behulp van GPS, en uit die gegevens de
zaaistrolcen laten berekenen door een
speciaal daarvoor beschikbaar reken
programma. Die rijstroken zijn afhan
kelijk van het voertuig wat j e wilt gaan
inzetten (zaaien, spuiten, mesten,
enz). Maar het is de vraag of dit de
beste methode is, want dan moet je
AutoMaatje straks alles laten doen en
moetje dus meer investeren in machi
neonderdelen die met AutoMaatje
kunnen worden bestuurd. Dat zou wel
eens flink kunnen oplopen. Je kunt
wellicht beter rekening houden met
de huidige situatie waarbij op steeds
grotere schaal de loonwerker wordt in
gezet omdat die beschikt over machi
nes die van de ene akker naar de ande
re rijden om te zaaien, te spuiten of te
oogsten. Je zou daarom ook, nadat de
loonwerker heeft gezaaid, met Auto
Maatje eerst een ritje over het veld
kunnen maken in de zogenaamde leer-
modus. Je rijdt dan door het zaaigoed
over de akker zoals je zelf verkiest: tus
sen de bedjes door en aan het eind (op
de kopaklcer) keren volgens een zelf te
kiezen keerstrategie, of helemaal
rond, langs het vierde bedje terug, of
heen en weer steken, precies zoals je
zelf wilt. Dat voorgereden patroon
slaat de computer op en kan later na
gereden worden op één centimeter
nauwkeurig en net zo vaak als je wilt.
In dat geval moet er de eerste keer wel
een bestuurder op AutoMaatje plaats
nemen maar dat lean want er zit im
mers een stoeltje op! Van Zuydam ziet
hierin meer voordelen dan de route ge
heel van achter je bureau te program
meren. Je kunt veel meer rekening
houden met de situatie op de akker
zelf: slechte plekken, een plek met veel
stenen in de grond waar je gewend
bent omheen te rijden, en dergelijke.
Detail van de
apparatuur.
Je rijdt gewoon zoals je altijd doet en kiest je eigen route.
De computer registreert alles. Er moeten nog wel wat verbe
teringen worden aangebracht zoals naderingsschakelaars
die zorgen dat het voertuig stopt als er iemand te dichtbij
komt. Maar ook een GSM-(telefoon) verbinding die waar
schuwt als het voertuig uitvalt, en via een SMS-berichtje
meldt wat er aan de hand is. Aanvullende instrumenten
dus die ervoor zorgen dat er niet steeds iemand naast moet
lopen. Een ander probleem is de ongelijkheid van de akker.
Bijvoorbeeld als er een diep spoor is ontstaan door een vori
ge bewerking. Als AutoMaatje met het linker wiel in zo'n
spoor rijdt en met het andere wiel op vlak terrein, ligt hij
niet meer horizontaal en kantelt wat. De antenne van de
GPS-ontvanger (de plaats waarvan steeds de positie wordt
gemeten en geregistreerd) wijkt dan ineens af. Er moet dus
ook een hellingshoekmeter op met een sensortje die deze
afwijking registreert en ook dat moet in de software wor
den aangepast om de route te kunnen corrigeren.
Meestal wordt met
grotere machines
gewerkt in de
landbouw.
Er moet dus nog één en ander verder worden ontwikkeld
om de vinding commercieel te maken en op de markt te
brengen, maar dat is niet meer aan de Wageningse Univer
siteit of IMAG, die houdt op bij het onderzoek. De verdere
ontwikkeling heeft niets meer te maken met onderzoek en
is geen wetenschappelijke uitdaging. Dat moet de handel
doen of anders laten doen tegen het volle universiteitsta
rief, en dat loopt nogal op. Van Zuydam staat nu dus even
aan de zijlijn maar volgt die ontwikkeling nu vanuit de ver
te. Hij hoopt wel dat het apparaat snel op de markt komt,
want hij zou later toch graag tegen zijn kleinkinderen wil
len zeggen, als zij later allerhande zelfsturende voertuigen
door het veld zien rijden: "Die heb ik helpen ontwikkelen".
Daarnaast wordt er ook onderzoek gedaan naar efficiënter
en veiliger bespuiten van boomgaarden waarbij uit lucht
foto's de plaats en de contourlijnen van bomen kunnen
worden gedestilleerd en vervolgens een automatische
sproeimachine zodanig kan worden geprogrammeerd dat
dit voertuig, GPS-gestuurd, elke individuele boom op de
minst milieubelastende wijze lean bespuiten (Precispray).
Het werkterrein van GPS is dus nog lang niet helemaal te
overzien.
GEO-INFO 2004-1