertig jaar naast elkaar zou leggen en door zou bladeren. Maar dat kun je zo moeilijk laten zien aan de lezers en je bereikt wellicht hetzelfde, dachten we, als je met een aantal (hoofd/eind)redacteuren bij elkaar gaat zit ten om terug te blikken op het bewogen verleden van ons tijdschrift. Je komt dan wat inhoud betreft (bijna) even ver en bovendien krijg je een blik achter de schermen. Omdat ons tijdschrift in de loop der jaren meer dan veertig redac teuren heeft versleten, hebben we ons beperkt tot zes hoofdredacteuren die samen de periode 1975-heden ver tegenwoordigen. En dat is toch al een hele tijd. Aldus geschiedde tijdens een goed uur middenin de hectiek van het Geodesia-congres. Te beginnen bij Ko van Raams- donk, via Hans Schijf, Maarten Molenaar, Henri Aalders en jan Polman tot Herman Quee. Daarmee kregen we een heel mooi beeld van de groei en bloei van Geodesia. Hoe het tijd schrift zich ontwikkelde van een eenvoudig opgemaakt (zwart/wit) landmeetkundig blad tot een fleurig en kleurig, maar vooral vakinhoudelijk kwalitatief hoogstaand vaktijd schrift met zeer lezenswaardige artikelen voor een brede lezerskring. Het verhaal gaat vooral ook over datgene wat zich voor de lezers op de achtergrond heeft afgespeeld, het vele werk dat daarvoor moest worden verzet en de uitge breide ondersteuning daarbij door het thuisfront, door sommigen back-office genoemd. De zes hoofdredac teuren vanaf de fusie in 1980: v.l.n.r. Ko van Raamsdonk, Hans Schijf, Maanen Molenaar, Henri Aalders, Jan Polman en Herman Quee. Ko van Raamsdonk, eindredacteur in de periode 1975-1980 had onder meer te maken met de toenaderingspogin gen tussen Geodesia en het Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT). Contac ten waren er al een poosje en er wer den ook wel artikelen uitgewisseld (de artikelen met formules gingen naar het NGT, de 'eenvoudige' naar Geodesia), maar praten over samenvoe gen is andere koek. Toch kwam het, als gevolg van de toetreding van de NVG tot het NGL, tot een fusie tussen beide tijdschriften. Ko weet nog precies hoe dat ging: toenmalig fusievertegen woordiger van de NVG, Van Wely, nam de beide tijdschriften ter hand, scheur de beide omslagen doormidden en voegde die twee delen weer samen tot een nieuwe voorkant. Zo werd Geode sia geboren, wel met de ondertitel: Nederlands Geodetisch Tijdschrift. Ook kwam er professionele redactionele ondersteuning bij het arbeidsintensie ve werk van de redacteuren: er werd een redactieassistente aangetrokken. Zestig sollicitanten kwamen erop af, en een zorgvuldig samengestelde commis sie van wel zes personen koos daaruit Ineke Scherpenzeel-van der Lei. En zij hield het vol tot op de huidige dag. Toch bleef er nog heel veel zelfwerk zaamheid over, weet Ko. Er moest heel veel zelf worden geschreven en aange vuld, en daarvoor werd veelvuldig teruggekoppeld naar de auteurs. Daar weet Hans Schijf ook van. In 'zijn' periode (1981-1983) ging dat nog net zo. Het was ook even wennen aan de nieuwe groep redacteuren die er vanuit het voormalig concurrerende NGT waren bijgekomen, want er was natuurlijk wel niveauverschil tussen ing's en ir's, en dat lieten sommigen JpKJE /aan GEODESIA 2003-12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 56