Bron: [3] toen de vacantie van de leden, die de verkenning moesten uitvoeren, Fig. 3. zoo goed als verstreken was en de weersgesteldheid, die den gehee- Driehoeksmeting len zomer zeer gunstig daarvoor geweest was, niet meer toeliet om van Krayenhoff ook maar een begin met die verkenning te maken. Dat onderzoek (1802 -1811). moest daarom verschoven worden tot het voorjaar van 1885 in de hoop het alsdan nog tijdig vóór den aanvang der metingen in Pruis- sen te kunnen uitvoeren". Het is dankzij de zorgvuldige en ge detailleerde verslaglegging van het latere werk van de Rijks commissie en haar personeel dat we kunnen weergeven wat er rond deze jaren op de Cuneratoren is gedaan. Maar eerst volgt een overzicht van de instrumenten die gebruikt zijn in de loop der jaren. De Griek Aristarchus (310-230 v. Chr.) vond de slcaphe uit, (Fig. 4) een holle halve bol met daarin een graadverdeling, bestaande uit evenwijdig ingekraste cirkels. Hiermee be paalde Eratosthenes hoever de zon midden op de dag uit het zenit stond, door waar te nemen hoever de schaduw van de staaf in het midden reikte. Snellius gebruikte voor de hoekmetingen een kwadrant, met een straal van 69 cm. Dat is een kwart van een verdeel de cirkel, een groot soort gradenboog, met daarop een vi zierinrichting. Met het blote oog moest hij, als hij op de Utrechtse dom stond, zijn vizier richten op de toren van Dordrecht en het stadhuis van Leiden. Diverse uitvindingen maakten betere instrumenten mogelijk. Om nauwkeu riger de rand te kunnen aflezen was de nonius van belang, een vinding van Nunez. De Fransman Picard verving het vizier van het hoelcmeetinstru- ment door een kijker met kruisdraden. De Engelsman Ramsden construeerde een verdeelmachine, waarmee heel Fig. 4. Skaphe. nauwkeurige randverdelingen te ma- Bron: [2] GEO-INFO 2004-1 i Instrumenten zenit

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2004 | | pagina 34