De opleiding Geo-informatica aan de Hogeschool Larenstein
Geo informatiekunde aan het Van Hall instituut
SEPTEMBER-DECEMBER
JANUARI APRIL
MEI-JUNI
Jaar 2
De post-HBO opleiding Geo-Informatica aan de Hogeschool Larenstein in Velp
duurt een jaar en wordt in deeltijd gegeven (één dag in de week). Jaarlijks ne
men tussen de 8 en 14 deelnemers aan de opleiding deel. Aangezien de oplei
ding tot doel heeft om (toekomstige) werknemers een gedegen kennis van Geo-
Informatie bij te brengen, hebben de meeste deelnemers al een baan. De afge
lopen jaren waren met name gemeenten, natuurbeschermingsorganisaties en
adviesbureaus goed vertegen-
Het Van Hall Instituut in Groningen biedt een aantal varianten van de kopcursus
geo-informatiekunde aan. De meeste cursisten (circa 15 per jaar) volgen de twee
jarige deeltijdvariant in de avond met een totale studiebelasting van 800 uur.
Het is mogelijk de kopcursus in één jaar af te ronden. In overleg kan een werker-
varingsstage toegevoegd worden. De flexibiliteit van de kopcursus blijkt o.a. uit
de tutor-opdracht. Hierin kan de cursist aangeven waar hij/zij nadruk op willen
leggen qua inhoud en leerdoelen. De docenten begeleiden de cursist als tutor.
Jaar i
Inleiding GIS
Toepassing van GIS
EN DATAMODELLERING
TUTOR-OPDRACHT
Cartografie en
Organisatie
GEO-INFORMATIE
en Vastgoed
TUTOR-OPDRACHT
De visie van het Van Hall Instituut op geo-informatiekunde is de samenhang en
integratie tussen materie, Geo-ICT en management. Uitgangspunt is een (ruim
telijke) vraag vanuit de organisatie (Beleid Beheer) aan de inhoudelijk vakdes-
kundige (Materiekennis), die met behulp van bewerkingen met het gereedschap
GIS en de geo-data (Technologie) tot een antwoord komt in de vorm van kaar
ten, tabellen, grafieken en/of digitale bestanden.
De doelgroep is divers: afgestudeerden op HBO-niveau in een ruimtelijk vakge
bied of met een ICT-achtergrond en een aantoonbare ruimtelijke interesse;
MBO-plus, waarbij HBO-niveau kan aangetoond worden via relevante werkerva
ring; cursisten met WO-niveau kunnen via tutor opdrachten verdieping aan
brengen. De laatste jaren zijn de cursisten voornamelijk afkomstig uit het werk
veld van de geo-informatie (gemeenten en waterschappen) of vanuit een om-
scholings-/bijscholingstraject. Na het afronden van de kopcursus heeft de
cursist de kennis en ervaring om als junior geo-adviseur de meerwaarde van
geo-informatie in te zetten in het werkproces.
Voor meer informatie, zie www.vhall.nl/kopgik
Beleid Beheer
geo-informatiekunde:
relaties tussen beleid
beheer, materiekennis
en technologie.
Geo-informatiekunde
Materiekenn isgebruik van g«reefcch^TT^|> Technolog ie
woordigd.
In het eerste halfjaar van de oplei
ding wordt uitgebreid aandacht
besteed aan de veelheid van aspec
ten en technieken van de Geo-In-
formatie. Dit onderdeel bestaat
uit een combinatie van theorie en
praktijkopdrachten. De tweede
helft van de opleiding bestaat uit
een praktijkonderzoek, indien
mogelijk voortkomend uit de ar-
beidspraktijk van de cursist zelf.
Op deze wijze krijgt de cursist de
mogelijkheid om zich te verdie
pen in die onderwerpen die voor
zijn of haar toekomstige werk
zaamheden van belang zijn. Dit
onderzoek wordt op basis van in
houd en technische toepassing be
oordeeld door de Hogeschool La
renstein. Maar daarnaast bepaalt
de opdrachtgever de waarde van
de opdracht voor het bedrijf.
Deze vorm van onderwijs staat ga
rant voor een breed scala aan GIS-
toepassingen, variërend van een
onderzoek naar de beschikbaar
heid van verschillende voorzie
ningen voor 65+-ers in een ge
meente, tot een applicatie om op
basis van internet-informatie snel
en efficiënt hoogtemodellen te
vervaardigen voor ontwikkelings
landen. Op deze wijze komen zo
wel het belang van het geleerde
voor de cursist als voor de organi
satie tot uiting in het eindcijfer.
Voor meer informatie, zie
ww w.larens tèi n .nl
CEO-INFO 2003-10