bang zijn "eigenheid" in te leveren, ga ven hem wel eens kromme tenen. "Dat zijn mensen die het niet snappen," is zijn stellige uitspraak. Toch is hij nooit gaan twijfelen en is zijn geloof in de goede zaak overeind gebleven. "Het unieke van de landmeter en de karto- graaf gaat er in de praktijk af, je bent tegenwoordig met allerlei zaken bezig, vaak breder dan voorheen. Veel leden zullen zich dan ook bij meerdere secsies betrokken voelen," mijmert hij. "GIN moet een organische organisatie zijn, waar de grenzen tussen de secties op termijn steeds meer vervagen. De secties zijn nu nodig om de zaak geor ganiseerd te krijgen, en voor een stuk (tijdelijke) herkenbaarheid. Als de le den zich straks echt verdiepen in wat er in andere gebieden gebeurt, dan is mijn doel bereikt." Leen wil zich dan ook inzetten voor de verbindende ele menten tussen de secties. Zoeken naar gezamenlijke thema's en activiteiten. De werkgroepen voor Historie, Onder wijs en Onderzoek, maar ook de websi te en het nieuwe tijdschrift, ziet hij hiervoor als goede hulpmiddelen. "Maar er moet nog veel geregeld wor den, de zaak is zeker niet dichtgespij kerd. We laten nog veel ruimte voor spontane ontwikkelingen," is zijn tus sentijdse analyse. Op de vraag naar de samenwerking met Menno-Jan Kraak, Henk Ottens en Wim Eimers antwoordt Leen "Twee professoren en twee doeners is een leu ke combinatie- Ik dacht wel eens, wat haal ik me op de hals, als werkpaard en uithangbord van het dagelijks be stuur. Ik had (en heb) het er razend druk mee. Als je in vergadering zit en één van de professoren zit tijdens de bijeenkomst nog andere werkstukken na te kijken, dan is het heel knap dat iemand twee dingen tegelijk kan doen... maar soms ook storend. Tot je er aan gewend raakt. Het lijkt overi gens wel of Henk en Menno-Jan ge kloond zijn, allebei gek met dezelfde elektronische speeltjes." De toekomst van GIN ziet hij met ver trouwen tegemoet. "Over tien jaar be staat GIN nog, over 25 misschien niet meer in deze vorm. Dan is het geheel nog breder getrokken, of juist weer versplinterd," is zijn verwachting. "Door de vernieuwing en de grotere omvang krijg je nieuwe kansen. En de oude verenigingen hadden zo allemaal hun rituelen en gebruiken, dan is verandering goed. Belangrijk is om straks, naast de interne gerichtheid op de leden, ook naar buiten te treden. Een rol spelen in de richting van de VNBG, de Ravi, internationaal en zo. Mensen mobiliseren, want er valt nog veel te ontwikkelen. Maar, niet alles kan te gelijk, dus het zal nog wel even duren," relativeert hij aan het einde van het gesprek." Maar, dan zal blijken dat het al le inspanningen waard is geweest, alle uren van de mensen, en de grote bedragen die we in de vorming van GIN hebben gestoken." CEO-INFO 2003-0

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2003 | | pagina 29