Geo-ICT op koers!
Ontsluiting van geo-informatie b lij ft de grootste uitdaging!
De vraag naar geo-informatie kenmerkt zich door
haar hoge(re) snelheid en eis van meer kwaliteit.
Gelukkig zijn de ontwikkelingen in de geo-ICT
zodanig geëvolueerd, dat aan de veranderde vraag
tegemoet kan worden gekomen met internet als kata
lysator. In dit artikel worden enkele geo-ICT ontwik
kelingen geschetst, die in toenemende mate impact
(gaan) hebben voor de Nederlandse geo-gemeen-
schap, zoals de OpenGIS webservices-architectuur,
Open Source software, Application Service Providing
en Location Based Services. Betoogd wordt dat deze
ontwikkelingen een antwoord kunnen geven op de
veranderende vraag en een bijdrage gaan leveren
aan een efficiëntere uitwisseling en een eenduidig
gebruik van geo-informatie in de komende jaren.
De veranderende vraag
In de recente door TNO uitgevoerde geo-ICT trendrappor
tage van Rijkswaterstaat [1] is een veranderende vraag
naar geo-informatie geconstateerd. Geo-ICT is op steeds
meer plekken aanwezig, er komen nog steeds nieuwe toe
passingen en er is een duidelijke vraag naar meer kwaliteit.
Belangrijke constatering is wel dat informatie steeds snel
ler en makkelij kei' beschikbaar is voor de gebruiker, die
met deze informatie maatwerk moet leveren. Daarbij is in
alle onderdelen van de informatieketen samenwerking tus
sen publieke en private partijen aan de orde. De onderlinge
afhankelijkheden zijn daarbij enorm toegenomen om de
gewenste kwaliteit aan informatie te kunnen leveren. Afne
mers stellen aanzienlijk hogere eisen. Ook omdat technolo
gie dit mogelijk maakt.
Een voorbeeld uit de wereld van het watermanagement il
lustreert de veranderende vraag naar geo-informatie. Sinds
22 december 2000 is de Kaderrichtlijn Water (KRW) van
kracht is geworden. De KRW is een Europese richtlijn, die
bedoeld is om de kwaliteit van het (grond en oppervlakte)
water in Europa op goed niveau te krijgen en te houden. De
KRW legt rapportageverplichtingen op aan de lidstaten van
de EU. Onder deze rapportage verplichting valt het aanleve-
ren van kaarten en bestanden in ge
ografisch formaat. Hierbij moet ge
dacht worden aan een beschrijving
van de wateren aan de hand van cate
gorieën en typologie, de ligging van
monitoring-locaties en beschermde ge
bieden en de toestand (chemisch en
ecologisch) van de wateren. Een veel
heid aan geo-informatie dient al in
2004 door een veelheid aan waterbe
heerders te worden aangeleverd. Ener
zijds natuurlijk een organisatorisch
vraagstuk, anderzijds een vraagstuk
met een flink geo-ICT gehalte. In een
GIS Guidance [2] zijn afspraken ge
maakt over de kwaliteit van de gege
vens, metadata, coderingsystemen, da-
tamodel, datavalidatie, referentie
systeem, harmonisatie en de link met
INSPIRE. De KRW is één van die 'vra
gers' die aan de geo-ICTfers) nieuwe
eisen stelt; in relatief korte tijd dient
een grote, gedistribueerde hoeveel
heid geo-informatie geintegreerd en
ontsloten te worden.
In Nederland heeft de geo-gemeen-
schap de laatste jaren behoorlijk gean
ticipeerd op deze veranderende vraag
naar snellere en betere ontsluiting van
geo-informatie. De in terbestuurlijke
geo-gegevensuitwisseling in Neder
land is halverwege jaren negentig in
gang gezet via het Nationaal Clearing
house Geo-informatie (NCG1). Hoe
moeizaam het Nederlandse Clearing
house Geo-informatie van de grond is
gekomen behoeft geen verder betoog.
Belangrijker is te constateren dat de
nieuwe, themagewijze aanpak van het
NCGI haar vruchten afwerpt, zoals een
onderwerp als Digitale Uitwisseling
Ruimtelijke Plannen (DURP) laat zien.
Het Clearinghouse maakt deel uit van
tegenwoordig Geospatial Data Infra
structure (GDI). Het principe achter
een SDI is als volgt [3]: de eigenaar van
de data is verantwoordelijk en updates
worden door de eigenaar gedaan. Op
slag van data is eenmalig op een cen
trale plaats, de rest van de decentrale
gebruikers tapt direct daarvan af. Da-
taduplicatie en fysieke distributie zal
daardoor in veel mindere mate plaats
vinden, zo niet helemaal niet meer. In
het concept van de GDI is daarbij een
centrale, organiserende rol weggelegd
voor het Geospatial Data Service Cen
tre (fig. 1). De aansluiting van nodes
van lokale, regionale, nationale en
dr. M.J.M. Grot he,
senior adviseur
Geo-ICT
Adviesdienst
voor Geo-infor
matie en ICT,
Rijkswaterstaat.
GEO-INFO 2003-0