Simulatie van de waarnemingen Koppeling van aardobservatiemodellen aan geografische informatie Weergave van GIS-informatie via aardobservatie modellen verschaft in principe de mogelijkheid te voorspellen hoe objecten aan het aardoppervlak er uit zouden zien als ze op een gegeven moment vanuit de lucht of de ruimte zouden worden waar genomen, onder de aanname dat de informatie die is opgeslagen over de objecteigenschappen in het GIS-bestand correct is. Wanneer men aldus gesimu leerde beelden vergelijkt met actuele opnamen, ontstaan interessante toepassingsmogelijkheden, zoals het verbeteren en actualiseren van de GIS- informatie. Dit kan betrekking hebben op de thematische, de geometrische en de fysische eigenschappen van de objecten. Aardobservatiemodellen Met behulp van remote sensing technieken is het mogelijk delen van het aardoppervlak vanuit de lucht of de ruimte te observeren en het resultaat van deze waarnemingen vast te leggen in de vorm van digitale beelden. Dit waarnemen ge beurt in diverse golflengtegebieden van het elektromagne tisch spectrum, zoals het ultraviolet, zichtbaar licht, nabij infrarood en thermisch infrarood, tot in het gebied van de microgolven (radar). In elk van deze golflengtegebieden kun nen andere eigenschappen van objecten worden waargeno men. Bovendien kan men, bijvoorbeeld in het optische ge bied (400 - 2500 nanometer), met zogenaamde hyperspectra le sensoren waarnemingen verrichten in honderden afzon derlijke spectrale bandjes. Hierdoor komt er in principe een enorm potentieel aan informatie over eigenschappen van ob jecten op de grond beschikbaar. De primaire eigenschap die uit digitale aardobservatiebeel- den kan worden bepaald, is de intensiteit van de gere gistreerde straling, bij één of bij een hele serie golllengten. Bij radar kan men ook gebruikmaken van andere eigenschappen van de terug gekaatste elektromagnetische golven, zoals de polarisatie en de fase. Soms ech ter verschaffen in deze beelden enkel de plaats, de vorm en de textuur van objec ten al voldoende informatie voor de ge bruiker, zoals bijvoorbeeld het geval is bij de interpretatie van 3D informatie, of wanneer plaatsbepaling de voor naamste doelstelling is. Wanneer men bepaalde objecteigen schappen uit de gemeten digitale signa len wil afleiden, zal men de relaties tus sen die objecteigenschappen en de re flectie of de emissie moeten kennen. Deze kennis kan in principe op twee manieren worden verkregen. Ten eerste kan men een opgenomen heeld koppelen aan waarnemingen op de grond van de betreffende objectei genschappen, die dan tijdens de opna me, of kort ervoor of erna, moeten zijn gedaan. Hierdoor kunnen empirische relaties worden gevonden door middel van statistische correlatietechnieken. Nadeel van deze methode is dat deze arbeidsintensief is, vanwege de vele waarnemingen op de grond die daar voor nodig zijn. Bovendien is niet zeker of de gevonden relaties ook universeel toepasbaar zijn. Deze kunnen bijvoor beeld mede beïnvloed zijn door atmos ferische omstandigheden en sensorei genschappen. Ten tweede kan men voor het beschrij ven van de remote sensing observaties gebruik maken van simulatiemodel len. Deze pogen het verband tussen ob jecteigenschappen en waargenomen straling vast te leggen door gebruik te maken van mathematisch-fysische re laties. In dergelijke fysisch onderbouw de modellen worden zowel de objectei genschappen als de opnameomstandig heden (zonnestand, kijkhoek, en derge lijke) meegenomen in de simulatie, waar-door deze modellen in principe wel universeel toepasbaar zullen zijn. Modelinversie Modellen voor het simuleren van re mote sensing waarnemingen vanuit Dr. ing. W. Verhoef Senior Scientist Remote Sensing Nationaal Lucht en Ruimtevaart laboratorium NLR Marknesse. CEO-INFO 2003-0

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2003 | | pagina 14