Van Geodesia naar GIN L £j- Kwaliteit van het tijdschrift iSp eodesia Nieuw tijdschrift Geo-lnfo: wat zou u willen veranderen? ting G e o d e s i a een tijdschrift was voor geodesie en geo-informatie. En voor het eerst in de Geodesia-historie werd een freelance redac teur (Karien Ris) aangetrokken. De laatste in de rij van hoofdredacteuren is Herman Quee, die in 1998 door het vertrek van Jan voor een buitenlandse opdracht, het stokje overnam. Herman had als eerste in de rij nooit gewerkt binnen het Kadaster. Hij startte met een gelijktijdige wisseling van niet minder dan vier redacteu ren. Met ingang van de jaargang 2001 werd de opmaak ver beterd en flitsender gemaakt. De vaste omslagfoto maakte plaats voor een collage en de intropagina's werden niet langer door de hoofdredacteur geschreven, maar bij toer beurt door alle redacteuren. Doel was meer discussie uit te lokken, maar dat is slechts ten dele gelukt. Veel waarde ring werd geoogst voor het millenniumnummer bij de eeuwwisseling. Ook kwamen er columnisten aan het woord, die elke maand op een vaste plek beurtelings hun visie geven over het vakgebied, eerst alleen Dick Groot, later werd dat uitgebreid met Arnold Bregt, Everdien Breken en Hiddo Velsink. De redactie kreeg in Hermans tijd te maken met de discussies over de nieuwe vereniging GIN, hetgeen duidelijk tot een gezamenlijke visie van het redactieteam inspireerde. Hoewel het ook voor Herman een erg drukke tijd is geweest, kijkt hij terug op een inspirerende en interessante tijd waarin hij veel waardering heeft gekregen voor de inzet van de redacteuren, het teamwork en het plezier waarmee elke maand weer een prestatie werd geleverd. En dat was een op merking waarin hij door alle vijf andere hoofdredacteuren volmondig werd bijgevallen. Alle zes hoofdredacteuren zijn van mening dat de inhoud van het tijdschrift de afgelopen jaren nogal is veranderd. In de beginjaren lag het karakter sterk op de ontwikkeling van de lezers, de artikelen bevatten meer leerstof. Denk hierbij aan de examenopgaven voor de NLF-examens, de vraagstuk ken met uitwerking door mej. Best en P.S. Teeling. Nu is er meer verbreding en minder leerstof. Ko merkt op dat de re dactie moet blijven zorgen dat de werkvloer wordt bereikt en dat deze iets kan leren of de stof in de praktijk kan toe passen. Hij noemt het voorbeeld dat een werkgever zijn geo- medewerkers een abonnement op Geodesia aanbiedt en vervolgens tijdens de werkoverlegbijeenkomsten de artike len bespreekt. De anderen vinden dit een initiatief dat na volging biedt. Algemeen is men van mening dat Geodesia artikelen moet hebben, waar ook de mbo'er iets aan heeft en iets van kan leren. De hoofdredacteuren vinden dat het huidige Geodesia de werkvloer voldoende mogelijkheden biedt 0111 op het rede lijk brede vakgebied bij te blijven. Wel wordt getwijfeld aan de zin van de wetenschappelijke publicaties, die van tijd tot tijd in Geodesia staan. Henri Aalders merkt op dat het tijdschrift geen weten schappelijk karakter meer heeft. Het voormalig Nederlands Geodetisch Tijdschrift dat gefuseerd is met Geodesia, had J 980-1984 „...««W.m.l.d.Mlu* 1985-1991 (aïBOeElill-fi- 1992-1996 Geodesia W"— 1997-2000 dit wel. Hij vreest dat we nu weer het zelfde probleem krijgen na de fusie met het Kartografisch Tijdschrift. De uitgangspositie van het nieuwe tijdschrift is goed. Dit kan terugvallen op een ervaren redactie, de aanwezige hoofdredacteuren zijn blij dat zoveel Geodesia-redacteuren doorgaan. Zij zijn van mening dat Geo-lnfo een tech- nisch-wetenschappelijk gericht blad moet blijven, dit in tegenstelling tot VI-Matrix dat meer beleidsgericht is. Echte concurrenten zijn het niet, of het moet om de adverteerders gaan. Wel heeft het moeite gekost om het GIN-bestuur te overtuigen van het be lang van het tijdschrift voor de nieuwe vereniging. Een nieuw tijdschrift ma ken vergt veel voorbereiding en daar naast is continuïteit van de huidige tijdschriften voor de bloedgroepen van belang. De suggestie wordt gedaan 0111 meer discussie in het nieuwe tijdschrift te brengen. Met enige weemoed wordt gerelateerd aan de tijd dat er veel reac ties kwamen op artikelen. In het oude KenL stonden hele polemieken. Het lijkt wel of niemand meer tijd heeft 0111 te reageren, of dat men nu rea geert via e-mail of telefoon. De sug gestie komt ter tafel om te proberen via internet weer reacties los te krij gen. Internet zal de komende jaren een steeds belangrijker rol gaan ver vullen. Zo zullen de lezingen van het congres wel op internet komen en binnen afzienbare tijd ook artikelen uit Geo-lnfo, zij het met een vertra ging- Tot slot geven de hoofdredacteuren de nieuwe redactie de raad 0111 een Neder landstalig tijdschrift te blijven maken, dat zich in zijn artikelen duidelijk richt op de verschillende bloedgroe pen (inclusief de leden van BvK), zodat het een tijdschrift wordt (blijft) dat door alle geo-medewerkers met plezier wordt gelezen. 2001 - 2003 GEODESIA 2003-12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 58