Research Council van de EU. Daarnaast
worden relaties aangegaan met de IHO
- Internationale Hydrografische Orga
nisatie, EC Directoraat Generaal Enter
prise en AGILE - de Associatie van GI
Laboratoria in Europa, indien zij dat
ook wensen.
Werkgroepen
Gezien de noodzaak voor standaardisa
tie binnen het INSPIRE project, heeft
CEN/TC 287 een Werkgroep 1 - WG1
geïnstalleerd voor de "ESDI-coördina-
tie" met de volgende opdracht:
identificatie van materiaal dat no
dig is voor de ESDI door het opstel
len van een Technisch Rapport
"Normen, specificaties en techni
sche rapportage en richtlijnen";
ondersteuning van de implementa
tie van het INSPIRE-initiatief;
stimulering interoperabiliteit tus
sen nationale en Europese SDI-ont-
wiklcelingen door het opstellen van
een technisch rapport "ESDI-koolc-
boelc met technische interoperabi-
li teit-rich tlij nen
Deze workshop zal in de eerste maan
den van 2004 beginnen met haar werk
zaamheden.
Om de bekendheid te bevorderen van
het bestaan en de mogelijkheden van
de normen, die door de CEN/TC 287
worden ontwikkeld, en tevens de op
leiding en training te stimuleren
voor het gebruik van Gl-normen, is
een ad-hoc "Outreach" groep inge
steld die worden voorgezeten door
twee personen waarvan er een ook de
co-voorzitter is van de ISO/TC 211 Ou
treach groep.
Binnen het geo-informatiewerkveld is
voor de gegevensuitwisseling in 1995
het Terreinmodel Vastgoed [12] opge
steld door Ravi in samenwerking met
verschillende organisaties en instel
lingen. Het model heeft als doel om
overdracht mogelijk te maken van ge
gevens over geo-informatie-objecten
tussen verschillende doelgroepen.
Het model beschrijft objecten op een
globaal niveau. Een bepaalde doel
groep is vaak niet geïnteresseerd in
het detailniveau van een andere doel
groep. Het is een inhoudelijk model.
Om overdracht van gegevens moge
lijk te maken zijn de norm NEN1878
Fig. 1.
Uitwisseling van
Geo-informatie.
en de praktijkrichtlijn NPR3611 ontwikkeld.
In de praktijk blijkt dat NEN3610 nog te beperkt gebruikt
wordt terwijl de behoefte tot gegevensuitwisseling in de
geo-informatiesector zeer groot is (fig. 1). Veel (data-)lever-
anciersgebonden "standaarden" bestaan, terwijl intussen
de sterke behoefte bestaat aan open standaarden.
De ontwikkeling van NEN3610, NEN1878 en NPR3611 is ge
beurd in een tijd dat de ontwikkeling van internationale
standaarden en normen startende was. Door de sterke
internationale ontwikkeling van open (GI-)s tand aarden, ar
chitectuurnota's overheid, INSPIRE, X-border GDI (Nord-
rhein-Westfalen) en de beperkingen van de huidige stan
daarden is het nodig dat NEN3610 verbeterd wordt en dat
NEN1878 en NPR3611 vervangen gaan worden. Hiervoor is
door Ravi het project "Framework voor Geo-informatie uit
wisseling" opgestart.
i
ur#Aai«iïu urtfÉTj
1
■t-Ly
1
Opdeling project
Het project is opgesplitst in deel 1 (model) en deel 2 (uit
wisselingsformaat). De doelstelling voor deel 1 is het reali
seren van één algemeen bruikbaar geo-informatie uitwissel
ingsmodel voor alle sectoren, dat aansluit op open stan
daarden en resulteert in een nieuwe versie van NEN3610.
Het uitwisselingsformaat volgt uit het model. Deze schei
ding is noodzakelijk omdat het uitwisselingsformaat kan
veranderen terwijl het model hetzelfde blijft. Dit kan ge
beuren bij een andere uitwisselingsstandaard. De uitwissel
ingsstandaard voor deel 2 wordt GML. Op basis van het mo
del zal bepaald worden welke versie gekozen wordt en wat
van GML geïmplementeerd moet worden.
Fasering en planning
De gewenste planning is om in de eerste helft van 2004 het
model af te ronden en in de tweede helft van 2004 het uit
wisselingsformaat. Voor deel 1 is de benodigde financiering
gevonden binnen de budgetten van VROM en BZK en dit
deel is gestart per oktober 2003.
Het projectdeel 1 bestaat uit drie fasen:
IA inventarisatie wensen en behoeften bij belangrijke sta
keholders;
IB beschrijven en analyseren van huidige van elkaar ver
schillende modellen.
De keus om verschillende modellen te nemen geeft de
meeste kans op een zo compleet mogelijk beeld. In de
klankbordgroep is gekozen voor grootschalige topogra-
GEO-INFO 2004-1
ti
■TT
lil
Hoe vindt nationale
vertaling plaats