Geen dag zonder kaart Een vraaggesprek met Ad van der Meer, hoofdredacteur GEO-INFO De nieuwe hoofdredacteur al aan het werk, samen metAnnemiek van Dijk je bent de eerste hoofdredacteur van GEO-INFO, het nieuwe tijdschrift van GIN. Hoe voelt dat? Bijzonder. En ook een soort eer. Het tijdschrift is een van de speerpunten van onze geodetische wereld, en om daar de hoofdredacteur van te zijn is, ja, toch wel eervol. Het maakt het extra spannend om de eerste hoofdredacteur te zijn. Als je hoofdredacteur van een bestaand tijdschrift wordt, neem je als het ware de bestaande hoedel over. Bij dit tijdschrift moet er iets heel nieuws gemaakt worden. Dat is een uitda ging die ik erg leuk vind. Wat wordt het voor tijdschrift? Het wordt een tijdschrift dat primair voor de leden van GIN is bedoeld. Dat is een breed samengestelde groep mensen, vakgenoten uit allerlei hoeken. Dat betekent dat eigenlijk alle inhoudelijke aspecten van het vakgebied aan bod moe ten komen, maar het moet in principe ook toegankelijk zijn voor alle leden van GIN. Het wordt dus een mengeling van breedte en diepgang, actualiteit, praktijk en nieuwtjes. Het zal zeker een hele klus worden om dat voor elkaar te krij gen, en het is denk ik nog de vraag of dat voor iedereen al tijd zal lukken. Ik hoop van wel. Is het niet eigenlijk gewoon Geodesia in een nieuw jasje? De eerste indruk zou wel eens zo kun nen zijn, ik ga niet zeggen dat dat niet zo is. Geodesia was ook al vrij breed, omdat het door een aantal vakvereni gingen tegelijk uitgegeven werd. Maar ik heb het altijd jammer gevonden dat de kartografie en de remote sensing ontbraken, dat vond ik een gebrek in het blad. We moeten er natuurlijk wel voor zorgen dat GEO-INFO niet een ver kapte Geodesia wordt, maar een nieuw blad dat bij GIN als geheel past. Er ko men dus dingen in die niet of nauwe lijks in Geodesia voorkwamen, bijvoor beeld kartografische toepassingen of een artikel over geografische informa tie op basis van infraroodfoto's. Geo-informatie laat zich ook niet meer zo in traditionele hokjes plaatsen, van puur landmeten, kartografie of vast goedinformatie. Het wordt steeds meer een onlosmakelijk verbonden ge heel. Ik hoop dan ook dat de lezers ook over het muurtje van hun eigen, 'oude' vakgebied zullen kijken en de 'andere' stukken zullen lezen. Daar is GIN uit eindelijk voor opgericht Wat vind je van GIN zelf Blij dat het er is, of een riskante onderneming? Het was onvermijdelijk om GIN op te richten. Dat hadden ze vijftien jaar ge leden al moeten doen. Het vakgebied was veel te klein om verspreid te zijn over zeven, acht verenigingen. Die splitsing was nooit erg zinvol en het is jammer dat we zo lang met zoveel moeite naast elkaar hebben bestaan. Hoog tijd dus om samen te gaan. Het vakgebied staat toch al onder druk, en alleen met één vereniging kun je het vakgebied overeind houden. Als dat vakgebied zo onder druk staat, is GIN dan het begin van het einde van geo- informatie? Nee, dat denk ik niet. Er blijkt elke keer weer veel behoefte te bestaan aan geo- vakmensen. Dus voor het vakgebied is er zeker toekomst. Maar met teruglo pende studentenaantallen moet je wel knokken om mensen te interesseren voor het vakgebied. Een mooi tijd schrift dat actuele en relevante onder werpen voor het voetlicht brengt zal daar hopelijk een steentje aan bijdra gen. Bert-laap Koops, freelance verslaggever. GEO-INFO 2003-0

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2003 | | pagina 20